Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-56

ZITTING 2001-2002

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 2089 van mevrouw Van Riet d.d. 3 mei 2002 (N.) :
Politie. ­ Selectie en rekrutering. ­ Vrouwelijke kandidaten. ­ Slagingspercentage.

Het koninklijk besluit van 30 maart 2001 betreffende de rechtspositie van het personeel van de politie, bepaalt dat het beleid van de minister inzake aanwerving en selectie van de personeelsleden van de politie voorbereid en uitgevoerd wordt door de Algemene Directie Personeel van de federale politie. Dit alles echter zonder afbreuk te doen aan de verantwoordelijkheden en opdrachten van SELOR.

Voortaan wordt elke kandidaat-politieman of -vrouw geselecteerd op een uniforme manier en volgens gelijkaardige procedures, en dit sedert 1 april 2001.

Eind februari 2002, dus 10 maanden na het lanceren van de nieuwe procedure schreven al meer dan 10 000 kandidaten zich in voor de selectieproeven voor het hulpkader, basiskader of officierenkader. Onder deze 10 000 kandidaten vindt men ongeveer 30 % vrouwelijke kandidaten terug. Alle kandidaat-politiemensen volgen dan hetzelfde selectieparcours dat bestaat uit 4 proeven, georganiseerd in een cascadesysteem.

Op basis van de drie eerste proeven en van het gesprek met de selectiecommissie wordt bepaald of de kandidaat geschikt is om politieambtenaar te worden. De kandidaat wordt dan uitgenodigd voor de vorming in één van de negen door de minister erkende opleidingscentra, of indien nodig, de federale school. Drie maanden voor het einde van deze opleiding kan de aspirant-inspecteur solliciteren voor een bediening bij hetzij de lokale hetzij de federale politie. Het is op die manier, dat in 2001, 1 044 aspirant-inspecteurs, waarvan 296 vrouwen, hun opleiding aangevat hebben. Slechts 1 kandidaat-inspecteur op 7 slaagt voor het geheel van de proeven.

Kan de minister mij antwoorden op de volgende vraag :

Wat is het slagingspercentage van de vrouwelijk kandidaten bij de proeven voor wat betreft de cognitieve vaardigheden, het persoonlijkheidsonderzoek, de fysiek en de medische proef en het gesprek met de commissie ?

Antwoord : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

De volgende schema's zijn een weergave van de slagingspercentages, per respectieve proef, van de mannelijke en de vrouwelijke kandidaten voor het hulpkader, het basiskader en het officierskader.

De gegevens hebben betrekking op de periode gaande van 1 april 2001 tot 12 mei 2002.

Hulpkader
­
Cadre d'auxiliaires
Proef cognitieve vaardigheden
­
Épreuve des aptitudes cognitives
Persoonlijkheidsproef
­
Épreuve de personnalité
Fysiek-medische
geschiktheidsproef
­
Épreuve d'aptitude physique
et médicale
Gesprek met
de selectiecommissie
­
Entretien devant la commission
desélection
Mannelijke kandidaten. ­
Candidats masculins
66,67 % 58,36 % 80,17 % 67,06 %
Vrouwelijke kandidaten. ­
Candidats féminins
73,23 % 66,94 % 70,78 % 86,73 %

In globo slaagt voor het hulpkader 8,80 % van de mannelijke kandidaten en 12,78 % van de vrouwelijke kandidaten.

Basiskader
­
Cadre de base
Proef cognitieve vaardigheden
­
Épreuve des aptitudes cognitives
Persoonlijkheidsproef
­
Épreuve de personnalité
Fysiek-medische
geschiktheidsproef
­
Épreuve d'aptitude physique
et médicale
Gesprek met
de selectiecommissie
­
Entretien devant la commission
de sélection
Mannelijke kandidaten. ­
Candidats masculins
62,05 % 47,04 % 78,51 % 68,48 %
Vrouwelijke kandidaten. ­
Candidats féminins
62,97 % 55,85 % 63,39 % 73,90 %

In globo slaagt voor het basiskader 10,21 % van de mannelijke kandidaten en 10,40 % van de vrouwelijke kandidaten.

Officierskader
­
Cadre d'officiers
Proef cognitieve vaardigheden
­
Épreuve des aptitudes cognitives
Persoonlijkheidsproef
­
Épreuve de personnalité
Fysiek-medische
geschiktheidsproef
­
Épreuve d'aptitude physique
et médicale
Gesprek met
de selectiecommissie
­
Entretien devant la commission
de sélection
Mannelijke kandidaten. ­
Candidats masculins
51,32 % 63,10 % 87,13 % 45,16 %
Vrouwelijke kandidaten. ­
Candidats féminins
53,54 % 55,08 % 69,49 % 47,83 %

In globo slaagt voor het officierskader 12,32 % van de mannelijke kandidaten en 9,73 % van de vrouwelijke kandidaten.

Wat het middenkader betreft, worden enkel aanwervingen gedaan met het oog op het invullen van gespecialiseerde betrekkingen. Tot op heden werd nog niet overgegaan tot dergelijke aanwervingen.

In vergelijking met de slagingspercentages van de mannelijke kandidaten kan dus afsluitend worden vastgesteld dat de slagingspercentages van de vrouwelijke kandidaten over het algemeen hoger liggen dan die van de mannelijke kandidaten, behalve voor de fysieke-medische geschiktheidsproef.

Wat betreft de percentages in globo, slagen meer vrouwelijke kandidaten voor het hulpkader en voor het basiskader.