Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-89

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Werk

Vraag nr. 3-7513 van mevrouw Van de Casteele d.d. 9 maart 2007 (N.) :
Overheidssector. — Vergoedingsstelsel voor arbeidsongevallen en beroepsziekten. — Actualisering en uitbreiding. — Wettelijk samenwonenden.

De ministers hebben in de Kamer een wetsontwerp tot wijziging van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector en van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 ingediend om het vergoedingsstelsel voor arbeidsongevallen en beroepsziekten in de overheidssector te actualiseren en het toepassingsgebied uit te breiden tot nieuwe personeelscategorieën.

Wat opvalt in dit ontwerp is dat, ingeval van overlijden van een personeelslid, een rente wordt uitgekeerd aan de echtgenoot die noch uit de echt, noch van tafel en bed gescheiden is, tenzij hij een onderhoudsgeld ontving.

Ondertussen heeft de Senaat een wetsvoorstel goedgekeurd dat voor werknemers de wettelijk samenwonende partners gelijkstelt, op voorwaarde dat ze een overeenkomst hebben opgesteld overeenkomstig artikel 1478 van het Burgelijk Wetboek, waarin wederzijdse verplichting tot hulp, ook na een eventuele breuk, is voorzien.

De regering had zich ertoe geëngageerd de bestaande discriminatie tussen gehuwden en wettelijk samenwonenden weg te werken in de wetgeving op de arbeidsongevallen, de beroepsziekten en het asbestfonds.

Het lijkt mij dan ook logisch hetzelfde te doen voor het overheidspersoneel.

1. Is de geachte minister bereid ook voor het overheidspersoneel deze discriminatie weg te werken ?

2. Welke bijkomende kosten zal een gelijkschakeling meebrengen ?

3. Welke zouden de bijkomende kosten zijn als men alle wettelijk samenwonenden (dus niet alleen die met een overeenkomst) zou gelijkstellen ?

Antwoord : Deze materie behoort tot de bevoegdheden van de minister van Ambtenarenzaken (schriftelijke vraag nr. 3-7512).