2-582/1

2-582/1

Belgische Senaat

ZITTING 2000-2001

27 NOVEMBER 2000


Wetsvoorstel tot instelling van een volksraadpleging over het stemrecht voor vreemdelingen

(Ingediend door de heer Joris Van Hauthem)


TOELICHTING


Het al dan niet toekennen van stemrecht aan niet-Europese vreemdelingen zorgt niet alleen voor grote breuklijnen in de coalitie en tussen partijen, maar kent ook voor- en tegenstanders in de samenleving.

Een volksraadpleging is een instrument van directe democratie dat niet lichtzinning mag worden gebruikt. Wanneer men echter vaststelt dat een bepaald thema een grote maatschappelijke relevantie heeft, vergt deze problematiek een breder dan een louter parlementair debat. Daarvoor is de volksraadpleging een geschikt middel.

Stemrecht is een van de meest essentiële rechten van de burgers. In het verleden werd de invoeging van de nationaliteit ­ en het daarmee samenhangende stemrecht ­ als het sluitstuk van een geslaagd integratieproces beschouwd. Die logica dreigt nu omgekeerd te worden. Zo stelt Mohamed Talhaoui in De Morgen van 24 april 2000 dat integratie « mensonterend » en « onderdrukkend » is. Het is zeer de vraag of de meerderheid van de burgers het eens is met deze omgekeerde logica.

Vandaag willen de Waalse partijen, gesteund door de linkse Vlaamse partijen, alsnog het stemrecht voor vreemdelingen realiseren. Sommige partijen geven in dit debat zelfs geen enkele blijk van welke ethische bevlogenheid dan ook, maar zeggen dit stemrecht te willen gebruiken om één welbepaalde partij electoraal uit te schakelen.

Het lijkt ons niet meer dan democratisch om in dit debat de wil van het volk te kennen en te respecteren. De enige manier om dit in de praktijk te brengen, bestaat in het organiseren van een volksraadpleging. Wie de mond vol heeft over « directe democratie » kan nu eindelijk eens bewijzen dat hij het serieus meent met de mening die leeft bij de bevolking. In zo'n belangrijk debat, met zo verregaande maatschappelijke gevolgen, mogen parlementsverkiezingen niet het enige moment zijn waarop de bevolking haar mening te kennen kan geven.

Joris VAN HAUTHEM.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2

Binnen veertig dagen na de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad, worden alle burgers, regelmatig ingeschreven op de kiezerslijsten voor de wetgevende verkiezingen, opgeroepen om met ja of neen te antwoorden op de volgende vraag :

« Mag aan inwoners die niet over de Belgische nationaliteit beschikken, stemrecht verleend worden ? »

Art. 3

De Koning bepaalt de nadere regels voor de organisatie van deze volksraadpleging, naar analogie van de in het Kieswetboek bepaalde regels met betrekking tot de verkiezing van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Art. 4

De kandidaten die bij de wetgevende verkiezingen van 13 juni 1999 voor de vernieuwing van de Kamer van volksvertegenwoordigers werden voorgedragen, mogen een effectieve en een plaatsvervangende getuige aanwijzen om de stemverrichtingen en de stemopneming bij te wonen.

Art. 5

De Raad van State doet in algemene vergadering uitspraak over de bezwaren die tegen onregelmatigheden van de kiesverrichtingen ingediend worden.

Art. 6

De uitslag van de volksraadpleging wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Joris VAN HAUTHEM.