3-1370/3 | 3-1370/3 |
16 NOVEMBER 2005
Nr. 6 VAN DE HEER DUBIÉ
In de aanbevelingen, na het derde streepje van punt 2.3, een nieuw streepje invoegen, luidende :
« — de minister van Ontwikkelingssamenwerking aan te bevelen in landen met conflicten waarbij kindsoldaten zijn betrokken, die personen financieel en politiek te steunen die tegen zulke praktijken optreden. Deze laatsten worden immers vaak bedreigd, zelfs aangevallen of gedood door hen die er voordeel bij hebben die kinderen te rekruteren voor hun milities of strijdkrachten; ».
Verantwoording
Uit de hoorzittingen gehouden in het kader van de behandeling van deze resolutie is gebleken dat personen die in dergelijke landen de strijd aanbinden met de rekrutering van kindsoldaten, waar die schering en inslag is, vaak worden bedreigd of zelfs gedood door de politieke of militaire leiders die er baat bij hebben die kinderen te rekruteren voor hun strijdkrachten. Het is dus belangrijk erop te wijzen dat er financiële steun en bescherming moet gaan naar al wie in het kader van NGO's of van internationale instellingen zich bezighoudt met de demobilisatie, de rehabilitatie en de reïntegratie van die kinderen.
Josy DUBIÉ. |
Nr. 7 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE
In de considerans, punt 1.5 aanvullen als volgt :
« — Gelet op de wet van 5 augustus 1991 betreffende de in-, uit- en doorvoer van en de bestrijding van illegale handel in wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie;
— Gelet op de verklaring van de Eerste minister, de heer Verhofstadt, op de VN-Wereldtop van september 2005 waarin hij de lidstaten van de Verenigde Naties oproept zo snel mogelijk onderhandelingen te starten voor een internationaal wapenhandelverdrag, waardoor België zich officieel aansluit bij de voorstanders van een dergelijk verdrag op handel in lichte wapens; ».
Nr. 8 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE
In de considerans, punt 1.4 aanvullen als volgt :
« — Gelet op de gezamenlijke steunverklaring van de lidstaten van de Europese Unie, afgelegd op de vergadering van de Raad van de Europese Unie op 3 oktober 2005 ten voordele van een internationaal wapenhandelverdrag;
— Gelet op de Europese gedragscode betreffende wapenuitvoer van 8 juni 1998;
— Gelet op de resolutie inzake lichte wapens die werd aangenomen op de veertiende jaarlijkse Parlementaire Assemblee van de OVSE in Washington in juli 2005; ».
Nr. 9 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE
In de aanbevelingen, punt 2.2 aanvullen als volgt :
« — wetten, reglementen en administratieve procedures uit te werken opdat de productie en de uitvoer van lichte wapens effectief gecontroleerd zou kunnen worden en opdat illegale handel of verkoop aan niet-bevoegde bestemmelingen zou kunnen voorkomen worden; ».
Nr. 10 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE
In de aanbevelingen, punt 2.3 aanvullen als volgt :
« — een betere naleving van de bestaande wapenembargo's — in het bijzonder in gebieden waar kindsoldaten worden ingezet — en de strijd tegen de internationale illegale wapenhandel te ondersteunen;
— tijdens de Herzieningsconferentie van het VN-actieprogramma in 2006 de openingen van de onderhandelingen voor een juridisch binden internationaal wapenhandelsverdrag te ondersteunen, zodat er een beter toezicht komt op de handel van lichte wapens naar conflictgebieden waar kindsoldaten worden ingezet; ».
Verantwoording
In de inleiding van dit voorstel van resolutie wordt er reeds vermeld dat de problematiek van kindsoldaten niet los gezien kan worden van de problematiek van lichte wapens. Kinderen kunnen deelnemen aan de strijd omdat lichte wapens massaal in omloop zijn in conflictgebieden en bovendien zo eenvoudig hanteerbaar zijn dat kinderen van 10 jaar ze moeiteloos kunnen bedienen. De illegale handel in lichte wapens maakt de inzet van kindsoldaten in conflicten mogelijk. Het is bijzonder belangrijk toe te zien op de bestemming van de wapens om te voorkomen dat oorlogen gevoed worden met deze wapens en om te voorkomen dat kinderen ingezet worden in gewapende conflicten. We dienen daartoe politieke en wetgevende maatregelen te nemen om de verspreiding van de lichte wapens aan banden te leggen. Zowel het verhinderen van het verkeerdelijk gebruik van lichte wapens als de ongebreidelde verspreiding van lichte wapens naar conflictgebieden, verdienen een strengere aanpak. Zolang wapens vrijelijk ter beschikking staan van landen in conflict, blijft de terugdringing van het gebruik van lichte wapens door kindsoldaten een illusie.
Lionel VANDENBERGHE. |