Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-949

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) d.d. 26 januari 2021

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee

Vluchtelingen - Huurmarkt - Schijnmakelaars - Strijd - Maatregelen - Overleg met het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars (BIV), met de Vlaams minister van Wonen en met de staatssecretaris voor Asiel en Migratie

woningbeleid
vluchteling
asielzoeker
makelaar
onroerendgoedmarkt
georganiseerde misdaad

Chronologie

26/1/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 25/2/2021)
23/6/2021Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-950

Vraag nr. 7-949 d.d. 26 januari 2021 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Wonen is een aangelegenheid van de Gewesten, maar de toegang tot het beroep en Justitie zijn (grotendeels) een federale bevoegdheid.

Op 5 december 2020 verscheen er in De Standaard het artikel «Undercover op de huurmarkt voor vluchtelingen», en op 7 december 2020, in dezelfde krant, het artikel «De schande van de schijnmakelaar».

Beide artikels gaan over hetzelfde onderwerp, namelijk ware maffiapraktijken op de huurmarkt door zogenaamde schijnmakelaars ten behoeve van vluchtelingen die geen woonst vinden. Via Facebookgroepen van de Arabische gemeenschap maken deze schijnmakelaars reclame voor hun lucratieve handel in huurwoningen.

Het onderzoek dat De Standaard zelf gevoerd heeft en in één van de artikels beschrijft, toont aan dat het bewuste netwerk van deze makelaars een omvang heeft dat nauwelijks te overschatten is. Niet enkel schijnmakelaars zijn zo actief, er zijn ook talloze vreemdelingen die als bemiddelaars optreden om zo ook een deel van de koek te krijgen. Vluchtelingen die het wagen om iemand in te lichten over de praktijken worden bedreigd door de schijnmakelaars. Een wijdverspreid maffianetwerk, waar actie moet tegen ondernomen worden.

Ik heb in het Vlaamse Parlement over deze problematiek reeds Vlaams minister van Wonen, Matthias Diependaele, bevraagd (vraag om uitleg nr. 997 (2020-2021) van 7 januari 2021, https://www.vlaamsparlement.be/commissies/commissievergaderingen/1459038/verslag/1461511). Hij vond dat het misbruik maken van mensen in een dergelijke kwetsbare situatie, om er eigen financieel gewin uit te halen, absoluut onaanvaardbaar is. Strafbare feiten zijn een federale bevoegdheid en daarom richt ik mij tot u. De wettelijke regeling van het beroep van makelaars is een federale bevoegdheid en het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars (BIV) kan hiertegen optreden. De administratie van Vlaams minister Diependaele zou contact opnemen met de federale bevoegde collega's om dit probleem aan te pakken. Minister Diependaele stelde dat het huidige migratiebeleid niet afgestemd is op de huidige woningmarkt en er rechtstreeks extra druk op uitoefent.

Hieromtrent enkele vragen:

1) Wat is uw visie over deze wijdverspreide maffiapraktijken in de huursector?

2) Welke stappen gaat u ondernemen om deze praktijken af te remmen en te stoppen?

3) Heeft het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars (BIV) contact met u opgenomen of heeft u met hen overlegd om te zien waar u vanuit uw bevoegdheid kan helpen om deze praktijken aan te pakken?

4) Heeft de administratie van Vlaams minister van Wonen, Matthias Diependaele, contact met u opgenomen om deze problematiek te bespreken? Wat is er uit dit contact naar voor gekomen? Hebt u garanties gegeven dat u de problematiek zou aanpakken?

5) Gaat u over deze problematiek ook met uw collega staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Sammy Mahdi, overleggen aangezien het duidelijk gerelateerd is aan het migratiebeleid en de stijgende druk op de woningmarkt hierdoor?

6) Welke initiatieven gaat u nog nemen om dergelijke praktijken in de toekomst te vermijden?

Antwoord ontvangen op 23 juni 2021 :

1) Dergelijke verderfelijke praktijken waarvan kwetsbare personen het slachtoffer zijn, moeten uiteraard worden bestreden op alle niveaus en in alle milieus die geviseerd worden door malafide individuen die misbruik willen maken van de kwetsbare positie of situatie van bepaalde personen.

Bovendien is het ook mogelijk dat in deze problematiek linken bestaan met het misdrijf mensenhandel, dat eveneens streng moeten worden aangepakt.

Artikel 433decies van het Strafwetboek bepaalt dat het misbruik maken van andermans kwetsbare toestand door de verkoop, verhuur of terbeschikkingstelling van goederen met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren, ofwel huisjesmelkerij, strafbaar is.

Diegene die rechtstreeks of via een tussenpersoon misbruik maakt van de kwetsbare toestand van een persoon ten gevolge van zijn onwettige of precaire administratieve toestand, zijn precaire sociale toestand, zijn leeftijd, zwangerschap, een ziekte dan wel een lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid door, met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren, een roerend goed, een deel ervan, een onroerend goed, of een (studenten)kamer te verkopen, te verhuren of ter beschikking te stellen in omstandigheden die in strijd zijn met de menselijke waardigheid, wordt bestraft met een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met geldboete van vijfhonderd euro tot vijfentwintigduizend euro. De boete wordt zo veel keer toegepast als er slachtoffers zijn.

Daarnaast kan gewezen worden op de wet van 11 februari 2013 houdende de organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 2013). Deze wetgeving legt ook correctionele strafbepalingen vast ten aanzien van nepmakelaars.

Personen die, zonder daartoe gemachtigd te zijn, zich openbaar een beroepstitel van vastgoedmakelaar toe-eigent, evenals hij die een titel voert of die aan de beroepstitel die hij voert een vermelding toevoegt, welke tot verwarring kan leiden met die van vastgoedmakelaar, worden bestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van 500 euro tot 5 000 euro of met slechts een van die straffen alleen.

Wonen en huisvesting vallen echter onder de bevoegdheden van de Gewesten. Ook op het gewestelijk niveau bestaat een wettelijk kader voor de bestrijding van bijvoorbeeld krotverhuur.

Uiteraard kan een strafbaar feit alleen worden vastgesteld als er een klacht is, hetzij van het slachtoffer zelf, hetzij van een derde. Of het hier dan gaat om de politie, een gemeentelijke, gewestelijke of bepaalde federale ambtenaren, artikel 29, alinea 1, van het Wetboek van strafvoordering verplicht iedere ambtenaar die in de uitoefening van zijn ambt kennis krijgt van een misdaad of van een wanbedrijf, dit te melden aan de procureur des Konings.

Tot slot dienen in deze context toch een paar punten geduid te worden.

In de vraag wordt verwezen naar het feit dat de onaangepastheid van het huidige migratiebeleid aan de bestaande woningmarkt, waardoor deze laatste onder druk komt te staan.

Ten eerste is het probleem van de verhuur van woningen die niet voldoen aan de kwaliteitsnormen, tegen exorbitante prijzen, via nepmakelaars, veel breder en treft het niet enkel vluchtelingen of migranten maar verscheidene kwetsbare groepen in de samenleving.

Ten tweede; wanneer een persoon om internationale bescherming verzoekt, wordt hij of zij gedurende de gehele procedure opgevangen binnen een opvangcentrum van Fedasil.

Asielzoekers worden pas een potentieel doelwit voor deze malafide makelaars of netwerken wanneer zij deze opvangcentra dienen te verlaten. Dit kan zich ook voordoen wanneer de erkende vluchteling binnen een betrekkelijk korte termijn zelf een woning op de reguliere woningmarkt moet zien te vinden, maar ook wanneer de aanvraag wordt afgewezen en hem wordt gevraagd het grondgebied te verlaten. In dit laatste geval kunnen deze mensen een gemakkelijke prooi vormen omwille van het illegale karakter van hun verblijf in België.

2) De problematiek van huisjesmelkerij wordt door Justitie al strafrechtelijk aangepakt.

Huisjesmelkerij wordt vervolgd als autonoom misdrijf, op basis van de artikelen 433decies tot 433quinquiesdecies van het Strafwetboek.

Op basis van voornoemde artikelen werden in 2016 zo 17 veroordelingen uitgesproken, in 2017 werden 28 huisjesmelkers veroordeeld, en in 2018 en 2019 waren dit er respectievelijk 22 en 14.

Huisjesmelkerij onderscheidt zich van het misdrijf mensenhandel. Rekening houdend met hun kwetsbaarheid, zouden de slachtoffers van huisjesmelkerij evenwel tevens slachtoffers van mensenhandel kunnen zijn en omgekeerd.

In het kader van het onderzoek naar en het vaststellen van het misdrijf huisjesmelkerij zullen de gerechtelijke instanties telkens ook de nodige aandacht besteden aan mogelijke verbanden met het misdrijf mensenhandel.

Daarnaast werkt het openbaar ministerie ook samen met de regionale overheden om misdrijven te vervolgen die gepleegd werden binnen de domeinen waarin de Gewesten of Gemeenschappen bevoegd zijn om straffen te bepalen.

Als voorbeeld kan gewezen worden op de gemeenschappelijke omzendbrief COL 04/2019 die de prioriteiten afbakent waarvoor een strafrechtelijke afhandeling mogelijk wordt van feiten die op grond van de Vlaamse regelgeving gesanctioneerd kunnen worden. Tot deze prioriteiten behoort ook de aanpak van de krotverhuur, door de strafrechtelijke handhaving van minimale woningkwaliteitsnormen; en de bestrijding van de fraude in het kader van de sociale woningverhuur.

De concrete bestrijding van het fenomeen van de nepmakelaardij gebeurt ook op basis van regelmatige controles op de onbewoonbaarheid van woningen door de bevoegde inspectiediensten, hetgeen een regionale verantwoordelijkheid is.

Het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars (BIV) ziet er op toe dat de regels die toegang geven tot het beroep van vastgoedmakelaar ook effectief worden nageleefd. Nepmakelaars zijn geen vastgoedmakelaars (dat wil zeggen daartoe gemachtigd door het BIV).

Het BIV staat in voor de opsporing van deze nepmakelaars. Dossiers worden geopend op basis van klachten van vastgoedmakelaars, van derden of op basis van controles, onderzoeken, en vaststellingen door de detectives van het BIV.

Deze dossiers worden dan overgemaakt aan de gerechtelijke instanties voor verdere afhandeling.

Het BIV ressorteert onder de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s. Voor verdere details over de werking van het BIV wordt dan ook verwezen naar de bevoegde minister.

3) Het BIV heeft bij mijn weten geen contact opgenomen over het onderwerp van deze vraag.

4) De administratie van de Vlaamse minister van Wonen, Matthias Diependaele, heeft bij mijn weten geen contact opgenomen om deze problematiek te bespreken.

5) Natuurlijk is het altijd mogelijk om de regels te verbeteren. De staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Sammy Mahdi, is niet rechtstreeks verantwoordelijk voor deze kwestie. De bestrijding van dit verschijnsel moet ook regelmatige controles van het gebrek aan hygiëne omvatten, hetgeen een lokale bevoegdheid is.

6) Justitie staat ten dienste van de burgers. Daarom zullen de mogelijkheden van juridische bijstand voor kwetsbare bevolkingsgroepen die geconfronteerd worden met een veelheid aan juridische en sociale problemen, geëvalueerd worden en zal bijgestuurd worden waar nodig.

Het strafrechtelijk beleid met betrekking tot de problematiek van huisjesmelkerij en nepmakelaardij, en de samenwerking ter zake met de verschillende bevoegde overheden en instanties zal worden verdergezet.

Aangezien er mogelijke verbanden kunnen zijn met het fenomeen mensenhandel, kan ook verwezen worden naar de uitvoering van de Nationale Actieplannen Mensenhandel en Mensensmokkel, specifiek met aandacht voor kwetsbare groepen.

Binnen de Federale regering wordt, in uitvoering van het regeerakkoord, de strijd tegen zowel mensenhandel als mensensmokkel opgevoerd. Hierbij horen voldoende middelen, voor alle gespecialiseerde diensten, magistraten, politie- en inspectiediensten, enz. Er zal ook geïnvesteerd worden in de slachtofferdetectie, met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen.

Verder zal, eveneens in uitvoering van het regeerakkoord, de Federale regering investeren in de oriëntatie van migranten en personen zonder wettig verblijf op het Belgische grondgebied teneinde transparante en volledige informatie te verstrekken over de mogelijkheden inzake asiel, verblijf en terugkeer, en hen sneller en gerichter te begeleiden naar bestaande verblijfsprocedures of terugkeer.

Voor meer details wordt verwezen naar de bevoegde regeringsleden.