2-1295/1 | 2-1295/1 |
8 OKTOBER 2002
Bij het totstandkomen van de zogenaamde Sint-Michielsakkoorden werd de rechtstreekse verkiezing van de deelstaatsparlementen geregeld bij bijzondere wet. De bijzondere wetgever opteerde voor een legislatuurparlement voor een periode van vijf jaar. De deelstaatsparlementen konden bijgevolg niet vervroegd ontbonden worden. Als motivatie werd de continuïteit van het beleid ingeroepen.
Nochtans kan een dergelijke constructie in geval van een regeringscrisis een deelstaatsparlement volledig lam leggen. Dat heeft de bijzondere wetgever ongetwijfeld niet gewenst. Vandaar is het niet onlogisch dat ook voor deelstaatparlementen vervroegde verkiezingen kunnen worden uitgeschreven, indien een crisis binnen de meerderheid uitzichtloos is. De voorliggende tekst stelt een procedure voor die analoog is met de procedure die in de Kamer van volksvertegenwoordigers wordt gehanteerd.
Joris VAN HAUTHEM. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 71, tweede lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen wordt opgeheven.
Art. 3
Artikel 73 van dezelfde bijzondere wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 73. Indien één of meer leden van de regering ontslag nemen, wordt in hun vervanging voorzien.
De regering heeft het recht de Raad te ontbinden wanneer hij, bij meerderheid van zijn leden :
1º hetzij een motie van vertrouwen in de regering verwerpt en niet binnen een termijn van drie dagen, te rekenen van de dag van de verwerping van de motie, een opvolger voor de voorzitter van de regering voordraagt;
2º hetzij en motie van wantrouwen tegen de regering aanneemt en niet tegelijk een opvolger voor de voorzitter van de regering voordraagt.
Bovendien kan de regering bij haar ontslag de Raad ontbinden, nadat die daarmee bij meerderheid van zijn leden heeft ingestemd.
Het ontbindingsbesluit bevat de oproeping van de kiezers binnen veertig dagen en de bijeenroeping van de Raad binnen twee maanden. »
Art. 4
Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
2 juli 2002.
Joris VAN HAUTHEM. |