3-1689/2

3-1689/2

Belgische Senaat

ZITTING 2005-2006

17 MEI 2006


Wetsontwerp overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten


Evocatieprocedure


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN DE HEER BEKE

Titel IVbis (nieuw)

In dit ontwerp een nieuwe Titel IVbis invoegen, luidende :

« Titel IVbis. — Wijzigingen aan de Wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987

Art. 72bis.

In de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, wordt een nieuw artikel 129ter ingevoerd, luidend als volgt;

« Art. 129ter. — Het Permanent Overlegcomité of de financiële commissie wijst de vertegenwoordiger aan die het ziekenhuis zal vertegenwoordigen in het orgaan waarvan sprake in artikel 129quater-1 en bepaalt zijn gebonden opdracht.

Onder verantwoordelijkheid van het comité of de commissie wordt een gedetailleerde aankoopcyclus opgesteld. Die bestaat uit een nauwkeurige weergave van alle aangekochte producten, met hun specificaties, de hoeveelheid en het moment en de periodiciteit van aankoop. »

Art. 72ter.

In dezelfde wet wordt in Titel IV een nieuw hoofdstuk Ibis ingevoerd, luidend als volgt :

« Hoofdstuk Ibis. Samenaankoop

Art. 129quater-1.

Het Overlegorgaan voor samenaankoop wordt samengesteld door de vertegenwoordigers waarvan sprake in artikel 129ter. Associaties van ziekenhuizen die beslissen gezamenlijk op te treden kunnen een gemeenschappelijke vertegenwoordiger afvaardigen.

Het heeft als opdracht de prospectie, de voorbereiding en de afhandeling van projecten van samenaankoop tussen ziekenhuizen en associaties van ziekenhuizen.

Art. 129quater-2.

Het orgaan bepaalt in onderling overleg welke administratieve ondersteuning wordt voorzien en hoe de werkingskosten daarvan onderling worden verdeeld.

Op dezelfde wijze wordt beslist welke elementen van de aankoopcyclus aan haar dienen medegedeeld te worden.

Het orgaan kan verder alle afspraken maken die ze dienstig acht voor haar werking en deze laten opnemen in een intern reglement.

Art. 129quater-3.

Op basis van een vergelijking van de aankoopcycli en eventuele concrete voorstellen van één of meerdere ziekenhuizen, stelt het overlegorgaan een lijst op van de potentieel nuttige initiatieven en maakt dit via de vertegenwoordigers over aan de respectievelijke Permanente Overlegcomités of financiële commissies. Deze laatstgenoemden maken duidelijk waarvoor al dan niet interesse bestaat, waarna het Overlegorgaan voor samenaankoop deze verder in detail kan onderzoeken en voorbereiden.

Het is bevoegd contracten tot samenaankoop af te sluiten eens daartoe overeenstemming bestaat tussen minimum 2 ziekenhuizen, op voorwaarde dat de andere ziekenhuizen een laatste maal uitgenodigd worden mee hierop in te tekenen.

Het overlegorgaan bepaalt de termijn waarbinnen deze laatste antwoorden haar dienen te bereiken.

Art. 129quater-4

De rechtsverhouding tussen het overlegorgaan tot samenaankoop en de voor dat contract deelnemende ziekenhuizen, wordt beheerst door een lasthebbersovereenkomst ». »

Verantwoording

1. Beoogde doelstelling van de indieners

a. De financiering van de ziekenhuizen in België staat onder grote druk. Er bestaat een consensus tussen al de betrokkenen dat er inderdaad sprake is van een structurele onderfinanciering.

Dit betekent dat men van de overheid mag verwachten dat ze zorgt voor een billijke financiering van de prestaties van de ziekenhuizen. Maar het betekent uiteraard ook dat er gezocht moet worden naar manieren om de exploitatie van ziekenhuizen zo efficiënt mogelijk te organiseren. Een belangrijke oorzaak van de onderfinanciering van de ziekenhuizen is hun inefficiënt aankoopbeleid.

Daarom willen de indieners met dit amendement een opportuniteit voor kostenbesparing creëren door de invoering van een stelsel voor samenaankoop.

Het organiseren van betaalbare gezondheidszorg is ieders ambitie. De indieners zijn voorstander van de regionalisering van de gezondheidszorg als deel van de oplossing. De huidige bevoegdheidsverdeling heeft onder meer tot gevolg dat grote inspanningen van een deelstaat geen return oplevert voor die deelstaat zelf. Het eindresultaat is dat de deelstaten veel te weinig investeren zodat de totale kosten van de gezondheidszorg oplopen. De gedeelde bevoegdheid bemoeilijkt een coherent en transparant beleid. Met dit amendement willen de indieners de huidige keuze om het gezondheidsbeleid federaal te organiseren niet bevestigen, maar zolang de middelen federaal verdeeld worden en het beleid federaal beslist wordt, moeten er manieren bestaan om de vruchten te plukken van een verantwoord beleid.

b. Idealiter wordt hiertoe uiteraard een beroep gedaan op de FOR, die heeft het afsluiten van raamcontracten namelijk als opdracht. Dit is vandaag echter niet mogelijk omdat enkel de verschillende FOD's als betrokkenen worden erkend en de daaronder ressorterende entiteiten hierbij geen zelfstandige plaats hebben. Bovendien wordt onze vraag of de minister zinnens is om hierin verandering te brengen, negatief beantwoord.

2. Verband met het wetsontwerp betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten

a. In het wetsontwerp dat ter bespreking voorligt wordt de mogelijkheid voorzien om aankoopcentrales op te richten die inhoudelijk dezelfde doelstelling kunnen verwezenlijken van wat in dit amendement wordt voorgesteld. Deze worden echter enkel vermeld zonder inhoudelijke uitwerkingsregelen. We zijn bevreesd voor de lange tijd die nog kan verlopen vooraleer deze zullen vastgesteld zijn.

Om die reden wensen we vandaag reeds een stelsel in de ziekenhuiswet in te voeren die de ziekenhuizen op een soepele wijze toelaat het heft in eigen handen te nemen.

b. De definitie van « aanbestedende overheid » in dit wetsontwerp leidt ertoe dat de meeste verzorgingsinstellingen aan de openbare aanbestedingsprocedure dienen te voldoen. Aangezien dit ook voor de openbare ziekenhuizen het geval zal zijn komt een einde aan de huidige regeling waarbij openbare ziekenhuizen, voor zover ze voldoen aan de voorwaarden bepaald in het K.B. van 11 mei 2004, uitgesloten zijn van de verplichting tot het voeren van een openbare aanbestedingsprocedure. Dit betekent dat het concurrentiele nadeel van de openbare ziekenhuizen ten opzichte van de private ziekenhuizen, reden waarvoor de regeling werd ingevoerd, opnieuw zal ontstaan.

Door de invoering van de mogelijkheid om tot samenaankoop over te gaan wensen de indieners deze handicap maximaal te ondervangen. Dit kan op zichzelf de kosten van de procedure beperken maar leidt eveneens tot schaalvoordelen ten opzichte van de leveranciers.

3. Artikelsgewijze commentaar

a. Aangezien het de bedoeling is een nadeel voor de ziekenhuizen op te vangen kiezen we ervoor dit op een niet verplichtende basis in te voeren.

We kiezen eveneens voor een regeling die louter op basis van de wet, zonder nood aan verdere uitvoeringsmaatregelen, het noodzakelijke kader biedt waarbij de betrokkenen zelf de meer praktische uitwerkingsmaatregelen kunnen vaststellen. Dit concretiseert onze overtuiging dat de overheid zich best terughoudend opstelt en, eens het kader bepaald is, het vrij initiatief maximaal laat spelen.

b. Artikel 72bis

De eindverantwoordelijkheid per ziekenhuis wordt gelegd bij het Permanent Overlegcomité of de financiële commissie. Op basis van artikel 129bis van de Ziekenhuiswet zijn deze onderling inwisselbaar aangezien de financiële commissie niet vereist is indien een Permanent Overlegcomité werd opgericht dat haar opdrachten reeds uitvoert.

De keuze voor dit gemengd comité (deze gemengde commissie) verzekert dat de beslissingen genomen worden in onderling akkoord tussen de beheerder en de Medische Raad. Het overgaan tot een contract van samenaankoop kan namelijk belangrijke financiële implicaties hebben.

Het geeft haar ook de opdracht een aankoopcyclus op te stellen omdat dit de noodzakelijke vergelijkingsbasis vormt om de gedeelde behoeften tussen de ziekenhuizen te onderkennen.

c. Artikel 72ter

De regeling wordt ingevoerd in Titel IV, waarin specifieke bepalingen zijn opgenomen met betrekking tot het beheer van de ziekenhuizen. Dit gebeurt door middel van een nieuw hoofdstuk Ibis « Samenaankoop » onmiddellijk na de bepalingen betreffende het Permanent Overlegcomité en de financiële commissie.

In het artikel 129quater-1 wordt de opdracht van het nieuwe « Overlegorgaan voor samenaankoop », omschreven.

Artikel 129quater-2 bepaalt de beslissingen die het orgaan in elk geval dient te nemen met het oog op een behoorlijk functioneren en biedt de mogelijkheid alle verdere praktische afspraken te maken.

Er kan dus overeengekomen worden om de kosten aan te rekenen op het financiële schaalvoordeel dat met een bepaald contract wordt verwezenlijkt.

Artikel 129quater-4 bepaalt hoe mogelijke initiatieven kunnen worden onderkend en op welke wijze erover wordt beslist.

Dit maakt ook duidelijk dat de samenstelling van het orgaan voor diverse contracten kan verschillen, in functie van het aantal ziekenhuizen dat voor een bepaald contract interesse betoont.

Op basis van artikel 129quater-4 wordt voor elk contract een lasthebbersovereenkomst gesloten tussen de deelnemende ziekenhuizen en het orgaan in die specifieke samenstelling. Aldus bekomt men een sluitende en rechtszekere situatie voor de leveranciers, de ziekenhuizen en hun vertegenwoordigers.

Wouter BEKE.

Nr. 2 VAN DE HEER STEVERLYNCK

Art. 78

Het derde streepje doen vervallen.

Verantwoording

Artikel 78 regelt ondermeer de opheffing van artikel 115 van de wet van 14 januari 2002 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg. Hierdoor zouden openbare ziekenhuizen voortaan onder het toepassingsgebied van de wet vallen.

De opheffing stelt mogelijk een probleem voor de openbare ziekenhuizen, die tot nu toe, om een concurrentiele handicap te vermijden, uitgesloten zijn geweest van het toepassingsgebied van de wet.

Volgens het ontwerp van wet zouden openbare ziekenhuizen voortaan onder het toepassingsgebied van de wet vallen en mogelijk een concurrentieel nadeel lijden.

Nr. 3 VAN DE HEER STEVERLYNCK

Art. 2

In het ontworpen eerste lid, 1º, d, 3, derde streepje, na de woorden « ofwel het beheer onderworpen is aan het toezicht aan die overheden of instellingen » de woorden « met uitzonderingen van de delen van deze rechtspersonen die in uitvoering van de wet een eigen beheer en boekhouding voeren » invoegen.

Verantwoording

Het nieuwe wetsontwerp op de overheidsopdrachten zorgt voor uitbreiding van het toepassingsgebied van « aanbestedende overheid » in artikel 2,1º. Punt d zorgt er namelijk voor dat alle Belgische ziekenhuizen eveneens onder het toepassingsgebied vallen. Echter bestaat er discussie omtrent dit punt :

« ofwel de werkzaamheden in hoofdzaak gefinancierd worden door de overheden of instellingen vermeld in 1º, a, b, of c ».

Omtrent dit artikel bestaat nog enige discussie doordat sommige (privé-)ziekenhuizen beweren dat dit punt op hen niet van toepassing is.

Zonder op deze discussie te willen vooruitlopen, zou het wel impliceren dat indien dit punt op deze ziekenhuizen niet van toepassing is, er een discriminatie ontstaat tussen universitaire ziekenhuizen en privé-ziekenhuizen. Aangezien de universitaire ziekenhuizen onder toepassing van de wet zouden blijven (in tegenstelling tot de privé-ziekenhuizen) doordat geïnterpreteerd kan worden dat de universitaire ziekenhuizen onder overheidstoezicht staan :

« ofwel het beheer onderworpen is aan het toezicht van die overheden of instellingen ».

Geredeneerd wordt dat universitaire ziekenhuizen onder toezicht van de overheid staan doordat er een regeringscommissaris is toegewezen aan de verbonden universiteit.

Echter is dit toezicht op de universiteit en niet op het universitair ziekenhuis. Zeker aangezien de wettelijke basis van de regeringscommissaris op deelstaat-niveau (onderwijs) gebeurt en niet van toepassing op de ziekenhuizen wiens wettelijk kader federaal geregeld is. Bovendien zijn de ziekenhuizen wettelijk verplicht een eigen boekhouding en raad van Beheer aan te stellen (artikel 77 en artikel 10 van de wet op de ziekenhuizen) met eigen controlemechanismen.

Bovenstaand amendement bevestigt daarmee een feitelijke situatie en voorkomt een discriminatie tussen universitaire ziekenhuizen en privé-ziekenhuizen. Dit amendement voorkomt niet noodzakelijkerwijs dat de wet niet van toepassing zou zijn op de ziekenhuizen (er is dus géén inperking van het toepassingsgebied van artikel 2).

Jan STEVERLYNCK.

Nr. 4 VAN DE HEER BROTCORNE

Art. 2

In het eerste lid, 1º, een punt f invoegen, luidende :

« f. De privaatrechtelijke rechtspersonen, voor die opdrachten welke gesubsidieerd worden door de overheid ».

Verantwoording

Dit wetsontwerp betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten brengt de onafhankelijkheid en autonomie van privaatrechtelijke rechtspersonen in gevaar wat het beheer van hun privé-vermogen betreft (Universiteiten, ziekenhuizen, ziekenfondsen, enz.).

Als men de redenering van de regering volgt, wordt het volledige privé-vermogen van die privaatrechtelijke personen getroffen door de wetgeving op de overheidsopdrachten en onderworpen aan een rechtsregeling die totaal niets uitstaande heeft met privé-eigendom.

Er is echter geen gegronde reden om de activiteiten die een privé-persoon met behulp van zijn privé-vermogen ontplooit, te onderwerpen aan een bestuursrechtelijke rechtsregeling. Het Hof van Justitie en, recenter nog, de Raad van State, hebben zich niet over deze kwestie uitgesproken toen ze vaststelden welke rechtspersonen aan deze wetgeving onderworpen waren.

Als de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten wordt uitgebreid tot de opdrachten die de aanbestedende overheden met hun eigen fondsen gunnen, zullen hun administratieve verplichtingen enorm toenemen en zullen zij minder in staat zijn om te concurreren met de niet of minder gesubsidieerde privé-actoren in vergelijkbare sectoren.

Daarom wordt in dit amendement verduidelijkt dat dit wetsontwerp alleen van toepassing is op privaatrechtelijke rechtspersonen voor de opdrachten die gesubsidieerd worden door de overheid.

Christian BROTCORNE.