Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-52

ZITTING 2001-2002

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 1561 van de heer Malcorps d.d. 26 september 2001 (N.) :
Bedrijfsongelukken. ­ Ontploffing in Toulouse. ­ Preventie in Belgiė.

De ontploffing van de meststoffenfabriek AZF in Toulouse waarbij een dertigtal doden vielen onder de werknemers maar ook veel burgers zwaargewond werden (maar liefst 1 170 gewonden, waarvan 650 zwaargewonden), roept de nodige vragen op. Het is nu wel duidelijk gebleken dat een dergelijke Seveso-installatie niet vlakbij een woonwijk thuishoort.

Kan de geachte minister mij meedelen of vergelijkbare productie-eenheden voor de aanmaak van meststoffen ook in ons land actief zijn en op welke afstand ze liggen van woonwijken ? Zijn de veiligheidsmaatregelen voldoende om bij het eventueel optreden van menselijke fouten bij de behandeling van gevaarlijke producten (cf. ammoniumnitraat) kettingreacties in industriėle zones of zware schade in woonzones binnen de ruimere omgeving te vermijden ?

In welke mate worden afstandsregels gehanteerd en gerespecteerd voor Seveso-installaties ? Is er over dit punt enig gestructureerd overleg met de gewesten, die in eerste instantie bevoegd zijn (cf. artikel 24 van het samenwerkingsakkoord) ?

Kan de geachte minister mij meedelen of de verschillende Seveso-bedrijven in ons land reeds over een extern noodplan beschikken, met de buiten de inrichting te nemen noodmaatregelen (dit in uitvoering van artikel 17 van het samenwerkingsakkoord) ? Zo ja, zijn de diensten voor de civiele bescherming voldoende voorbereid en uitgerust om eventueel uitvoering te geven aan deze externe noodplanning ?

De naar verluidt in Toulouse opgeslagen hoeveelheid ammoniumnitraat (300 ton) ligt nog binnen de veiligheidsmarges van de richtlijn (350 ton). Is de geachte minister vragende partij om de normering op Europees vlak te verstrengen ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden op zijn vraag.

In Belgiė beschikken drie bedrijven over vergelijkbare installaties met die van de AZF-fabriek te Toulouse : BASF te Antwerpen, Kemira te Saint-Ghislain (Tertre) en Rosier (Moustier).

De te treffen veiligheidsmaatregelen, zoals ze in de « Seveso II »-richtlijn 96/82/EG worden vermeld, zijn erop gericht om de gevolgen van een zwaar ongeval voor mens en milieu te beperken. In het samenwerkingsakkoord worden dezelfde strenge veiligheidsmaatregelen gehanteerd. Aangezien de oorzaak van de ontploffing in de meststoffenfabriek AZF te Toulouse momenteel nog onduidelijk is, is het thans niet opportuun om de bestaande wetgeving terzake in vraag te stellen. Om dezelfde reden is het ook nog te vroeg om uitspraken te doen omtrent een eventuele vraag tot verlaging van de drempelwaarden voor ammoniumnitraat.

Ruimtelijke ordening behoort tot de bevoegdheid van de gewesten. Met het oog op een goede werking van het samenwerkingsakkoord is er een permanente overlegstructuur, samengesteld uit vertegenwoordigers van de bevoegde overheden.

Enkel voor de zogenaamde « grote » of « drempel 2 »-inrichtingen dient een extern noodplan te worden opgesteld. Voor nagenoeg alle inrichtingen die reeds « Seveso »-plichtig waren op basis van de vorige « Seveso »-wet van 21 januari 1987 bestaat reeds een extern noodplan. Voor de andere inrichtingen kan het extern noodplan pas worden opgesteld wanneer de exploitant een veiligheidsrapport heeft ingediend. Het samenwerkingsakkoord voorziet de indiening ervan uiterlijk op 3 februari 2002.

Het opstellen van externe noodplannen voor deze Seveso II-inrichtingen zal gebeuren door de diensten van de provincie-gouverneurs, zoals dit ook voorheen reeds het geval was. Indien blijkt (tijdens oefeningen bijvoorbeeld) dat sommige hulpdiensten, waaronder de permanente eenheden van de civiele bescherming, niet voldoende zijn voorbereid of uitgerust om in noodgevallen uitvoering te geven aan deze nieuwe noodplannen, spreekt het vanzelf dat de nodige schikkingen zullen worden getroffen om deze situatie te verhelpen.