3-813/1

3-813/1

Belgische Senaat

ZITTING 2003-2004

14 JULI 2004


Wetsvoorstel houdende instelling van een register met het oog op de preventie van seksuele misdaden en wanbedrijven ten aanzien van minderjarigen

(Ingediend door mevrouw Anne-Marie Lizin)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 22 september 1997 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 1-729/1 ­ 1996/1997).

Het is nu tijd om een les te trekken uit alle drama's die we hebben meegemaakt en het is de plicht van eenieder om vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid in die zin op te treden, ongeacht of dat op het wetgevende dan wel op het morele vlak is.

De hervorming van het strafregister was een belangrijke stap in die richting. De tweede stap die noodzakelijk lijkt, is de instelling van een specifiek register met het oog op de preventie van seksuele misdaden en wanbedrijven ten aanzien van minderjarigen.

Dit wetsvoorstel strekt ertoe de veiligheid van de minderjarigen te vergroten.

Door dit voorstel zullen immers alle veroordelingen wegens de in de artikelen 373 tot 377 van het Strafwetboek bedoelde feiten vermeld blijven in dat register, wanneer zij gepleegd werden op minderjarigen van minder dan zestien jaar oud, ook na een eventueel arrest van herstel in eer en rechten.

Dat register zal evenwel slechts gebruikt kunnen worden in beperkte en welbepaalde gevallen.

Er is nood aan een dergelijk register omdat het hier een bijzondere aangelegenheid betreft; dit soort misdaden en wanbedrijven laat bij de slachtoffers blijvende morele sporen na en er is ook heel vaak sprake van recidive.

Daar dit soort crimineel gedrag vaak terugkeert, kan de samenleving niet meer het risico nemen personen die veroordeeld zijn wegens zedenfeiten met geweld gepleegd op minderjarigen van minder dan zestien, nog een activiteit te laten uitoefenen die verband houdt met opvoeding.

Het principe van het eerherstel mag evenwel niet op losse schroeven worden gezet en wij moeten een systeem uitdokteren dat enerzijds elk individu met een gerechtelijk verleden in staat stelt een normaal sociaal leven te leiden en een beroepsactiviteit uit te oefenen en anderzijds de kinderen niet langer in gevaar brengt wegens gebrek aan informatie.

Dit wetsvoorstel strekt er dus toe in de wet een register op te nemen met het oog op de preventie van recidive van seksuele misdaden en wanbedrijven, gepleegd met geweld op minderjarigen van jonger dan zestien.

Het voorstel regelt de toegang tot de inlichtingen die in dit register worden opgetekend.

Uittreksels uit dit register kunnen slechts worden meegedeeld aan de betrokken persoon en op diens verzoek, wanneer hij solliciteert naar een baan in de sector van de opvoeding, de begeleiding of de bescherming van minderjarigen.

Het is de taak van de gemeenschappen hun wetgeving aan te passen en het gebruik van dit register verplicht te stellen in de door het voorstel beoogde gevallen.

Deze regeling biedt de in eer en rechten herstelde persoon alle kansen om een baan te vinden in andere beroepssectoren en zal zijn integratie in de samenleving misschien zelfs vergemakkelijken.

Anne-Marie LIZIN.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In titel VII van boek II van het Wetboek van Strafvordering wordt een hoofdstuk Ibis (nieuw) ingevoegd, onder het opschrift : « Register met het oog op de preventie van de recidive van seksuele misdaden en wanbedrijven ten aanzien van minderjarigen », dat de artikelen 602bis tot 602septies bevat, luidende :

« Art. 602bis. ­ Het register met het oog op de preventie van de recidive van seksuele misdaden en wanbedrijven ten aanzien van minderjarigen, hierna preventieregister genoemd, is een systeem van geautomatiseerde verwerking dat wordt bijgehouden onder het gezag van de minister die bevoegd is voor de Justitie, waarin overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk gegevens betreffende alle veroordelingen wegens en alle beslissingen omtrent de in de artikelen 373 tot 377 van het Strafwetboek bepaalde feiten die gepleegd zijn op minderjarigen onder de volle leeftijd van zestien jaar, geregistreerd, bewaard en gewijzigd worden.

Het preventieregister heeft tot doel de daarin geregistreerde gegevens mede te delen aan particulieren die relevante informatie moeten verstrekken over hun gerechtelijk verleden om een activiteit te kunnen uitoefenen op het gebied van onderwijs, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan jongeren, kinderbescherming, jongerenwerk of begeleiding van minderjarigen.

De gegevens worden geregistreerd door de griffies van de hoven en rechtbanken of door de dienst van het strafregister van het ministerie van Justitie.

Art. 602ter. ­ De griffiers zenden alle in het voorgaande artikel bedoelde veroordelingen en beslissingen over aan het preventieregister binnen drie dagen die volgen op de dag waarop ze in kracht van gewijsde zijn gegaan.

Ze zijn verantwoordelijk voor de conformiteit van de overgezonden gegevens met de door de rechtscolleges uitgesproken beslissingen.

Art. 602quater. ­ Zij die in de uitoefening van hun ambt meewerken aan het verzamelen, het verwerken of het overzenden van de in de artikel 602bis bedoelde gegevens, zijn gebonden door het beroepsgeheim. Artikel 458 van het Strafwetboek is op hen van toepassing.

Zij nemen alle maatregelen die nodig zijn om de veiligheid van de geregistreerde gegevens te waarborgen, waarbij zij inzonderheid verhinderen dat ze worden vervalst, beschadigd of meegedeeld aan personen die geen toestemming hebben om kennis ervan te nemen.

Zij moeten nagaan of de programma's voor de geautomatiseerde verwerking van de gegevens geschikt zijn en rechtmatig worden toegepast.

Zij moeten ervoor zorgen dat de gegevens op rechtmatige wijze worden overgezonden.

De identiteit van hen die om raadpleging van het preventieregister verzoeken, wordt geregistreerd in een controlesysteem. Deze gegevens worden gedurende zes maanden bewaard.

Art. 602quinquies. ­ De Koning kan maatregelen vaststellen die erop gericht zijn de veiligheid van de in het preventieregister opgenomen gegevens te waarborgen.

Art. 602sexies. ­ De uittreksels uit het preventieregister worden op de door de Koning bepaalde wijze afgegeven door de dienst van het strafregister van het ministerie van Justitie.

Art. 602septies. ­ Herstel in eer en rechten overeenkomstig de artikelen 621 tot 634 van dit Wetboek, heeft niet tot gevolg dat de in het preventieregister geregistreerde gegevens worden gewist. Het arrest waarbij herstel in eer en rechten wordt uitgesproken voor veroordelingen geregistreerd in het preventieregister, wordt niettemin geregistreerd achter de veroordelingen waarop dat herstel betrekking heeft zodat het kan worden vermeld bij de afgifte van de uittreksels. »

Art. 3

Artikel 634 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd door de wet van 7 april 1964, wordt aangevuld met het volgende lid :

« In afwijking van het eerste lid heeft herstel in eer en rechten geen gevolg voor de vermeldingen op de uittreksels uit het in artikel 602bis van dit Wetboek bedoelde preventieregister, uitgezonderd de vermelding van het arrest van herstel in eer en rechten. »

13 juli 2004.

Anne-Marie LIZIN.