5-94/1

5-94/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2010

20 SEPTEMBER 2010


Voorstel van resolutie over de genderdimensie in statistieken

(Ingediend door de dames Sabine de Bethune en Cindy Franssen)


TOELICHTING


Dit voorstel van resolutie neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 1 oktober 2007 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 4-233/1 - BZ 2007).

De in 2003 gevoerde socio-economische enquête lokte reacties uit zowel bij organisaties in het middenveld als in het Parlement. Het aspect « gender » kwam te weinig aan bod. Het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen organiseerde een hoorzitting over het thema. Tijdens deze hoorzitting werd duidelijk dat de socio-economische enquête in haar huidige vorm niet blijft bestaan. Concrete aanbevelingen terzake zouden dus van weinig nut zijn. Vandaar besliste het Adviescomité om het thema te verruimen.

Onder het motto « meten is weten » zijn de verzameling van statistisch materiaal en de definiëring van indicatoren belangrijke beleidsinstrumenten. Zij bieden de mogelijkheid om de effecten van het gevoerde beleid in kaart te brengen en desgewenst bij te sturen.

Het Adviescomité bekommert zich specifiek om het beleid inzake gelijke kansen voor vrouwen en mannen en inzake mainstreaming. Om dergelijk beleid adequaat te kunnen voeren zijn statistieken nodig die een beeld geven van de situatie van vrouwen en mannen in de samenleving en van de gevolgen van de geplande acties voor vrouwen en mannen.

Sabine de BETHUNE
Cindy FRANSSEN.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. gelet op het VN-Verdrag van 18 december 1979 inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW), goedgekeurd bij de wet van 11 mei 1983;

B. gelet op het actieplatform dat werd aangenomen op de Wereldvrouwenconferentie die van 4 tot 14 september 1995 in Peking heeft plaatsgehad;

C. gelet op de wet van 6 maart 1996 strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de Wereldvrouwenconferentie die van 4 tot 14 september 1995 in Peking heeft plaatsgehad, die de regering verplicht jaarlijks verslag uit te brengen aan de Wetgevende Kamers over de toepassing van het actieplatform van Peking,

D. overwegende dat naar sekse uitgesplitste statistieken een onmisbaar hulpmiddel zijn om de vooruitgang op weg naar de gelijkheidsdoelstellingen te beoordelen en om een gendermainstreaming te bevorderen doordat zo duidelijk gemaakt wordt of een beleid verschillende gevolgen heeft voor vrouwen en mannen;

E. overwegende dat vergelijkbare indicatoren en analyseprocedures belangrijk zijn om een juiste beoordeling door te voeren van alle aspecten die verband houden met de gelijkheid van mannen en vrouwen;

F. overwegende dat meer nadruk zou moeten worden gelegd op het uitsplitsen van indicatoren naar sekse en leeftijd, wat tot meetbare resultaten leidt en aanleiding kan geven tot evaluatie, monitoring en benchmarking;

G. overwegende dat het belang van vergelijkbare indicatoren reeds in verschillende rapporten is beklemtoond (bijvoorbeeld het jaarverslag over de gelijke kansen voor vrouwen en mannen in de Europese Unie in 2000 : verslag van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Sociaal en Economisch Comité en het Comité van de regio's);

H. overwegende dat de econoom Mahbub en zijn collega Amartya Sen (Nobelprijs voor de economie) in die zin hebben voorgesteld dat het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) de Human Development Index (HDI) in aanmerking neemt, die via een subtiele weging rekening houdt met drie socio-economische statistieken : de levensverwachting bij de geboorte, het onderwijsniveau en de levensstandaard; dat deze index ook rekening houdt met de ongelijkheid tussen man en vrouw (geslachtsgebonden indicator van de menselijke ontwikkeling, deelnemingsindicator van vrouwen); dat de HDI de hoeksteen is van het Jaarverslag dat de UNDP sedert 1990 publiceert over de menselijke ontwikkeling in de wereld en dat dit verslag een steeds ruimere weerklank vindt;

I. overwegende dat de resultaten van de studies « Vrouwen (on)zichtbaar in statistieken », uitgevoerd in 1996 en 1998 door de Université catholique de Louvain en het Limburgs Universitair Centrum in opdracht van de minister belast met het Gelijkekansenbeleid, wijzen op de niet altijd eenvoudige toegankelijkheid van de statistieken, de afwezigheid van bepaalde statistieken, het ontbreken van een uitsplitsing naar geslacht en het gebrek aan regelmatige opvolging;

J. overwegende dat een aantal landen, met name Canada en Zweden, veel ervaring heeft in het verzamelen van genderstatistieken;

K. verwijzend naar de werkzaamheden van het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen, met name de hoorzittingen met de heer Cheruy, directeur-generaal van het Nationaal Instituut voor de Statistiek, en met mevrouw Garcia, docent bij het departement politieke en sociale wetenschappen van de UCL (1) , en de verschillende aanbevelingen van het adviescomité, waarin herhaaldelijk werd gewezen op het gebrek aan genderstatistieken (2) ,

vraagt de regering :

1. een coherent beleid inzake genderstatistieken te voeren, door bij het Nationaal Instituut voor de Statistiek een speciale afdeling op te richten belast met het opstellen en de promotie van genderstatistieken, zodat genderstatistieken geïnstitutionaliseerd worden in het officiële systeem van de statistieken in België;

2. het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen onder meer te belasten met het toezicht, de evaluatie en de opvolging van de naar sekse uitgesplitste statistische gegevens;

3. de vooruitgang van de genderdimensie in de statistieken per departement toe te lichten in het « Peking-rapport » dat jaarlijks aan de Wetgevende Kamers wordt overhandigd en in het bijzonder te rapporteren over de werkzaamheden van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen en van het Nationaal Instituut voor de Statistiek.

20 juli 2010.

Sabine de BETHUNE
Cindy FRANSSEN.

(1) De genderdimensie in de statistieken, verslag namens het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen, uitgebracht door mevrouw Fatma Pahlivan, stuk nr. 2-944/1, 2001/2002.

(2) Zie het advies met betrekking tot de beleidsintenties van de regering inzake gelijke kansen voor het begrotingsjaar 2001, stuk Senaat, nr. 2-268/1, 2000-2001; de aanbevelingen naar aanleiding van de verslagen van de regering, van de minister belast met het Gelijkekansenbeleid en van de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking over het beleid gevoerd overeenkomstig de doelstellingen van de vierde Wereldvrouwenconferentie die in september 1995 te Peking heeft plaatsgehad, stuk Senaat, nr. 2-781/2, 2000-2001.