Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-805

van Stephanie D'Hose (Open Vld) d.d. 9 november 2020

aan de staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, toegevoegd aan de minister van Mobiliteit

Partnergeweld - Gratis oproepnummer 1720 - Toename oproepen - Handhaving

huiselijk geweld
officiële statistiek
gratis diensten
telefoon

Chronologie

9/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
10/12/2020Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 7-73

Vraag nr. 7-805 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het gratis oproepnummer 1720 ontving in 2018 dagelijks gemiddeld 42 oproepen. Op jaarbasis werd het nummer 15 360 maal geraadpleegd door zowel slachtoffers als hulpverleners, naasten van slachtoffers en zelfs daders van partnergeweld. Het oproepnummer bestaat sinds 2009, en wordt tien jaar later meer dan ooit gebruikt.

De toename van het aantal oproepen wil daarom niet zeggen dat het aantal feiten toeneemt maar het kan evengoed het gevolg zijn van de verlaging van de psychologische drempel voor het slachtoffer om hulp te zoeken. Het is dus met andere woorden voor het beleid essentieel om na te gaan of de toename te wijten is aan een effectieve toename op het terrein van het aantal feiten of veeleer van een toegenomen bewustwording. Meten is immers weten.

Om een realiteitsgetrouw beeld van de omvang van het probleem samen te stellen, leg je best twee cijferreeksen naast elkaar: incidentiecijfers en prevalentiecijfers. Incidentiecijfers geven weer hoe vaak de politie geweldmeldingen geverbaliseerd heeft. We spreken ook van officiële criminaliteitscijfers.

Prevalentiecijfers zijn het resultaat van (sociologisch) onderzoek. Zij geven aan welk percentage van de ondervraagde vrouwen tot dan toe geconfronteerd werd met geweldervaringen. Aan de hand van deze onderzoeken kan gepoogd worden een beeld te krijgen van het «dark number» en dus het reële voorkomen van het fenomeen.

Incidentiecijfers tonen vaak maar het topje van de ijsberg. Er heerst nog altijd een taboe rond partnergeweld. Er wordt bijgevolg niet altijd aangifte gedaan. Zeker bij seksueel geweld wordt zelden aangifte gedaan.

Prevalentiemetingen zijn dan weer zeldzaam, verouderd of meten slechts een beperkt aspect.

Deze vraag betreft gelijke kansen en is aldus een bevoegdheid van de Senaat overeenkomstig artikel 79 van het Reglement van de Senaat en het betreft tevens een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoe reageert u op de toename van het aantal oproepen op het nummer 1720? Kan u deze toename reeds duiden?

2) Beschikt u over cijfergegevens betreffende partnergeweld voor respectievelijk 2016, 2017 en 2018 opgesplitst per Gewest en naar aard en ernst van de feiten? Is er sprake van een toename? Hoe verklaart u dit?

3) Kan u meedelen in hoeveel gevallen er daadwerkelijk werd gedagvaard voor de rechtbank? Tot hoeveel veroordelingen heeft dit aanleiding gegeven? Kan u tevens meedelen hoeveel dossiers op jaarbasis de jongste drie jaar werden geseponeerd? Welke waren de redenen van seponering en dit respectievelijk op jaarbasis?

4) Kan u, binnen uw bevoegdheidsdomein, meedelen of u nog ruimte ziet voor andere initiatieven om partnergeweld verder bespreekbaar te maken en terug te dringen? Kan u deze toelichten?

5) Beschikt u over indicaties dat we erin slagen om het «dark number» van aangiftes van partnergeweld daadwerkelijk terug te dringen? Kan u dit toelichten?

Antwoord ontvangen op 10 december 2020 :

1) Het beheer van dit oproepnummer ressorteert niet rechtstreeks onder mijn bevoegdheden. Wat echter het inzicht in de toename van het aantal oproepen naar de verschillende hulplijnen en hulpchats sinds de eerste lockdown van maart 2020 betreft, zal ik een studie laten hernemen door de ICRH-vakgroep Volksgezondheid en Eerstelijnszorg van de Universiteit Gent. Deze studie richt zich op het intrafamiliaal geweld dat zich in het hele jaar 2020 voordeed, waarbij met name rekening wordt gehouden met factoren van bijzondere kwetsbaarheid (zoals leeftijd, handicap, armoede, verblijfsstatus, seksuele voorkeur, genderidentiteit).

2) De criminaliteitsstatistieken van de politie over partnergeweld behoren tot de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Binnenlandse Zaken.

3) Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u graag door naar de minister van Justitie.

4) Als federaal staatssecretaris belast met Gendergelijkheid ben ik sinds het begin van mijn mandaat zeer aandachtig voor de problematiek van intrafamiliaal geweld. Zo initieerde ik het Federaal actieplan om gendergerelateerd en intrafamiliaal geweld naar aanleiding van de tweede golf Covid-19 te bestrijden.

In samenwerking met de betrokken departementen en de Gemeenschappen zal ik onder meer doelgerichte communicaties en brede publiekscommunicatiecampagnes voeren om intrafamiliaal geweld te voorkomen. Zo zullen de verschillende hulplijnen en de Chatlijn na seksueel geweld gepromoot worden. Tegelijkertijd zal de toegankelijkheid van de diverse hulplijnen en de Chatlijn na seksueel geweld gegarandeerd worden voor personen die geen van de landstalen spreken. Er zal ook ingezet worden op het aanbieden van informatie via verschillende communicatiekanalen, zoals SMS en chat.

Op basis van de voorbereidende werkzaamheden van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen wordt verder gestreefd naar snelle onderhandelingen tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten met het oog op de goedkeuring van het NAP 2021-2025. Dit plan zal met name gebaseerd zijn op de aanbevelingen van het maatschappelijk middenveld en de conclusies van het rapport van de Groep van deskundigen inzake actie tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Group of Experts on Action against Violence against Women and Domestic Violence – GREVIO). In dit kader zullen er nog meer preventie-initiatieven worden uitgewerkt.

5) Hoewel de resultaten van de Veiligheidsmonitor 2018 geen betrekking hebben op partnergeweld, lijken ze toch aan te tonen dat het dark number van dit fenomeen jammer genoeg nog hoog is. De organisaties die zich bezighouden met dit type feiten melden vaak dat de grootste hindernis het zetten van de stap om klacht in te dienen lijkt. Het is een element waaraan ik aandacht zal besteden en waarvoor ik nauw zal samenwerken met mijn collega die belast is met Justitie. Om verder meer inzicht te krijgen in dit fenomeen, levert de federale regering een belangrijke financiële bijdrage aan een nieuw nationaal dark number onderzoek naar gendergerelateerd geweld. Dit onderzoek maakt deel uit van de werkzaamheden van Eurostat en is het resultaat is van de samenwerking tussen de Federale Staat en de deelstaten.