Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-899

van Latifa Gahouchi (PS) d.d. 3 december 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie, belast met Noordzee

Partnergeweld - Aanbevelingen van de Senaat (doc. nr. 7-123/2) - Uitvoering - Nationaal actieplan ter bestrijding van alle vormen van gendergerelateerd geweld - Goedkeuring - Interministeriële Conferentie «Vrouwenrechten» - Tijdsschema

gendermainstreaming
actieprogramma
huiselijk geweld
rechten van de vrouw
gelijke behandeling van man en vrouw

Chronologie

3/12/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 7/1/2021)
7/1/2021Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-900
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-901

Vraag nr. 7-899 d.d. 3 december 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Op 26 juni 2020 heeft het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen van de Senaat na maanden van werkzaamheden en talrijke hoorzittingen, een verslag van 162 bladzijden over partnergeweld goedgekeurd, alsook een voorstel van resolutie dat het Adviescomité eenparig had aangenomen (Stuk Senaat, nr. 7-123/1 en 2). De Senaat heeft op zijn beurt dit voorstel van resolutie aangenomen tijdens de plenaire vergadering van 10 juli 2020 (doc. Senaat nr. 7/123/3).

Deze resolutie bevat 74 aanbevelingen waaronder: verhelpen aan het gebrek aan beschikbare genderdata; een gecoördineerd en efficiënt strafbeleid tegen partnergeweld uitstippelen; de versterking van opleidingen van actoren op het terrein (politieagenten, magistraten, enz.); een betere samenwerking verzekeren tussen politie, justitie en andere betrokken diensten (justitiehuizen, ziekenhuizen, hulpsector, enz.); het inrichten van geschikte lokalen in politiebureaus en het vastleggen van een protocol voor de opvang van slachtoffers van partnergeweld; zorgen voor een betere uitwisseling van informatie tussen de verschillende afdelingen van het parket, alsook tussen de burgerlijke en de strafrechtbanken; de parketrichtlijnen en vorming aanscherpen zodat de bestaande rechtsregels beter kunnen worden toegepast, in het bijzonder voor de wet op tijdelijk huisverbod, enzovoort.

Aangezien zowel het federale niveau als de deelstaten voor hun bevoegdheidsdomeinen moeten toezien op de concrete uitvoering van de bepalingen van het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul), is deze vraag overduidelijk transversaal.

De Senaat biedt de meerwaarde zowel een federale assemblee als een ontmoetingsplaats van de deelstaten te zijn. De Senaat heeft dus een zeer brede kijk op alle aspecten van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen, waaronder partnergeweld. Het federale niveau is bevoegd voor de dadervervolging, de slachtofferbescherming, enz., terwijl de Gemeenschapen en de Gewesten bevoegd zijn voor alles wat met preventie te maken heeft (onderwijs, cultuur, media, enz.)

In deze ongeziene sanitaire, sociale en economische crisis is het partnergeweld sterk toegenomen. Dat geweld heeft uiteraard te maken met de lange periodes waarin gezinnen thuis moeten blijven. De privéplek is niet altijd een veilige plaats voor vrouwen. Tijdens de eerste lockdown, in het voorjaar van 2020, werd in België een verdubbeling vastgesteld van het aantal oproepen naar de twee telefonische hulplijnen voor slachtoffers van partnergeweld.

1) In welke mate hebben de ministers en de staatssecretaris over dit dossier van partnergeweld met elkaar contact gehad?

2) Welke van de aanbevelingen van de Senaat werden omgezet in maatregelen? Welke vooruitgang werd in dit dossier geboekt?

3) Wanneer zal een nieuw nationaal actieplan ter bestrijding van alle vormen van gendergerelateerd geweld worden goedgekeurd? In dat plan, dat gecoördineerd wordt door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, zijn zowel de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betrokken.

4) Wat is het tijdsschema van de Interministeriële Conferentie «Vrouwenrechten» met betrekking tot het dossier inzake partnergeweld?

Antwoord ontvangen op 7 januari 2021 :

1) De contacten met de staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit verliepen en verlopen nog steeds op regelmatige basis, met name wat betreft de uitwerking van het Federaal Actieplan ter bestrijding van gendergerelateerd en intrafamiliaal geweld naar aanleiding van de tweede coronagolf, de werkzaamheden in verband met de zorgcentra na seksueel geweld, de uitwerking van het Nationaal Actieplan (NAP) gendergerelateerd geweld, en ook voor de Interministeriële Conferentie (IMC) «Vrouwenrechten». De problematiek wordt dus benaderd vanuit verschillende invalshoeken, zij het steeds in samenwerking met alle bevoegde actoren.

2) Voor een overzicht van de maatregelen die in dat verband zullen worden genomen, verwijs ik naar het antwoord op mondelinge vraag V55011120C van Nabil Boukili van de Kamer van volksvertegenwoordigers (stuk Kamer, nr. CRIV 55 COM 308 van 2 december 2020, blz. 16).

3) Het is nog niet mogelijk om een precies tijdpad voor het toekomstige NAP naar voren te schuiven. De jongste weken ligt de prioriteit van de werkzaamheden van de Interministeriële Conferentie (IMC) «Vrouwenrechten» bij de uitwerking van het NAP. De opvoering van de coördinatie tussen de Federale Staat en de gefedereerde entiteiten in het kader van deze eerstvolgende NAP staat op de agenda van de IMC «Vrouwenrechten». Dat plan zal berusten op met name de aanbevelingen van het maatschappelijk middenveld en de conclusies uit het verslag van de Groep van deskundigen inzake actie tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Group of Experts on Action against Violence against Women and Domestic Violence – GREVIO).

4) Overeenkomstig de beslissing die op 26 juni 2020 is genomen op de IMC «Vrouwenrechten», zijn vier werkgroepen opgericht rond de thema’s preventie-sensibilisering, bescherming-ondersteuning, vervolging en geïntegreerd beleid. Die werkgroepen zijn samengekomen om zich grondig te buigen over gendergerelateerd geweld, en om de samenwerking tussen de verschillende beleidsniveaus te versterken. Een overzicht geven van alle punten die op tafel kwamen in deze werkgroepen is een lastige opgave, maar voorstellen van maatregelen zijn er wel besproken. Zij zullen worden goedgekeurd op de volgende IMC, die in de loop van januari 2021 voorzien is.