Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-73

ZITTING 2005-2006

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Vraag nr. 3-5631 van mevrouw Van de Casteele d.d. 12 juli 2006 (N.) :
Directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGOS). — Niet-gouvernementele organisaties (ngo's). — Controle. — Evaluatie.

Op 10 maart 2006 verzocht ik de geachte minister in mijn schriftelijke vraag nr. 3-4634 om verduidelijking aangaande de controle op en de evaluatie van NGO's.

Ik dank hem voor zijn antwoord (Vragen en Antwoorden nr. 3-70, blz. 7278), maar heb toch nog enkele precieze vragen bij zijn antwoorden :

1. De geachte minister beweert dat de actieplannen voor 2006 slaan op 84 dossiers. Mag ik aannemen dat dit aantal overeenstemt met het aantal ngo's ?

2. Kan hij mij mededelen welke 6 ngo's een « onvoldoende » gekregen hebben en welke 8 ngo's een notering « zwak » ? Werden de resultaten van deze beoordeling kenbaar gemaakt aan het grote publiek ? Hoeveel ngo's kregen een notering « uitstekend », hoeveel kregen « zeer goed », hoeveel « goed » en hoeveel « voldoende » ?

3. Hij stelt dat de sanctie voor « onvoldoende » een weigering van subsidie is en voor « zwak » een vermindering betekent. Voor hoeveel ngo's wordt de subsidie in 2006 geweigerd en voor hoeveel wordt deze verminderd ?

4. Kan hij het aantal ngo's met notering « onvoldoende » en « zwak » meedelen telkenmale voor de jaren 2003, 2004 en 2005 ?

5. Aan hoeveel ngo's werd in die jaren de subsidie geweigerd en met hoeveel werd ze verminderd ?