(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
De gezondheidswet voorziet in nieuwe regels voor de terugbetaling van de protonpompinhibitoren (PPI's). Tijdens de plenaire Senaatsvergadering van 26 mei 2005 (Parlementaire Handelingen, nr. 3-113, vraag om uitleg nr. 3-811 van senator Beke, blz. 62-63) antwoordde de geachte minister dat deze beslissing wetenschappelijk onderbouwd was.
1. Het klopt wellicht dat het budget van de PPI's, nadat ze uit hoofdstuk IV werden gehaald, ondanks de forse prijsdaling opnieuw gestegen is en dat er dus veel meer PPI's werden voorgeschreven.
Kan de geachte minister de evolutie meedelen van de uitgaven per maand en de « defined daily doses » (DDD's) voor de terugbetaling van PPI's de laatste vijf jaar in de publieke officina's en intramuraal ? Kan hij daarbij een onderscheid maken tussen originele PPI's en generieken ?
2. Kan hij voor dezelfde periode een overzicht geven van de RIZIV-uitgaven per maand voor gastroscopisch onderzoek ?
3. Ons geneesmiddelenbeleid houdt niet echt rekening met besparingen op langere termijn in andere sectoren van de gezondheidszorg, laat staan in andere sectoren zoals ziekteuitkeringen of werkverzuim. Is dat bij de voorbereiding van deze beslissing wel gedaan ? Op welke adviezen en/of welke studies is de beslissing gestoeld ?
4. Zal de geachte minister kunnen voorkomen dat er opnieuw duurdere geneesmiddelen worden voorgeschreven waarvoor gastroscopisch onderzoek noodzakelijk is ?
5. Beseft hij dat deze maatregel voor de patiënt en voor de artsen zeer verwarrend overkomt ?
Antwoord : In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de evolutie van de netto uitgaven van het RIZIV voor PPI's voor de periode 2000-2004. Het betreft de uitgaven voor generieken en kopieën (G + C) enerzijds en voor originele specialiteiten anderzijds. De farmaceutische specialiteit Pariet (28 × 10) staat apart vermeld omdat deze specialiteit van bij de aanvang opgenomen werd in hoofdstuk I van de lijst van vergoedbare farmaceutische specialiteiten. De overige specialiteiten behorende tot de groep van PPI's waren echter van in het begin opgenomen in hoofdstuk IV van voormelde lijst.
De totale netto uitgaven van de verzekering voor geneeskundige verzorging — voor de generieken en de kopieën, het Pariet 28 × 10 en de originele specialiteiten -zijn geëvolueerd van 90 038 916 euro in het jaar 2000 tot 133 722 502 euro in het jaar 2004. Dit is een stijging van 48,5 %.
De DDD's (defined daily doses) zijn in dezelfde periode toegenomen met 162,8 % van 53 560 350 DDD's in 2000 tot 140 786 435 DDD's in 2004 voor het totaal van de drie voormelde categorieën van specialiteiten.
Globaal gezien is in de loop der jaren de kost per DDD gedaald als gevolg van de introductie op de markt van (goedkopere) generieke specialiteiten.
Onderstaande gegevens hebben enkel betrekking op de uitgaven voor PPI's afgeleverd in publieke officina's. Het toediening van PPI's in ziekenhuizen is beperkt omdat het — met uitzondering van inspuitbare vormen ter preventie van onder andere stressulcus — louter om de verderzetting gaat van een reeds opgestarte behandeling, in de context van ambulante zorgverlening.
NET 2000 | NET 2001 | NET 2002 | NET 2003 | NET 2004 | |
Total G + C | 0 | 0 | 780 534 | 25 853 044 | 50 604 064 |
Total Pariet 28 × 10 | 0 | 35 866 | 3 391 593 | 12 590 586 | 13 181 139 |
Totaal originelen | 90 038 916 | 99 494 020 | 101 459 822 | 86 576 072 | 69 937 299 |
Totaal | 90 038 916 | 99 529 885 | 105 631 949 | 125 019 703 | 133 722 502 |
DDD 2000 | DDD 2001 | DDD 2002 | DDD 2003 | DDD 2004 | |
Total G + C | 0 | 0 | 1 201 893 | 43 226 629 | 87 390 748 |
Total Pariet 28 × 10 | 0 | 20 488 | 2 122 888 | 7 880 826 | 8 259 524 |
Totaal originelen | 53 560 350 | 62 240 073 | 64 924 152 | 55 677 571 | 45 136 163 |
Totaal | 53 560 350 | 62 260 561 | 68 248 933 | 106 785 026 | 140 786 435 |
In de tabel hieronder wordt een overzicht gegeven van de evolutie van de uitgaven van de verzekering voor geneeskundige verzorging en het hiermee gerelateerd aantal gevallen van gastroscopisch onderzoek voor de jaren 2000 tot en met 2004.
2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | ||||||
Code | Uitgaven (*) | Gevallen | Uitgaven (*) | Gevallen | Uitgaven (*) | Gevallen | Uitgaven (*) | Gevallen | Uitgaven (*) | Gevallen |
472415 | 1 832 966,10 | 23 895 | 1 627 381,23 | 20 876 | 1 332 474,22 | 16 848 | 1 031 148,25 | 12 614 | 897 776,92 | 10 816 |
472426 | 920 559,40 | 11 048 | 865 332,08 | 10 237 | 676 707,12 | 7 895 | 602 161,34 | 6 809 | 545 896,69 | 6 077 |
Tot | 2 753 525,50 | 34 943 | 2 492 713,31 | 31 113 | 2 009 181,34 | 24 743 | 1 633 309,59 | 19 423 | 1 443 673,61 | 16 893 |
472570 | 32 410,99 | 324 | 32 873,35 | 324 | 28 820,40 | 280 | 30 414,55 | 287 | 37 983,67 | 354 |
472581 | 35 531,41 | 357 | 33 987,52 | 336 | 31 260,13 | 304 | 33 597,77 | 318 | 30 453,04 | 284 |
Tot | 67 942,40 | 681 | 66 860,87 | 660 | 60 080,53 | 584 | 64 012,32 | 605 | 68 436,71 | 638 |
473056 | 25 851 936,47 | 277 282 | 26 544 528,55 | 280 406 | 26 880 338,63 | 280 145 | 25 784 038,80 | 260 229 | 26 788 821,43 | 266 365 |
473060 | 11 592 438,29 | 115 954 | 12 114 450,07 | 119 462 | 11 882 470,74 | 115 669 | 12 321 599,79 | 116 291 | 12 962 175,12 | 120 624 |
Tot | 37 444 374,76 | 393 236 | 38 658 978,62 | 399 868 | 38 762 809,37 | 395 814 | 38 105 638,59 | 376 520 | 39 750 996,55 | 386 989 |
473793 | 17 420,20 | 116 | 74 530,88 | 500 | ||||||
473 804 | 20 913,43 | 141 | 72 955,93 | 485 | ||||||
Tot | 38 333,63 | 257 | 147 486,81 | 985 | ||||||
Totaal | 40 265 842,66 | 428 860 | 41 218 552,80 | 431 641 | 40 832 071,24 | 421 141 | 39 841 294,13 | 396 805 | 41 410 593,68 | 405 505 |
Gegevens in euro. | ||||||||||
Code | Omschrijving | Datum |
472415-472426 | Fibrogastroscopie en/of fibrobulboscopie | 01-01-1985 |
472570-472581 | Fibrogastroscopie en/of fibrobulboscopie met wegnemen van tumors en/of coagulatie van letsels | 01-04-1997 |
473056-473060 | Fibroduodenoscopie (2e en 3e duodenum) | 01-01-1985 |
473793-473804 | Wegnemen van tumors en/of coagulatie van letsels (2e en 3e duodenum) | 01-07-2003 |
De omschrijving van de respectievelijke nomenclatuurcodes voor gastroscopisch onderzoek staat vermeld alsook de datum van inwerkingtreding van elke nomenclatuurcode, met het oog op terugbetaling vanuit de verzekering voor geneeskundige verzorging. Het betreft enkel nomenclatuurnummers die betrekking hebben op zuiver of gedeeltelijk diagnostische onderzoeken.
Gezien de gefaseerde introductie van nieuwe nomenclatuurcodes en eventuele onderlinge verschuivingen in het aanrekenen van een specifieke prestatie voor gastroscopisch onderzoek is het niet evident een gedetailleerde evaluatie te maken van de uitgaven voor gastroscopie.
Globaal gezien zijn de totale jaaruitgaven voor de periode 2000 tot en met 2004 licht gestegen van 40 265 843 euro in 2000 naar 41 410 594 euro in 2004. Het aantal gevallen is tijdens deze periode licht gedaald van 428 860 in het jaar 2000 tot 405 505 in het jaar 2004.
De procedurele behandeling van een aanvraag tot opname op de lijst van vergoedbare farmaceutische specialiteiten is wettelijk vastgelegd.
Conform artikel 4 van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten, gebeurt de beslissing omtrent het al dan niet opnemen, het wijzigen of het schrappen (...) na evaluatie van één of meer van de volgende criteria :
— de therapeutische waarde;
— de prijs van de farmaceutische specialiteit en de door de aanvrager voorgestelde vergoedingsbasis;
— het belang van de farmaceutische specialiteit in de medische praktijk in functie van de therapeutische en sociale behoeften;
— de budgettaire weerslag voor de verzekering, rekening houdend met de begrotingsdoelstellingen;
— de verhouding tussen de kosten voor de verzekering en de therapeutische waarde.
In de context van een verantwoord geneesmiddelen-beleid, zowel budgettair als op het niveau van de volksgezondheid, mag het uitzonderlijk belang van de resultaten van medisch wetenschappelijk onderzoek, conform de regels van « Evidence based medecine (EBM) » niet onderschat worden.
Wat de gerealiseerde groepsgewijze herziening van de protonpompinhibitoren en de H2.receptoranta-gonisten betreft, wil ik in het bijzonder wijzen op het verslag van de RlZIV-Consensusvergadering van mei 2003 over het Doelmatig gebruik van zuurremmers bij gastro-oesofagale reflux en dyspepsie en de werkzaamheden van de « werkgroep PPI en H2-RA » van de Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen.
EBM en het ontwikkelen van richtlijnen voor good medical practice zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Met respect voor het behoud van de vrijheid van voorschrift, zullen de resultaten van medisch wetenschappelijk onderzoek op termijn moeten leiden tot algemene richtlijnen van goede medische praktijk die voor én door de verschillende beroepsgroepen — met een bijzondere expertise ter zake — zullen tot stand komen.
De evolutie van het medisch wetenschappelijk denken van de voorbije jaren heeft onvermijdelijk consequenties voor een zinvolle en verantwoorde bijsturing van het geneesmiddelenbeleid, zowel budgettair als op het niveau van de volksgezondheid.
Daar ik mij ervan bewust ben dat de nieuwe bepalingen een administratieve overlast kunnen creëren, heb ik aan de Commissie voor terugbetaling van geneesmiddelen gevraagd de modaliteiten te herzien met het oog op een administratieve vereenvoudiging.