Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-88

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen (Ambtenarenzaken)

Vraag nr. 3-6816 van de heer Van Hauthem d.d. 30 januari 2007 (N.) :
Proef voor de overgang van ambtenaren naar niveau A. — Teleurstellende resultaten. — Evaluatie.

In het decembernummer 2006 van het maandblad van de federale overheid Fedra vernemen wij dat de eerste resultaten van de algemene proef voor de overgang van ambtenaren naar niveau A op een fikse tegenvaller is uitgelopen.

Blijkt immers dat slechts 49,6 % van de ingeschrevenen zich heeft aangeboden op de proef. Bovendien gaf 13 % een blanco kopij af. Dat brengt het aantal afhakers op 63,4 %, wat niet min is.

1. Welke zijn de resultaten voor diegenen die wel aan de proef deelnamen en hoe evalueert de geachte minister deze ?

2. Waaraan wijt hij de grote uitval bij de ingeschrevenen en overweegt hij daar iets aan te doen ?

3. Wat is de globale evaluatie van deze overgangsproef voor niveau A en welke bijsturingen worden eventueel overwogen, zowel voor dit niveau als voor andere niveaus ?

Antwoord : Op 30 september en 1 oktober 2006 konden de ambtenaren van niveau B en C van de federale overheid deelnemen aan het gedeelte over de algemene vorming in het kader van de procedure voor overgang naar niveau A. De proef bestond uit het maken van een samenvatting en kritisch becommentariėren van een tekst van academisch niveau, die gedurende een half uur ter beschikking van de kandidaten werd gesteld. Ter voorbereiding op deze proef heeft het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid (OFO) vanaf april 2006 een uitstekend handboek uitgebracht over « samenvatten en becommentariėren van een tekst ». Daarnaast bood het OFO ook een opleiding aan in de vorm van een voorafgaande simulatieoefening van de proef, die de kandidaten verbeterd terugkregen, voorzien van gerichte adviezen voor het verbeteren van hun zwakke punten.

1. Hieronder vindt het geachte lid de resultaten van deze proef.

Slaagpercentage per geslachtAanwezigGeslaagdSlaagpercentage
Man1 45736625 %
Vrouw1 42531222 %
Totaal2 88267824 %

Slaagpercentage per taalAanwezigGeslaagd Slaagpercentage
Franstaligen1 30327121 %
Nederlandstaligen1 57140426 %
Duitstaligen8338 %
Totaal2 88267824 %

Slaagpercentage met betrekking tot de vormingAanwezigGeslaagd Slaagpercentage
Vorming gevolgd65120331 %
Vorming niet gevolgd2 23147521 %
Totaal2 88267824 %

Slaagpercentage per niveauAanwezigGeslaagdSlaagpercentage
Niveau C1 77832518 %
Niveau B1 10435332 %
Totaal2 88267824 %

Uit deze cijfers trek ik de volgende conclusies :

— een algemeen slaagpercentage van circa 24 % ligt ongeveer in de lijn van het slaagpercentage van de vorige selecties van hetzelfde type. Om daartoe te komen, hebben de verbeteraars de negatieve impact van de kwaliteit van de spelling op de eindquotering moeten beperken;

— er is geen merkbaar verschil tussen het aantal geslaagden per geslacht of per taalgroep;

— er is, wat het slaagpercentage betreft, een vrij duidelijk verschil (10 %) naargelang de kandidaten al dan niet het volledige opleidingsprogramma bij het OFO hebben gevolgd.

2. Ik stel inderdaad vast dat er ongeveer 50 % van de ingeschrevenen afwezig waren op deze proef.

Er is echter geen enkele reglementaire bepaling die de kandidaten verplicht om hun afwezigheid bij een selectie te rechtvaardigen.

3. Alle betrokken niveaus van de federale overheid (niveaus C, B en A) bevinden zich sedert drie jaar in een grondige hervormingsfase met betrekking tot het systeem voor bevordering door overgang.

De eerste proef van de procedure is nu toegespitst op de evaluatie van het geheel aan generieke competenties die vereist zijn voor het uitoefenen van een functie van het betrokken niveau. De principes zijn reeds concreet uitgewerkt voor de niveaus B en C, en bij de volgende proeven voor de overgang naar niveau A zal dat ook het geval zijn.

De geleidelijke vervanging van de proef type « samenvatting en commentaar » door dit nieuwe concept van een generieke proef betekent niet dat de federale overheid het niet langer nodig vindt dat een voldoende kennis van de moedertaal wordt aangetoond, maar wel dat deze nog steeds essentiėle vereiste meer moet kaderen in een evaluatie van het geheel aan competenties, in het bijzonder die welke betrekking hebben op het omgaan met informatie en de capaciteiten inzake schriftelijke communicatie.

Wat specifiek niveau A betreft, ben ik van plan in de komende maanden een voorstel in te dienen voor een nog grondiger hervorming, waarbij de theoretische studie van recht en economie vervangen wordt door een reeks opleidingsmodules die tegemoetkomen aan de reėle vereisten van de overheid; de kandidaat zal uit die modules een keuze kunnen maken in functie van zijn voorkeur en van zijn perspectieven inzake persoonlijke ontwikkeling.

Ik ben er mij van bewust dat een gebrek aan grondige beheersing van de taal een ernstig struikelblok is voor veel kandidaten voor de overgang naar dat niveau; daarom heb ik er op aangedrongen dat er ook een opleidingsmodule « professioneel schrijven » wordt aangeboden.