Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1079

van Ann Brusseel (Open Vld) d.d. 26 oktober 2016

aan de minister van Justitie

Mensenhandel - Seksuele uitbuiting - Economische uitbuiting - Cijfers - Compensatie voor slachtoffers

mensenhandel
prostitutie
jongere
slachtoffer
vergoeding
officiële statistiek
opvolging informatieverslag

Chronologie

26/10/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/11/2016)
27/6/2017Rappel
10/9/2017Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1078
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1080

Vraag nr. 6-1079 d.d. 26 oktober 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar de recente studiedag die werd georganiseerd door de Vrouwenraad op 4 oktober 2016 over mensenhandel en prostitutie.

Hierbij gaf onderzoekster Karin Werkman een interessante kijk op de handhaving in Nederland van de strijd tegen seksuele en economische uitbuiting. De hoogste compensatie voor een slachtoffer van seksuele uitbuiting in Nederland bedroeg verleden jaar een miljoen euro.

Zo werden er in Nederland drie honderd zaken inzake mensenhandel voorgedragen. Dit resulteerde in twee honderd veroordelingen op jaarbasis.

Deze vraag betreft gelijke kansen en is aldus een bevoegdheid van de Senaat conform artikel 79 van het reglement en is tevens een transversale aangelegenheid – Gemeenschappen. De vraag vloeit voort uit het unaniem goedgekeurde informatieverslag van de Senaat betreffende de opvolging van de toepassing van het Actieplatform van de Vierde VN-Wereldvrouwenconferentie van Peking (stukken van de Senaat nrs. 6-97/1 tot /5 – 2014/201).

Ik had dan ook volgende vragen :

1) Kan u meedelen hoeveel dossiers de laatste drie jaar werden doorverwezen door de parketten voor respectievelijk economische uitbuiting en seksuele uitbuiting ?

2) Kan u tevens meedelen hoeveel veroordelingen er op jaarbasis de laatste drie jaar er werden uitgesproken voor respectievelijk economische uitbuiting en seksuele uitbuiting ?

3) Kan u meedelen in hoeveel dossiers die uitmonden in een veroordeling voor seksuele uitbuiting er tevens een vergoeding werd toegekend aan de slachtoffers en dit op jaarbasis voor de laatste drie jaar ?

4) Meent u dat de huidige wetgeving volstaat wat betreft de mogelijkheid voor de slachtoffers om een compensatie te bekomen ingeval zij het slachtoffer werden van seksuele (of economische) uitbuiting ? Zo ja, kan u dit toelichten met cijfers ? Zo neen, waarom niet en wat stelt u voor ?

Antwoord ontvangen op 10 september 2017 :

1) Omtrent de informatie over de zaken van mensenhandel ingeleid bij de parketten :

– in 2016 zijn 184 nieuwe dossiers inzake seksuele uitbuiting en 112 inzake economische uitbuiting ingeleid bij de parketten ;

– in 2015 werden respectievelijk 151 en 124 dossiers ingeleid.

De gegevens van het arbeidsauditoraat zijn niet opgenomen in deze cijfers.

2) De laatste geactualiseerde extractiedatum voor de veroordelingen geeft de volgende cijfers : 127 zaken van mensenhandel in 2016 ; 100 in 2015 ; 101 in 2014 ; en 91 in 2013.

Wat de onderlinge verdeling betreft, vormt het soort uitbuiting geen verplichte registratiecode. Aangezien het programma niet vereist dat die informatie wordt geregistreerd is die thans niet op exhaustieve wijze beschikbaar.

Er is evenwel gedeeltelijke informatie beschikbaar die zou kunnen worden beschouwd als een steekproef. Van de 117 geregistreerde veroordelingen wegens seksuele en economische uitbuiting, tussen 2013 en 2016, hadden aldus 69 veroordelingen betrekking op seksuele uitbuiting en 47 veroordelingen betrekking op economische uitbuiting. Er moet uiteraard omzichtig worden omgegaan met die cijfers, maar zij lijken aan te tonen dat ongeveer 60 % van de veroordelingen over het algemeen betrekking hebben op seksuele uitbuiting en 40 % op economische uitbuiting. Tenslotte hebben enkele zaken betrekking op andere vormen van uitbuiting.

3) De schadevergoedingen die de slachtoffers kunnen genieten, worden op gerechtelijk niveau beslist. Dat maakt geen deel uit van de informatie die wordt geregistreerd in het strafregister dat de gegevensbank van de veroordelingen voedt. Gedetailleerde informatie is dan ook niet beschikbaar via de gerechtelijke gegevensbanken.

Voorts moet onderscheid worden gemaakt tussen de schadevergoeding waartoe beslist is in het kader van de strafrechtelijke procedure en de terugbetaling van de niet betaalde uitkeringen of lonen. Dat is mogelijk, zelfs in het kader van de seksuele uitbuiting. In de praktijk blijft het evenwel een lastige opgave wat de tenuitvoerlegging betreft, aangezien de daders zelden meewerken. Vanuit die optiek zijn de inbeslagnemingen en verbeurdverklaringen van wezenlijk belang, aangezien de slachtoffers via de opbrengst van de inbeslagnemingen kunnen worden vergoed.

In subsidiaire orde kunnen de slachtoffers bovendien, mits de voorwaarden worden nageleefd, een compensatie krijgen via het Fonds voor de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden. Op basis van kwalitatieve informatie ging het in dat verband bij de meeste of zelfs alle dossiers die hebben geleid tot een tussenkomst van de Commissie, uitsluitend om feiten van seksuele uitbuiting. De compensatie via het Fonds is niettemin zeldzaam.

Op kwalitatief vlak kan het bedrag van de schadevergoedingen uiteraard variëren al naargelang van het dossier en de ernst van de feiten. Voorbeelden van de beslissingen en desbetreffende schadevergoedingen zijn opgenomen in de jaarverslagen van Myria.

4) Er kan rekening worden gehouden met bepaalde elementen teneinde de mogelijke schadevergoedingen te verbeteren.

In de laatste richtlijn inzake het strafrechtelijk beleid met betrekking tot opsporing en vervolging van feiten van mensenhandel (COL 01/2015) werd de nadruk gelegd op de verwezenlijking van de vermogensonderzoeken teneinde op de beste wijze over te gaan tot de inbeslagnemingen en verbeurdverklaringen van de goederen van de daders van het misdrijf, aangezien bepaalde rechterlijke beslissingen voorzagen in het compenseren van de schade, die werd geraamd op grond van hetgeen dat in beslag kon worden genomen en verbeurdverklaard.

Bovendien is er het plan om voor de slachtoffers van mensenhandel bepaalde informatietools te ontwikkelen over de wijze waarop zij (op burgerlijk vlak) onbetaalde verschuldigde bedragen of lonen kunnen terugvorderen.