4-228/3 | 4-228/3 |
15 JANUARI 2008
1. Inleiding
De commissie heeft dit voorstel van resolutie besproken tijdens haar vergaderingen van 20 november 2007 en 15 januari 2008.
2. Inleidende uiteenzetting door mevr. De Bethune, auteur van het voorstel van resolutie
Het voorliggende voorstel van resolutie betreft een consensustekst die is opgesteld door de de Parlementaire Groep voor Bevolking en Ontwikkeling die het Actieprogramma van de Internationale VN-conferentie voor Bevolking en Ontwikkeling en de Millenniumdoelstellingen rond gender en gezondheid in België volgt. De leden zien er op toe dat België zijn beloftes nakomt en internationaal een voortrekkersrol opneemt inzake seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, HIV en aids en empowerment van vrouwen. Deze Parlementaire Groep besprak het thema tienerzwangerschappen met enkele experts en formuleerde naar aanleiding daarvan een aantal aanbevelingen. In het algemeen pleit deze groep voor een sterke focus op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten in de Belgische ontwikkelingssamenwerking.
Mevrouw de Bethune verwijst verder naar de toelichting bij het voorstel van resolutie. Jonge meisjes die ongewenst zwanger worden, doen beroep op een abortus, die hen dikwijls het leven kost. Het geweld tegen vrouwen en de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen verergeren deze problematiek.
Tienerzwangerschappen komen zowel voor in het Noorden als in het Zuiden. Oorzaken en gevolgen zijn voor beide delen van de wereld vergelijkbaar, maar het fenomeen komt in het Zuiden frequenter voor en de gevolgen hebben er door de penibele levensomstandigheden een grotere impact. Één op tien kinderen die wereldwijd geboren worden, hebben een moeder die zelf nog een kind is. Een overgrote meerderheid van de tienerzwangerschappen komt voor in de ontwikkelingslanden.
Mevrouw de Bethune verwijst ook nog naar een colloquium, gehouden in de Senaat op 8 maart 2007 over de problematiek van kraambed en bevallingen in Afrika, onder het voorzitterschap van mevrouw Lizin, waarin ook het probleem van de tienerzwangerschappen ter sprake kwam.
Er wordt aan de regering gevraagd de problematiek van de tienerzwangerschappen een belangrijke plaats te geven in het ontwikkelingsbeleid en de ontwikkelingslanden aan te zetten hieromtrent een globaal beleid te voeren. Dat moet zowel de toegang tot het basisonderwijs omvatten als voldoende informatieverstrekking aan de betrokken bevolkingsgroepen. Het onderzoek naar tienerzwangerschappen moet worden aangemoedigd en het budget van ontwikkelingssamenwerking moet worden verhoogd.
3. Bespreking van de amendementen
Aanbevelingen
Punt 8 (nieuw)
Amendement nr. 1
Mevrouw Hermans c.s. dienen een amendement in (stuk Senaat, nr. 4-228/2) dat ertoe strekt een nieuw punt 8 toe te voegen, dat de nadruk legt op de promotie van het gebruik en verdeling van anticonceptiva in de partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.
Mevrouw Hermans is van oordeel dat naast een tijdige en gedegen relationele en seksuele voorlichting, waarvan sprake in deze resolutie, hét cruciaal element in de strijd tegen tienerzwangerschappen de beschikbaarheid van anticonceptiva is. Ook in de strijd tegen HIV zijn bepaalde anticonceptiva cruciaal.
Het amendement nr. 1 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Amendement nr. 3
Mevrouw Lizin dient een amendement in (stuk. Senaat, nr. 4-228/2) dat een nieuw punt 8 wil toevoegen aan de aanbevelingen, waarin gevraagd wordt dat voorrang verleend wordt aan de vrouwen in Kivu en het Oosten van Congo in het algemeen die het slachtoffer zijn van verkrachtingen door gewapende bendes.
Amendement nr. 3 wordt ingetrokken omdat het meer aangewezen is om het in te dienen in het kader van het voorstel van resolutie betreffende verkrachtingen en seksuele geweldplegingen tegen vrouwen in het oosten van de Democratische Republiek Congo (stuk Senaat, nr. 4-485/1).
Punt 9 (nieuw)
Amendement nr. 2
Mevrouw Hermans c.s. dienen een amendement in (stuk Senaat, nr. 4-228/2) dat ertoe strekt een nieuw punt 9 toe te voegen, waarin gepleit wordt voor steun aan de centra die zwangerschapsafbreking voorzien.
Spreekster is van mening dat ook de bekendheid én bereikbaarheid van voorzieningen voor zwangerschapsafbrekingen belangrijk is. Zij zijn een noodoplossing, maar gezien het gebruik van verkrachtingen als oorlogswapen in bepaalde gebieden, moet men deze centra voorzien. Men moet trachten de zwangerschappen van zeer jonge moeders op een veilige manier te onderbreken zodat hun leven hierdoor niet in gevaar komt en een einde kan komen aan de hoge sterftecijfers van de moeders.
Het amendement nr. 2 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Amendement 4
Mevrouw Lizin dient een amendement in (stuk Senaat, nr. 4-228/2), dat een nieuw punt 9 aan de aanbevelingen wil toevoegen, waarin de regering gevraagd wordt om bij het voorzitterschap van de Europese Raad aan te dringen op het sturen van een zending met het oog op het onderzoek van het machtsmisbruik en het geweld tegen vrouwen.
Amendement nr. 4 wordt ingetrokken omdat het meer aangewezen is om het in te dienen in het kader van het voorstel van resolutie betreffende verkrachtingen en seksuele geweldplegingen tegen vrouwen in het oosten van de Democratische Republiek Congo (stuk Senaat, nr. 4-485/1).
De heer Dallemagne wijst erop dat het probleem van de tienerzwangerschappen ook in Europa bestaat. Buurland Frankrijk bijvoorbeeld wordt er meer en meer mee geconfronteerd. In Oost-Congo zijn vele tienerzwangerschappen het gevolg van systematische verkrachtingen. De toestand is er des te erger daar deze leeftijdscategorie er meer dan elke andere leeftijdscategorie mee te maken krijgt.
De heer Charles Michel, minister van Ontwikkelingssamenwerking, benadrukt dat België via zijn ontwikkelingsbeleid een eersterangsrol moet blijven spelen in het bevorderen van de gezondheid en van de seksuele en reproductieve rechten van tienermeisjes in het bijzonder. In zijn bilaterale contacten met partnerlanden in de Europese Unie en andere internationale instellingen, zal België blijven pleiten voor het naleven van de seksuele en reproductieve rechten en voor een allesomvattende, multisectorale aanpak van dit probleem. Zonder te willen vooruitlopen op de budgetten die in de toekomst beschikbaar zullen zijn om onze programma's voort te zetten en uit te breiden, maar rekening houdend met het voornemen van de regering om de officiële ontwikkelingshulp te verhogen tot 0,7 % van het BBI in 2010, kan men er van uitgaan dat de jaarlijkse bedragen die België specifiek toekent aan het bevorderen van de seksuele en reproductieve gezondheid — en die van 29,2 miljoen euro in 2005 werden verhoogd tot 32,9 miljoen euro in 2006 — verhoudingsgewijs zullen blijven stijgen.
De heer Dallemagne wijst erop dat het merendeel van de tienerzwangerschappen het gevolg zijn van ofwel verkrachtingen, ofwel gedwongen huwelijken, ofwel onvoldoende toegang tot voorbehoedsmiddelen. Men moet erop toezien dat alle ongewenste zwangerschappen voorkomen worden.
Mevrouw Hermans merkt op dat het inderdaad belangrijk is ongewenste zwangerschappen te vermijden.
De heer Roelants du Vivier heeft de amendementen nrs. 1 en 2 van mevrouw Hermans medeondertekend omdat hij meent dat het hier een probleem van volksgezondheid betreft, dat opgelost moet worden op de manier zoals in deze amendementen wordt voorgesteld.
De heer Dubié betreurt dat de Verenigde Staten weigeren om subsidies te geven aan Afrikaanse centra die zich bezighouden met het voorkomen of afbreken van zwangerschappen.
Mevrouw Temmerman voegt hier aan toe dat de NGO's werkzaam in Afrika, zelfs een verklaring moeten ondertekenen dat de middelen die door het US-Agency for International Development (USAID) ter beschikking gesteld worden, niet zullen gebruikt worden voor contraceptiva. Men beveelt onthouding en trouw aan de vaste partner aan.
4. Stemmingen
Het geheel van het voorstel van resolutie wordt éénparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag
De rapporteur, | De voorzitter, |
Margriet HERMANS. | Marleen TEMMERMAN. |
Tekst aangenomen door de commissie (zie stuk Senaat, nr. 4-228/4)