Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-78

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen

Vraag nr. 3-5372 van de heer Van Hauthem d.d. 2 juni 2006 (N.) :
Vaste Commissie voor taaltoezicht. — Vragen om advies.

Overeenkomstig artikel 61, § 2, van de gecoördineerde wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken raadplegen de ministers de Vaste Commissie voor taaltoezicht over alle zaken van algemene aard wat de toepassing van deze wetten betreft.

Volgens artikel 10 van het koninklijk besluit van 4 augustus 1969 tot regeling van de rechtstoestand van de voorzitter en van de leden van de Vaste Commissie voor taaltoezicht en tot regeling van dezer werking worden deze adviezen enkel ter kennis van de minister gebracht die het heeft gevraagd. Zij worden bijgevolg niet gepubliceerd in het jaarverslag van de Vaste Commissie voor taaltoezicht en mogen evenmin door de Commissie worden meegedeeld aan derden. Alleen de betrokken minister zelf kan deze adviezen aan derden meedelen. (cf. antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken op vraag nr. 954 van 29 maart 2006 in de Kamer van volksvertegenwoordigers.)

Kunt u mij bijgevolg met betrekking tot uw bevoegdheidsdomein(en) meedelen welke adviezen door u (en in voorkomend geval door uw voorganger(s)) aan de Vaste Commissie voor taaltoezicht werden gevraagd sinds het aantreden van deze regering ?

Kan voor elk van deze vragen om advies worden gepreciseerd :

1. welk onderwerp, specifiek probleem of vraag zij tot voorwerp hadden ?

2. hoe het advies van de Vaste Commissie voor taaltoezicht — in samenvatting — luidde ?

3. of dit advies met eenparigheid van stemmen door de Commissie werd genomen, en zo neen, welk het stemgedrag van de leden van de VCT dan wel was ?

4. welk gevolg u aan dit advies heeft gegeven ?

Aanvullend antwoord : Sinds het aantreden van deze regering, werd de Vaste Commissie voor taaltoezicht nooit geraadpleegd over de toepassing van de gecoördineerde wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken.