2-33/1

2-33/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 1999

7 SEPTEMBER 1999


Voorstel van bijzondere wet tot afschaffing van de faciliteiten in de randgemeenten (1)

(Ingediend door de heren Wim Verreycken en Joris Van Hauthem)


TOELICHTING


Dit voorstel moet samengelezen worden met ons voorstel van bijzondere wet tot definitieve vastlegging van de grens tussen Vlaanderen en Wallonië en tot afschaffing van de faciliteiten in de taalgrensgemeenten (Stuk Senaat, 2-34/1).

Dit voorstel beoogt de gemeenten in Vlaanderen met faciliteiten voor Franstaligen rond Brussel. Hier worden de faciliteiten onmiddellijk afgeschaft. De faciliteiten waren immers uitdovend bedoeld, maar in de praktijk dreigt dikwijls een toestand van effectieve tweetaligheid of volledige verfransing te ontstaan.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2

Met de taalwetten van 1962 en 1963 kregen de Franstaligen in 18 gemeenten faciliteiten. Het ging meer bepaald om zes gemeenten rond Brussel (Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem) en twaalf gemeenten langs de Vlaamse zijde van de toen vastgelegde Vlaams-Waalse grens, namelijk Mesen, Spiere, Helkijn, Ronse, Bever, Herstappe, Moelingen, 's Gravenvoeren, Sint-Pieters-Voeren, Sint-Martens-Voeren, Remersdaal en Teuven. Na de fusie gaat het nog om twaalf gemeenten.

Aanvankelijk werd het stelsel van de faciliteiten voorgesteld als een middel om de Franstaligen in Vlaanderen de kans te bieden zich aan te passen. In de praktijk werden de faciliteiten een bron van verdere verfransing, een middel voor de Franstaligen om zich vooral niet aan te passen.

Na bijna 35 jaar is bewezen dat de faciliteiten niet tot het beoogde resultaat geleid hebben. Om de verdere verfransing te stoppen, moeten de faciliteiten onmiddellijk afgeschaft worden. Dit voorstel van bijzondere wet beoogt dat doel voor de randgemeenten rond Brussel.

Wim VERREYCKEN.
Joris VAN HAUTHEM.

VOORSTEL VAN BIJZONDERE WET


Artikel 1

Deze bijzondere wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2

Worden opgeheven in de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966 :

1º artikel 7;

2º in artikel 13, § 3, tweede lid, 2º, de woorden « of een randgemeente »;

3º de afdeling IV van hoofdstuk III;

4º het tweede lid van artikel 39, § 2;

5º artikel 65bis .

Wim VERREYCKEN.
Joris VAN HAUTHEM.

(1) Dit voorstel van bijzondere wet werd reeds in de Senaat ingediend op 4 december 1997, onder het nummer 1-804/1 - 1997/1998.