(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
In de op 1 oktober 1999 goedgekeurde nota inzake de algemene beleidslijnen voor een globaal immigratiebeleid heeft de regering een audit aangekondigd van de diensten van het departement die betrokken zijn bij het vreemdelingenbeleid. In diezelfde nota werd ook een hervorming van de betrokken diensten aangekondigd, waarbij de federale administratie voor Immigratie (FAI) en de federale administratie voor Asiel (FAA) de opdrachten van de Dienst Vreemdelingenzaken zou overnemen. Deze beslissing was zeer zeker nodig. De werking van de Dienst Vreemdelingenzaken is reeds langer problematisch. Daarbij kan ik verwijzen naar de klachtenbehandeling bij het college van federale ombudsmannen. Het aantal klachten zegt genoeg. In het jaarverslag 1999 lezen we dat er 388 klachten inzake de werking van de diensten die betrokken zijn bij het vreemdelingenbeleid, bij het college werden ingediend. 95 % daarvan heeft betrekking op de werking van de Dienst Vreemdelingenzaken. Bijgevolg heeft 22 % van alle klachten die het college over de werking van de gehele administratie binnenkreeg betrekking op de werking van de betrokken dienst. Van de 170 afgesloten klachten komt het college tot het besluit dat er bij 62 sprake is van onbehoorlijk bestuur.
In het besluit en de aanbevelingen krijgen we een ruim overzicht van wat er zoal misloopt. Hieruit kunnen we besluiten dat er zich tussen de dienst en de betrokkenen steeds weer grote communicatieproblemen stellen. Er is vooral een probleem bij het verstrekken van visa. Er zijn geen handige brochures. De telefonische bereikbaarheid is beneden alle niveau. De motivering van weigeringsbeslissingen is te summier. Er zijn geen bindende termijnen, waardoor de redelijke termijn maar al te vaak wordt overschreden. Twee derde van de klachten die door het college van de federale ombudsmannen wegens onbehoorlijk bestuur worden weerhouden, betreffen het overschrijden van de redelijke termijn. Het personeelsgebrek zou echter veel verklaren. Dit alles wordt me ook bevestigd in mijn contacten met lokale besturen, waarbij ze zich beklagen over het overdreven papierwerk, de slechte bereikbaarheid en de onredelijke lange wachttermijnen.
In het debat in de plenaire zitting van de Senaat van 3 mei 2000 inzake de aanbevelingen van de commissie Binnenlandse Zaken hebt u verklaard dat de Dienst Vreemdelingenzaken dood is. U zou ook eerstdaags een wetsontwerp indienen, waarbij u rekening houdt met de verschillende disfuncties en een efficiënte werking vooropstelt.
Concreet zou ik u de volgende vragen willen stellen :
1. Zijn de resultaten van de audit reeds gekend en wanneer wordt het Parlement daarvan op de hoogte gesteld ?
2. Hoever staat men bij de kwalitatieve reorganisatie van de diensten ? Is er een nieuw personeelsprofiel en heeft u reeds zicht op de invulling ervan voor de FAA ? Wanneer wordt dit wetsontwerp in het Parlement neergelegd ?
3. Zijn er reeds informatiebrochures betreffende de algemene voorwaarden voor de toekenning van de meest gebruikelijke types visa ? Komen er bindende termijnen voor de afhandeling van deze aanvragen ? Komt er een informatie-ambtenaar die de mensen wegwijs maakt in de vreemdelingenmaterie ?
Antwoord : Het aantal bij het college van federale ombudsmannen opgenomen klachten is afhankelijk van de aard van de opdracht van de dienst alsook van het aantal dossiers dat zij moet verwerken.
Een van de prioriteiten van de regering is de hervorming van de immigratie- en asieldiensten.
Voor de hervorming van de immigratiedienst (Dienst Vreemdelingenzaken) dient echter niet gewacht te worden op de hervorming van de asielprocedure. Sinds enige tijd ben ik in overleg met mijn collega van Openbaar Ambt om deze dienst te hervormen.
Om redenen van coherentie heb ik echter gewacht tot de globale principes van de hervorming van de federale administratie zijn gekend om vervolgens de Dienst Vreemdelingenzaken in die geest te hervormen.
Aangezien recent de Ministerraad in de Copernicusnota deze principes heeft goedgekeurd zal binnenkort gestart worden met de re-engineering van de werkprocessen binnen de Dienst Vreemdelingenzaken. Daartoe zal wellicht met een extern consultancy bureau een overeenkomst worden afgesloten.
De informatiebrochures met betrekking tot de visa-afgifte zijn klaar. Er komen geen bindende termijnen voor de afgifte ervan doch wel streeftermijnen. Ik wens het geachte lid erop te wijzen dat onder de vreemdelingenwet, buiten een aantal situaties, de afgifte van visa geen recht is.
Bovendien ben ik reeds begonnen met de hervorming van de werking van de dienst Visa binnen de Dienst Vreemdelingenzaken. Zo heb ik met mijn collega van Buitenlandse Zaken nieuwe afspraken gemaakt.
In principe zal vanaf 1 oktober 2000 de afgifte van visa quasi volledig door mij gedelegeerd worden aan onze diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen in het buitenland. De Dienst Vreemdelingenzaken zal zich toeleggen op de opmaak van instructies, het beheer en analyse van de visa-afgifte en de inspectie op de posten.
Daartoe worden de 36 belangrijkste diplomatieke posten momenteel geïnformatiseerd en verbonden aan het computernetwerk van de Dienst Vreemdelingenzaken.
Vanaf 1 oktober 2000 zal de afgifte veel sneller en efficiënter kunnen verlopen.