Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2354

van Rik Daems (Open Vld) d.d. 18 februari 2019

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Geld lenen aan woekerrentes - KMO's - Woekeraars - Scandinavische kredietverstrekkers

kleine en middelgrote onderneming
kredietinstelling
rente
Financial Services and Markets Authority
industrieel krediet
krediet

Chronologie

18/2/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 21/3/2019)
21/3/2019Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-2353
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-2355

Vraag nr. 6-2354 d.d. 18 februari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds kort richten Scandinavische kredietverstrekkers zich tot kleine ondernemers voor woekerleningen. In Nederland regent het klachten tegen verschillende firma's die deze woekerleningen aanbieden aan kleine ondernemers. Ook in ons land kwamen deze kredietverstrekkers onder vuur te liggen door de flitskredieten die zij aanbieden aan particulieren tegen woekerrentes. De leningen worden aangeboden zonder deugdelijke controle van bedrijfsplannen of cijfers. Het betreft de uit Zweden afkomstige Yeaz en het Finse OPR en Ferratum die miljoenen euro's uitlenen aan kleine ondernemers die door gebrek aan onderpand niet bij de reguliere banken terecht kunnen. Een lening bij Ferratums label B2Businesslening kost gemiddeld 38 % per jaar. Bij OPR Bedrijfskrediet kost de meest gunstige lening 30 % rente per jaar, de minst gunstige kost 200 % rente. Bij Yeaz schommelen de rentes tussen de 18% en 57 % per jaar. De Nederlandse minister van Financiën, Hoekstra bevestigde alvast het fenomeen in zijn antwoord op vragen van diverse Nederlandse parlementsleden.

Het hoeft geen betoog dat rentes die oplopen tot 30, 50 en zelfs 200 % op jaarbasis wurgkredieten zijn die het voorbestaan van deze kmo's bedreigen.

Het betreft een transversale aangelegenheid met de Gewesten. De Gewesten zijn bevoegd voor onder meer de steun en advies aan bedrijven, handelsvestiging en handelshuur, prijsbeleid en buitenlandse handel alsook het economisch beleid. De regelgeving wat betreft kredieten en toezicht op banken en kredietinstellingen is federaal (en Europees).

Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen :

1) Hoe reageert u op de berichten dat (alvast in Nederland) Scandinavische kredietverstrekkers zonder deugdelijke controle van bedrijfsplannen of cijfers in toenemende mate woekerleningen verstrekken aan kleine ondernemers, die nergens anders terecht kunnen voor het verkrijgen van (aanvullend) krediet ? Heeft u weet of heeft u reeds klachten ontvangen van ondernemers ? Is ook in ons land sprake van woekerleningen aan kleine ondernemers ? Kan u uitvoering het eventueel aantal klachten toelichten ?

2) Kunt u preciseren of er in ons land voor (kleine) ondernemers géén maximum rentepercentage voor leningen geldt, in tegenstelling tot de maximum rentepercentages (jaarlijks kostenpercentage) voor leningen aan consumenten en particulieren ?

3) Meent u dat er zonodig wettelijk moet worden ingegrepen wat betreft de kredietverlening aan kleine ondernemers waarbij de wenselijkheid van een renteplafond wordt onderzocht ?

4) Bent u bereid om dit nader te laten onderzoeken door het FSMA of andere bevoegde diensten en na te gaan of de praktijken die in Nederland plaatsvinden zich ook bij ons dreigen voor te doen ? Zo ja, kan u de timing preciseren ? Zo neen, waarom niet en wat gaat u dan wel doen ?

Antwoord ontvangen op 21 maart 2019 :

1) & 2) In antwoord op uw vragen kan ik u bevestigen dat ik net zoals u via de Nederlandse pers kennis heb genomen van de praktijken die door bepaalde Scandinavische kredietverstrekkers in Nederland worden gehanteerd. Het spreekt voor zich dat deze praktijken niet aanvaardbaar zijn.

Ik heb bij de FSMA inlichtingen ingewonnen over het bestaan van klachten met betrekking tot gelijkaardige praktijken in België. De FSMA heeft me bevestigd tot nog toe geen dergelijke klachten van KMO’s te hebben ontvangen. Voorts zijn de drie kredietverstrekkers, van wie er sprake is in de vraag, noch vergund, noch ingeschreven bij de FSMA.

In België wordt het verstrekken van leningen aan KMO’s omkaderd door de wet van 21 december 2013 betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen. Hoewel de wet niet voorziet in een maximumpercentage voor rentes op leningen voor KMO’s, bepalen de artikelen 4 en 6 van de wet het volgende :

« De kredietgever, de kredietbemiddelaar en de onderneming gedragen zich in hun onderlinge rechtsverhoudingen te goeder trouw en billijk. De door hen verstrekte informatie moet correct, duidelijk en niet misleidend zijn. »

« De kredietgever en, in voorkomend geval de kredietbemiddelaar, zoeken voor de kredietovereenkomsten die zij gewoonlijk aanbieden of waarvoor zij gewoonlijk bemiddelen, het krediet dat qua soort het best is aangepast rekening houdend met de financiële toestand van de onderneming op het ogenblik van het sluiten van de kredietovereenkomst en met het doel van het krediet. »

Het verstrekken van een krediet aan een KMO dat als een « wurgkrediet » kan worden beschouwd en, het voortbestaan van de betrokken KMO bedreigt, en dit zonder vooraf de bedrijfsplannen te hebben geanalyseerd, is dan ook in strijd met voormelde wetgeving. Ik heb de FSMA gevraagd op dit punt waakzaam te zijn.

3) Aangezien er thans geen aanwijzingen zijn dat er misbruiken zijn, zie ik geen noodzaak om op korte termijn de wetgeving aan te passen om te voorzien in maximale rentepercentages. Mocht ik vaststellen dat er zich in de markt ernstige problemen voordoen kan dit vanzelfsprekend steeds opnieuw worden overwogen.

4) Zoals bevestigd sub 1), heb ik de FSMA gevraagd bijzonder waakzaam te zijn voor verdere ontwikkelingen in de markt en mij hierover desgevallend te informeren.