3-866/2

3-866/2

Belgische Senaat

ZITTING 2004-2005

16 DECEMBER 2004


De problematiek van de toetreding van Turkije tot de Europese Unie


AMENDEMENTEN ingediend na de goedkeuring van het verslag


Nr. 1 VAN DE HEER VAN OVERMEIRE

De overwegingen en de aanbevelingen vervangen als volgt :

1. Overwegende dat de criteria van Kopenhagen enkel van toepassing zijn op Europese landen;

2. Herinnerend aan artikel 1 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, dat bepaalt : « Dit Verdrag markeert een nieuwe etappe in het proces van totstandbrenging van een steeds hechter verbond tussen volkeren van Europa »;

3. Aangezien Turkije geografisch slechts voor 4 % tot het Europees continent behoort;

4. Aangezien Turkije als islamitisch land niet de specifieke cultuur en geschiedenis deelt van de Europese landen, die zich kenmerken door een combinatie van Grieks-Romeinse, Germaanse en christelijke elementen, door verlichting en deconfessionalisering, industrialisering en democratisering, alsook door het trauma van de twee wereldoorlogen;

5. Aangezien Turkije historisch niet tot Europa behoort (cf. de val van Constantinopel (1453), de Slag bij Lepanto (1571) en het Beleg van Wenen (1683));

6. Herinnerend aan het feit dat het lekenkarakter van Turkije wordt afgedwongen door het Kemalistisch en vooral door een door het leger gedirigeerd regime;

7. Aangezien vorig jaar 20 000 Turken politiek asiel hebben gevraagd in Europa en gezien ons land in de eerste helft van dit jaar al 22 Turken als politiek vluchteling heeft erkend;

8. Aangezien Turkije nog steeds het noordelijke deel van Cyprus bezet, er het onrecht weigert te erkennen dat hiermee werd en wordt aangericht, en hiermee de facto een militaire agressie kan worden vastgesteld tegen een Europese lidstaat;

9. Aangezien Turkije nog zeer recentelijk heeft geweigerd Cyprus te erkennen;

10. Aangezien Turkije nog steeds de Armeense genocide door de laatste Ottomaanse regering (1915) weigert te erkennen;

11. Aangezien het lidmaatschap van Turkije er in één klap voor zal zorgen dat de Europese Unie grenst aan landen als Irak, Iran en Syrië;

12. Gelet op het feit dat in Turkije discriminaties op grond van godsdienst en geslacht nog steeds schering en inslag zijn;

13. Aangezien de rechten van de Koerdische minderheid in Turkije nog steeds met voeten worden getreden;

14. Herinnerend aan de stelling van de Europese Commissie dat nog steeds in groten getale wordt gefolterd en mishandeld in Turkse gevangenissen;

15. Aangezien Turkije een dermate grote sociaal-economische achterstand heeft, met een buitenlandse schuld van 118,3 miljard euro en met een gemiddeld inkomen dat per hoofd zo'n vier keer lager ligt dan dat van het EU-gemiddelde;

16. Herinnerend aan de impactstudie van de Europese Commissie, waaruit blijkt dat de integratie van Turkije tegen 2025 netto 16,5 tot 27,9 miljard euro extra zal kosten en aldus in de praktijk niet te realiseren is;

17. Aangezien het Turkse lidmaatschap een ongeziene immigratiegolf op gang zal brengen;

18. Aangezien een Deense opiniepeiling, uitgevoerd in november 2004, aantoont dat wanneer Turkije lid zou worden van de Europese Unie, 44 % van de Turken van plan is om buiten het land werk te vinden;

19. Overwegende dat Turkije volgens demografen tegen 2050 100 miljoen inwoners kan tellen en binnen relatief korte termijn zal uitgroeien tot de grootste Europese lidstaat;

20. Overwegende dat de toetreding van Turkije zal leiden tot een minder hechte en minder werkbare Europese Unie;

21. Aangezien het opiniepeilingsinstrument Eurobarometer van de Europese Commissie van maart 2003 stelt dat slechts 30 % van de Vlamingen akoord gaat met de Turkse toetreding;

22. Aangezien bij het overgrote deel van de EU-burgers grote scepsis bestaat over de Turkse toetreding tot de Europese Unie;

23. Aangezien de beslissing van de Europese Commissie op 6 oktober 2004 vooral was gestoeld op een door politieke correctheid gebaseerde « voldoende vooruitgang » en niet op basis van objectieve criteria;

24. Aangezien de Europese Raad niet gebonden is door de beslissing van de Europese Commissie, genomen op 6 oktober 2004;

25. Aangezien het afwijzen van een lidmaatschap geen geprivilegieerd partnership met Turkije uitsluit;

Bevelen we de regering aan :

A. zich op de Europese Raad van 16 en 17 december 2004 te kanten tegen het aanvatten van onderhandelingen met Turkije inzake zijn toetreding tot de Europese Unie;

B. op elk Europees forum het standpunt te verdedigen dat Turkije niet mag toetreden tot de Europese Unie

Dragen we de regering op deze resolutie te bezorgen aan de instellingen van de Europese Unie, de Raad van Europa, de Turkse regering en het Turks Parlement.

Karim VAN OVERMEIRE.

Nr. 2 VAN MEVROUW de BETHUNE C.S.

Na considerans 82, de inleidende zin van het dispositief vervangen als volgt :

« Stelt dat de Belgische regering zich op de Europese Raad van 16 en 17 december 2004 enkel kan uitspreken over het eventueel principieel opstarten van toetredingsonderhandelingen maar dat een datum voor het effectief opstarten van de toetredingsonderhandelingen afhankelijk is van het effectief vervullen van voormelde voorwaarden en voor zover : ».

Verantwoording

Een datum kan volgens CD&V pas vastgesteld worden nadat Turkije op overtuigende wijze voldaan heeft aan de politieke criteria. Hiermee sluit dit standpunt aan bij het rapport met de aanbevelingen van de Europese Commissie die evenmin een datum vooropgesteld heeft voor het opstarten van de toetredingsonderhandelingen.

Hoewel Turkije stevig verankerd moet blijven in de Europese structuren, toch voldoet het land in het licht van een aantal vaststellingen, niet aan de criteria van Kopenhagen en wel om de volgende redenen :

— In 2003 en 2004 werden nog honderden gevallen van foltering bij Turkse overheidsinstanties en mensenrechtenorganisaties gemeld. Bovendien werden in 2003 meer dan 2000 asielaanvragen door Turkse burgers om politieke redenen aanvaard door EU-lidstaten.

— De wetgeving inzake de strijd tegen foltering, inzake de versterking van vrijheid van meningsuiting, van godsdienstvrijheid, van vrouwenrechten, van de rechten van de minderheden en van de normen van de IAO moet eerst verder geconsolideerd en uitgebreid worden. Elke vorm van discriminatie van religieuze minderheden moet verboden worden.

— Elke vorm van corruptie, die een veel te grote impact op het politieke en het sociaal-economische leven heeft, moet bestreden worden.

— Een reeks hervormingen moet doorgevoerd worden waardoor de politieke macht van het leger aan banden wordt gelegd.

— Turkije heeft nog steeds niet de uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens ten uitvoer gelegd.

— De aanwezigheid van circa 30 000 Turkse soldaten in Cyprus en de niet-erkenning van de republiek Cyprus blijft een probleem voor de EU-lidstaten.

— Een hele reeks noodzakelijke wetten (bijvoorbeeld de wet op de verenigingen, nieuwe wetboek van strafrecht, wetboek van strafvordering, wetboek inzake penitentiaire voorschriften en maatregelen, ...) zijn nog niet aangenomen of van kracht geworden.

— De implementatie van de nieuwe wettelijke bepalingen in de Turkse samenleving laat nog veel te wensen over.

— Probleem van de minderheden en hun integratie is nog steeds onvoldoende opgelost.

Sabine de BETHUNE.
Luc VAN den BRANDE.
Erika THIJS.
Wouter BEKE.
Jan STEVERLYNCK.
Marc VAN PEEL.