(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
De Raad voor mededinging zou recentelijk een aantal klachten hebben ontvangen over het feit dat de openings- en sluitingsuren van apotheken een inbreuk zouden betekenen op de vrije concurrentieregels.
Nochtans is een apotheek geen gewone handelszaak en zijn geneesmiddelen geen gewone koopwaar, zeker niet als het voorschriftplichtige geneesmiddelen betreft. De wetgever heeft immers in het belang van de volksgezondheid, onder meer door de wet op de spreiding van officina's, geopteerd voor de verdeling van geneesmiddelen door een evenwichtig uitgebouwd net van deskundige en hooggeschoolde apothekers. De regering heeft vorig jaar trouwens ook beslist dat apothekers eerder moeten vergoed worden in de vorm van een farmaceutisch honorarium, dan via een winstmarge op de geneesmiddelen.
In tegenstelling tot andere handelszaken moeten apothekers samenwerken om de wachtdienst te verzekeren, om op die manier de dienstverlening aan de patiënt te verzekeren. Vrije openings- en sluitingsuren zouden bijvoorbeeld kunnen betekenen dat in een bepaalde regio alle apotheken tezelfdertijd zouden gesloten zijn. Anderzijds is het moeilijk een wachtdienst te organiseren en met name apothekers op te leggen een hele week permanent aanwezig te zijn als andere apothekers in de buurt zich niet aan de sluitingsuren houden.
1. Wat is het standpunt van de geachte minister ter zake ?
2. Houdt de Raad voor mededinging voldoende rekening met het specifieke karakter van een apotheek ?
3. Hoe moeten een aantal regels specifiek voor deze beroepsgroep worden afgewogen tegen de vrije concurrentieregels en het feit dat apothekers volgens de rechtspraak ondernemers zijn in de zin van de wet van 1 juli 1999 op de bescherming van de economische mededinging ?