Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-787

van Stephanie D'Hose (Open Vld) d.d. 9 november 2020

aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing

Zelfstandigen - Moederschapsrust - Cijfers

zelfstandig beroep
zwangerschapsverlof
officiële statistiek

Chronologie

9/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
24/7/2021Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 7-308

Vraag nr. 7-787 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar een eerdere schriftelijke vraag nr. 6-2365 waarbij wordt verwezen voor het antwoord naar de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie.

De moederschapsrust voor zelfstandigen bedraagt maximaal twaalf weken, meer bepaald drie weken verplicht op te nemen rust en negen weken rust op te nemen naar keuze. In de periode van negen weken naar keuze kan deze vol of deeltijds worden opgenomen. Aparte modaliteiten zijn voorzien bij de geboorte van een meerling, waarbij de moederschapsrust verlengd wordt tot tien weken in plaats van negen weken naar keuze. Eveneens geldt een bijzondere regeling indien de baby gehospitaliseerd moet worden en minimaal zeven dagen in het ziekenhuis moet blijven. Dan is een verlenging mogelijk van de naar keuze op te nemen periode.

Het betreft een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen.

In dit kader had ik volgende vragen voor de geachte minister:

1) Hoeveel zelfstandigen hebben in 2017 en 2018 hun moederschapsrust opgenomen?

2) Hoeveel van deze zelfstandigen kozen tijdens de niet verplichte periode van negen weken:

a) om ze niet op te nemen;

b) om ze voltijds op te nemen;

c) om ze in een aangepaste deeltijds vorm op te nemen?

3) Hoeveel zelfstandigen, die de niet verplichte periode voltijds als moederschapsrust opnamen, deden dat:

a) slechts één week;

b) twee weken;

c) drie weken;

d) vier weken;

e) vijf weken;

f) zes weken;

g) zeven weken;

h) acht weken;

i) de volledige periode van negen weken?

4) Graag kreeg ik ook een gelijkaardig overzicht van het aantal zelfstandigen dat de niet verplichte periode moederschapsrust deeltijds opnam, opgedeeld naar het aantal weken.

5) Hoeveel zelfstandigen kregen in 2017 en 2018 een meerling?

6) Hoeveel zelfstandigen hebben in 2017 en 2018 een aangepaste opname van de negen weken gedaan naar aanleiding van de hospitalisatie van de baby?

7) Welk bedrag aan moederschapsuitkeringen werden in 2017 en 2018 aan zelfstandigen gedaan? Graag een opsplitsing van uitkeringen volgens voltijdse of deeltijdse opname van de moederschapsrust.

Antwoord ontvangen op 24 juli 2021 :

Vanaf 1 januari 2017 bestaat de periode van moederschapsrust minstens uit een verplichte periode van drie weken (één week voor en twee weken na de bevalling). Deze periode kan verlengd worden per blok van één of meerdere weken die facultatief op te nemen zijn met een maximum van twaalf weken.

De zelfstandige gerechtigde heeft evenwel de mogelijkheid om gedurende de facultatieve periode van haar moederschapsrust, haar normale beroepsactiviteit uit te oefenen. Het forfaitaire bedrag van de wekelijkse uitkering wordt in dat geval verminderd met de helft voor elke week van halftijdse moederschapsrust.

Voorafgaand aan deze datum bestond de periode van moederschapsrust eveneens uit een verplichte periode van drie weken, maar was de facultatieve periode beperkt tot een maximum van acht weken. Daarnaast was de mogelijkheid om de beroepsactiviteit te hernemen tijdens de periode van moederschapsrust, nog niet van toepassing.

De modaliteiten met betrekking tot de toekenning van een bijkomende week in het geval van de geboorte van een meerling en de verlenging van de moederschapsrust in het geval van een hospitalisatie van het kind voor een periode van meer dan zeven dagen, bleven onveranderd gedurende de hele beschouwde periode.

1. Boekjaar 2017

1.1. Aantal gevallen van moederschapsrust vergoed in 2017

Voor 2017 hebben wij 5 648 periodes van moederschapsverlof geanalyseerd, die overeenkomen met een totaal van 63 975 vergoede weken.

Aantal gevallen van moederschapsrust opgedeeld naar de totale duur van de rust

Tabel 1 geeft het aantal gevallen van moederschapsrust weer, opgedeeld naar de totale duur van de rust, zonder rekening te houden met de weken die toegekend kunnen worden in geval van de geboorte van een meerling of een hospitalisatie van het kind van meer dan zeven dagen. Het aantal weken vermeld in de eerste kolom komt overeen met de som van de facultatieve weken opgenomen per volledige of halftijdse week. Bij overeenkomst wordt een week die halftijds wordt opgenomen, hier geteld als een vergoede halve week. Het gaat dus wel degelijk om vergoede weken, en niet om kalenderweken.

Op basis van deze tabel kunnen we vaststellen dat 75 titularissen zich hebben beperkt tot de drie verplichte weken en dat er 4 486 hun volledige moederschapsrust hebben opgenomen. 1 087 vrouwelijke zelfstandigen hebben geopteerd voor een duur daartussen.

Tabel 1: Totaal aantal weken van het facultatieve deel van de moederschapsrust

Aantal facultatieve weken

Aantal gevallen

Aantal uitgekeerde weken

0

75

225

1

31

124

1,5

1

4,5

2

39

195

2,5

4

22

3

42

252

3,5

4

26

4

37

259

4,5

8

60

5

156

1 248,00

5,5

10

85

6

232

2 088,00

6,5

12

114

7

190

1 900,00

7,5

14

147

8

274

3 014,00

8,5

33

379,5

9

4 486

53 832,00

Totaal

5 648

63 975,00

1.2. Aantal gevallen van moederschapsrust opgedeeld naar het aantal facultatieve weken opgenomen per volledige week

Tabel 2 geeft het aantal gevallen van moederschapsrust weer, opgedeeld naar het aantal facultatieve weken opgenomen per volledige week. Elk van deze gevallen vermeld in de tabel kan bovendien voor ten minste een week halftijds opgenomen zijn in combinatie met de beroepsactiviteit.

Tabel 2: Aantal volledige weken van het facultatieve deel van de moederschapsrust

Aantal volledige weken

Aantal gevallen

Aantal uitgekeerde weken

0

247

738

1

129

516

2

119

595

3

125

750

4

114

798

5

255

2 040

6

307

2 763

7

263

2 630

8

331

3 641

9

3 758

45 096

Totaal

5 648

59 567

1.3. Aantal gevallen van moederschapsrust opgedeeld naar het aantal facultatieve weken dat halftijds werd opgenomen

Tabel 3 geeft het aantal gevallen van moederschapsrust weer, opgedeeld naar het aantal facultatieve weken dat halftijds werd opgenomen. In elk van de gevallen vermeld in deze tabel werd op zijn minst de drie verplichte weken rust opgenomen en kan bovendien eventueel ten minste een volledige week moederschapsrust opgenomen zijn.

Het aantal weken vermeld in de eerste kolom komt overeen met het aantal weken waarin de titularis een halftijdse week heeft opgenomen in combinatie met de beroepsactiviteit.

Van de 936 titularissen die op zijn minst geopteerd hebben voor een facultatieve halftijdse week, hebben 132 ervoor gekozen om het volledige facultatieve gedeelte van de moederschapsrust op te nemen in de vorm van halftijdse weken.

Tabel 3: Aantal halve weken van het facultatieve deel van de moederschapsrust

Aantal facultatieve weken

Aantal gevallen

Aantal uitgekeerde weken

1

13

6,5

2

121

121

3

15

22,5

4

114

228

5

8

20

6

109

327

7

13

45,5

8

85

340

9

10

45

10

72

360

11

10

55

12

73

438

13

6

39

14

66

462

15

7

52,5

16

78

624

17

4

34

18

132

1 188

Totaal

936

4 408

1.4. Aantal gevallen van een geboorte van een meerling

Van de 5 648 geanalyseerde gevallen van moederschapsrust, hebben 40 titularissen bovendien genoten van een week bijkomende rust naar aanleiding van de geboorte van een meerling.

1.5. Aantal gevallen van hospitalisatie van het kind van meer dan zeven dagen

Van de 5 648 geanalyseerde gevallen van moederschapsrust, hebben 66 titularissen bovendien genoten van bijkomende weken rust naar aanleiding van de hospitalisatie van het kind van meer dan zeven dagen.

2. Boekjaar 2018

2.1. Aantal gevallen van moederschapsrust vergoed in 2018

Voor 2018 hebben wij 5 811 periodes van moederschapsverlof geanalyseerd, die overeenkomen met een totaal van 66 569 vergoede weken.

2.2. Aantal gevallen van moederschapsrust opgedeeld naar de totale duur van de rust

Op basis van tabel 4 kunnen we vaststellen dat 64 titularissen zich hebben beperkt tot de drie verplichte weken en dat er 4 780 de volledige moederschapsrust hebben opgenomen. 967 vrouwelijke zelfstandigen hebben geopteerd voor een duur daartussen.

Tabel 4: Totaal aantal weken van het facultatieve deel van de moederschapsrust

Aantal facultatieve weken

Aantal gevallen

Aantal uitgekeerde weken

0

64

192

0,5

0

0

1

35

140

1,5

0

0

2

27

135

2,5

4

22

3

33

198

3,5

4

26

4

32

224

4,5

6

45

5

51

408

5,5

7

59,5

6

231

2 079,00

6,5

16

152

7

214

2 140,00

7,5

12

126

8

260

2 860,00

8,5

35

402,5

9

4 780

57 360,00

Totaal

5 811

66 569,00

2.3. Aantal gevallen van moederschapsrust opgedeeld naar het aantal facultatieve weken opgenomen per volledige week

Tabel 5 geeft het aantal gevallen van moederschapsrust weer, opgedeeld naar het aantal facultatieve weken opgenomen per volledige week. In elk van de gevallen vermeld in deze tabel kan ten minste een week halftijds opgenomen zijn in combinatie met de beroepsactiviteit.

Tabel 5: Aantal volledige weken van het facultatieve deel van de moederschapsrust

Aantal volledige weken

Aantal gevallen

Aantal uitgekeerde weken

0

235

705

1

132

528

2

129

645

3

141

846

4

148

1 036

5

166

1 328

6

298

2 682

7

264

2 640

8

291

3 201

9

4 007

48 084

Totaal

5 811

61 695

2.4. Aantal gevallen van moederschapsrust opgedeeld naar het aantal facultatieve weken dat halftijds werd opgenomen

Tabel 6 geeft het aantal gevallen van moederschapsrust weer, opgedeeld naar het aantal facultatieve weken dat halftijds werd opgenomen. In elk van de gevallen vermeld in deze tabel werd op zijn minst de drie verplichte weken rust opgenomen en kan bovendien eventueel ten minste een volledige week moederschapsrust opgenomen zijn.

Het aantal weken vermeld in de eerste kolom komt overeen met het aantal weken waarin de titularis een halftijdse week heeft opgenomen in combinatie met de beroepsactiviteit.

Van de 1 017 titularissen die op zijn minst geopteerd hebben voor een facultatieve halftijdse week, hebben 141 ervoor gekozen om het volledige facultatieve gedeelte van de moederschapsrust op te nemen in de vorm van halftijdse weken.

Tabel 6: Aantal halve weken van het facultatieve deel van de moederschapsrust

Aantal facultatieve weken

Aantal gevallen

Aantal uitgekeerde weken

1

18

9

2

117

117

3

9

14

4

118

236

5

16

40

6

96

288

7

11

39

8

111

444

9

9

41

10

100

500

11

2

11

12

97

582

13

8

52

14

78

546

15

6

45

16

75

600

17

5

43

18

141

1 269

Totaal

1 017

4 874

2.5. Aantal gevallen van een geboorte van een meerling

Van de 5 811 geanalyseerde gevallen van moederschapsrust, hebben 37 titularissen bovendien genoten van een week bijkomende rust naar aanleiding van de geboorte van een meerling.

2.6. Aantal gevallen van hospitalisatie van het kind van meer dan zeven dagen

Van de 5 811 geanalyseerde gevallen van moederschapsrust, hebben 88 titularissen bovendien genoten van bijkomende weken rust naar aanleiding van de hospitalisatie van het kind van meer dan zeven dagen.

3. Bedragen uitgekeerd in 2017 en 2018 in het kader van de moederschapsrust

Tabel 7 geeft de totale uitgekeerde bedragen weer voor de tijdvakken moederschapsrust van de boekjaren 2017 tot 2018.

Tabel 7: uitgaven moederschapsrust

Uitgaven (in euro)

2017

2018

Volledige week

27 865 192,54

31 381 424,54

Deeltijdse week

1 544 590,25

2 310 524,71

Bijkomende week meergeboorte

24 054,58

14 108,48

Bijkomende weken hospitalisatie van het kind

87 656,47

135 300,36

Totaal

29 521 493,84

33 841 358,09