(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
In een artikel betreffende de onwettige ambtshalve afnames door het ministerie van Financiën in de VVSG-Nieuwsbrief van 16-29 februari 1996 lezen wij het volgende : « ... Ten derde kregen de gemeenten die het aandurfden onmiddellijk naar het ministerie te bellen, een uitleg in de zin van « het zal wellicht dit of dat geweest zijn », zonder enige details. Ze werden bovendien geconfronteerd met een vaak Nederlandsonkundige administratie. »
Ook andere bronnen bevestigen mij dat de centrale diensten van het ministerie van Financiën, bij gebrek aan officieel tweetalige ambtenaren (ambtenaren die slaagden in het tweede-taal-examen) steeds meer bevolkt worden door ééntalige Franstaligen.
Kan de geachte minister mij in dit verband meedelen hoeveel ambtenaren er op dit ogenblik tewerkgesteld zijn in elk van de vier niveaus, zowel voor de centrale diensten, voor de diensten bevoegd voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als voor de diensten bevoegd voor de gemeenten met bijzonder taalstatuut ?
1. Hoeveel ambtenaren zijn er, in elk van de vier niveaus, op dit ogenblik tewerkgesteld in de Nederlandse, de Franse en eventueel de Duitse taalrol ?
2. Hoeveel van deze ambtenaren (volgens dezelfde onderverdeling) slaagden in het taalexamen dat normalerwijze noodzakelijk is om in deze centrale of Brusselse diensten te kunnen werken ?