1-8

1-8

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCE DU JEUDI 9 NOVEMBRE 1995

VERGADERING VAN DONDERDAG 9 NOVEMBER 1995

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER VAN HAUTHEM AAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN OVER « DE LIJST VAN SUBVERSIEVE VERENIGINGEN »

QUESTION ORALE DE M. VAN HAUTHEM AU VICE-PREMIER MINISTRE ET MINISTRE DE L'INTÉRIEUR SUR « LA LISTE DES ASSOCIATIONS SUBVERSIVES »

De Voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Van Hauthem aan de Vice-Eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over « de lijst van subversieve verenigingen ».

Het woord is aan de heer Van Hauthem.

De heer Van Hauthem (Vl. Bl.). ­ Mijnheer de Voorzitter, de krant Le Soir van 14 en 15 oktober laatstleden vermeldt de lijst van zogenaamde « subversieve verenigingen », die door de Staatsveiligheid en de rijkswacht in het oog moeten worden gehouden. Die lijst is door de minister van Binnenlandse Zaken goedgekeurd en wordt om de zes maanden geactualiseerd door de rijkswacht. Ook het Vlaams Blok figureert reeds sedert jaren op deze lijst.

Welk criterium wordt gehanteerd om een partij als het Vlaams Blok op deze lijst te zetten ?

Welke wettelijke middelen staan de bevoegde diensten ter beschikking om het Vlaamse Blok te viseren ?

Betekent dit dat parlementsleden en andere verkozenen gevolgd of geschaduwd worden door de bevoegde diensten ?

Betekent dit dat ook gewone leden en militanten van het Vlaams Blok gevolgd of geschaduwd kunnen worden ?

Betekent dit dat Vlaamse Blok-leden geficheerd worden ?

Betekent dit dat de bevoegde diensten het Vlaams Blok mogen en kunnen infiltreren ?

Betekent dit dat telefoons van Vlaams Blokkers kunnen worden afgetapt ?

Wat gebeurt er met de opgestelde rapporten ?

Ik ben van oordeel dat het volgen door de overheid op bevel van de minister van Binnenlandse Zaken, van een politieke partij als het Vlaams Blok, die de democratische rechtsregels respecteert, die openlijk voor haar programma uitkomt en die geen illegale activiteiten ontwikkelt, regelrecht ingaat tegen de grondbeginselen van wat een democratische rechtsstaat zou moeten zijn.

De Voorzitter. ­ Het woord is aan Vice-Eerste minister Vande Lanotte.

De heer Vande Lanotte, Vice-Eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. ­ Mijnheer de Voorzitter, dit onderwerp duikt regelmatig op, een beetje zoals het monster van Loch Ness. Het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken is telkens weer hetzelfde, namelijk dat de lijst van die organisaties niet bekend gemaakt wordt. Ik zal dat evenmin als mijn voorgangers vandaag dus ook niet doen.

Bij deze gelegenheid wil ik wel een misverstand uit de weg ruimen. Het gaat niet zozeer over een lijst van extremistische en subversieve groeperingen ­ zoals men het altijd wil doen voorkomen ­ al zijn er extremistische groeperingen bij. Een democratische rechtsstaat heeft er alle belang bij extremistische groeperingen te volgen, voor zover de wet dit toelaat. Bovendien mag er niet worden afgeluisterd, omdat de wet dat verbiedt.

In deze lijst worden in de eerste plaats organisaties opgenomen die een bedreiging vormen voor de openbare orde. Dat wil ik toch speciaal benadrukken.

Deze lijst is in feite een werkinstrument voor de politiediensten, vooral voor de administratie van de rijkswacht, die over voldoende elementen moeten beschikken om verstoringen van de openbare orde te kunnen voorkomen. Dit werkinstrument wordt wel vaker verkeerd geïnterpreteerd. Zoals ik al zei in de Kamer, is dit werkinstrument onlangs nog nuttig gebleken bij incidenten in een aantal gemeenten, bijvoorbeeld in Moeskroen en Komen.

Het is inderdaad nodig groepen die weigeren afspraken met politie of rijkswacht te maken of zich daaraan te houden, wat meer van nabij te volgen.

Voor het overige meen ik dat de heer Van Hauthem zich al te graag de rol van martelaar toeschrijft. Op dat punt moet ik hem teleurstellen : wij hebben geenszins de bedoeling parlementsleden van het Vlaams Blok te laten volgen. Wij hebben wel wat beters te doen dan dat.

De Voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Van Hauthem voor een repliek.

De heer Van Hauthem (Vl. Bl.). ­ Mijnheer de Voorzitter, ik ben het althans met de laatste uitspraak van de minister eens, namelijk dat de Staatsveiligheid en de rijkswacht wel wat beters te doen hebben dan parlementsleden van het Vlaams Blok te schaduwen.

Ik ben het niet eens met zijn uitleg dat het hier alleen maar gaat om een lijst die rijkswacht en politie moet in staat stellen om met de bedoelde verenigingen contact te leggen met het oog op eventuele preventieve maatregelen inzake de handhaving van de openbare orde. Daarvoor is zo een lijst helemaal niet nodig. Een eenvoudig telefoontje van de rijkswacht naar dergelijke verenigingen om te informeren hoeveel deelnemers er zullen zijn op een eventuele geplande betoging en of daaraan mogelijk andere acties verbonden worden, volstaat.

De minister zegt dat de lijst niet wordt bekend gemaakt, maar het is toch al te duidelijk dat er geregeld lekken worden georganiseerd met de bedoeling eventuele kiezers of kandidaat-leden af te schrikken.

Wat de handhaving van de openbare orde betreft, verwijst de minister naar manifestaties waarbij afspraken met rijkswacht en politie niet werden nagekomen. Als dat echt de reden is om de betrokken verenigingen op deze lijst te zetten, dan moet ik hem dringend aanmanen om bijvoorbeeld ook de vakbonden daarin op te nemen. Ook zij kondigen hun acties zeker niet altijd aan of volgen vaak niet het afgesproken traject van een betoging. Overigens moeten dan ook onderwijs- of studentenverenigingen, die af en toe ook wel eens betogen en van het vastgestelde parcours afwijken, op de lijst worden gezet. Deze uitleg van de minister is duidelijk te gek om los te lopen.

De Staatsveiligheid had er ongetwijfeld beter aan gedaan andere partijen wat meer van nabij te volgen. Dan waren wij misschien niet geconfronteerd met al die duistere affaires van de voorbije jaren.

De Voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.