Bescherming van het privéleven - Inbreuken - Vervolgingen - Cijfergegevens
eerbiediging van het privé-leven
gegevensverwerking
officiële statistiek
geografische spreiding
gerechtelijke vervolging
27/1/2011 | Verzending vraag |
30/3/2011 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-854
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-855
De verwerking van persoonsgegevens speelt een grote rol in ons dagelijks leven ook al zijn we er ons niet altijd even goed van bewust. Dit is het geval in het openbaar bestuur, de gezondheidszorg, sociale zekerheid, telecommunicatie, financiële dienstverlening en direct marketing. De razendsnelle ontwikkeling van informatie- en communicatietechnologieën zorgt er voor dat we efficiënter kunnen werken. Ons dagelijks leven wordt op die manier stukken makkelijker. Aan iedere medaille zijn echter twee kanten. De andere kant houdt in dat deze vooruitgang de deur opent voor misbruiken. Het is vandaag schier onmogelijk om nog te weten wie gegevens heeft over wie en wat ermee wordt gedaan. We verliezen de controle over onze gegevens en hierdoor kunnen onze rechten en vrijheden in het gedrang komen.
Het recht op privacy is zo belangrijk dat het in de Belgische Grondwet is ingeschreven. Iedereen heeft in ons land dus recht op privacy. Dat betekent dat wanneer iemands persoonsgegevens worden verwerkt, hij of zij er recht op heeft dat hun persoonlijke levenssfeer optimaal wordt beschermd. De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ziet er op toe of dit grondrecht wel degelijk wordt nageleefd. De Commissie gaat na of uw persoonlijke gegevens worden verwerkt, gebruikt of doorgegeven zonder dat uw privacy wordt aangetast.
Sedert 1992 bestaat in België een wet die de bescherming van het individu waarborgt ten aanzien van het gebruik van persoonlijke gegevens, beter bekent als de privacywet. De wet heeft voor het gebruik van persoonsgegevens een verplichting tot transparantie ingevoerd. De personen van wie gegevens worden verwerkt, moeten daarvan op de hoogte worden gebracht. De personen die de gegevens verwerken, moeten zich identificeren en meedelen waarom zij die gegevens verwerken. In de wet zijn tevens de regels voor het gebruik van de persoonsgegevens vastgelegd, te weten wat met de ingewonnen gegevens mag of moet gebeuren. Op grond van de wet zijn eveneens nieuwe rechten ingevoerd voor de personen die zijn opgenomen in gegevensbestanden of gegevensbanken: recht op inzage van de geregistreerde gegevens, recht op verbetering ervan, op verzet, …
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1) Beschikken de geachte ministers over cijfergegevens betreffende schendingen van de wet op de privacy voor 2007, 2008, 2009 en 2010, opgesplitst per gewest en naar aard en ernst van de feiten?
2) Kan de geachte minister meedelen in hoeveel gevallen er werd gedagvaard voor de rechtbank? Tot hoeveel en welke veroordelingen heeft dit aanleiding gegeven?
3) Kunnen de geachte ministers, elk binnen hun bevoegdheidsdomein, aangeven welke maatregelen de afgelopen drie jaar werden genomen om aan de problematiek van de schending van de privacy het hoofd te bieden? Achten zij deze maatregelen voldoende of zien zij nog ruimte voor andere initiatieven en dewelke? Kunnen zij hun antwoord motiveren?
Op basis van de informatie die door de bevoegde diensten (Federale Politie, College van procureurs-generaal) werd bezorgd, kan ik u volgende antwoordelementen meedelen :
Antwoord op vraag 1: In bijlage 1 is, voor de periode 2007-2009 en het eerste trimester van 2010, het aantal door de Federale Politie geregistreerde feiten inzake de “bescherming van het privéleven” op gewestelijk vlak opgenomen.
De statistische analisten van het openbaar ministerie kunnen cijfers geven met betrekking tot het aantal bij de parketten geregistreerde feiten onder code 53 B – aanslag op de persoonlijke levenssfeer. Deze tenlasteleggingscode is ruimer dan het gewone “gebruik van persoonsgegevens” (bijvoorbeeld schenden van de wet inzake het gebruik van videobewaking), maar is verschillend van andere schendingen van individuele vrijheden, zoals huisvredebreuk, stalking, onderschepping van post, enz. Het betreft hier de situatie van deze zaken op 10 januari 2011. Er kan geen klassement per gewest, maar wel per gerechtelijk arrondissement worden gegeven. De cijfers in kwestie hebben betrekking op 26 van de 27 parketten. Het parket van Eupen registreert immers geen enkel gegeven omdat er geen Duitstalige versie van de gegevensbank bestaat. Deze gegevens hebben enkel betrekking op feiten die door meerderjarigen zijn gepleegd. De feiten die aan minderjarigen worden toegeschreven worden behandeld door de jeugdafdelingen van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg.
In tabel 1 van bijlage 2 is het aantal zaken onder tenlasteleggingscode 53B (aantasting van het privéleven) opgenomen dat bij de correctionele parketten tussen 1 januari 2007 en 31 december 2010 is ingestroomd.
Antwoord op vraag 2 : De antwoordelementen op deze vraag zijn afkomstig van de statistische analisten van het openbaar ministerie. Het voorbehoud en de commentaren zijn dus dezelfde als bij vraag 1.
In tabel 2 wordt de vooruitgangsstaat per jaar van invoer van de tussen 2007 en 2010 bij de correctionele parketten, onder tenlasteleggingscode 53B, geopende zaken weergegeven. In tabel 3 worden de motieven voor zonder gevolgstelling geleverd voor de betrokken zaken die werden geseponeerd.
Antwoord op vraag 3: Tijdens de voorbije drie jaar werd in mijn bevoegdheidsdomein geen enkele maatregel getroffen om de problematiek van de schending van deze wet aan te pakken.
Bijlage 1 :
Aantal geregistreerde feiten inzake 'bescherming privé-leven' op gewestelijk niveau voor de periode 2007-2009 evenals voor het eerste kwartaal van 2010
Gewest |
2007 |
2008 |
2009 |
|
2010 |
Vlaams Gewest |
221 |
266 |
361 |
|
138 |
Waals Gewest |
206 |
284 |
242 |
|
121 |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
75 |
73 |
61 |
|
22 |
Onbekend |
6 |
6 |
8 |
|
3 |
Totaal: |
508 |
629 |
672 |
|
284 |
Bijlage 2:
Tabel 1: Aantal zaken “aanslag op de persoonlijke levenssfeer” binnengekomen op de parketten tussen 1 januari 2007 en 31 december 2010, per rechtsgebied en naargelang het jaar van binnenkomst (a & kolom %).
|
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
Totaal |
|||||
|
a/n |
% |
a/n |
% |
a/n |
% |
a/n |
% |
a/n |
% |
ANTWERPEN |
207 |
27,27 |
232 |
28,22 |
137 |
20,48 |
130 |
22,53 |
706 |
24,97 |
BERGEN |
68 |
8,96 |
89 |
10,83 |
74 |
11,06 |
86 |
14,90 |
317 |
11,21 |
BRUSSEL |
158 |
20,82 |
161 |
19,59 |
142 |
21,23 |
170 |
29,46 |
631 |
22,32 |
GENT |
218 |
28,72 |
225 |
27,37 |
188 |
28,10 |
96 |
16,64 |
727 |
25,72 |
LUIK |
108 |
14,23 |
114 |
13,87 |
123 |
18,39 |
92 |
15,94 |
437 |
15,46 |
FEDERAAL PARKET |
. |
. |
1 |
0,12 |
5 |
0,75 |
3 |
0,52 |
9 |
0,32 |
TOTAAL |
759 |
100,00 |
822 |
100,00 |
669 |
100,00 |
577 |
100,00 |
2.827 |
100,00 |
Bron: gegevensbank van het College van procureurs-generaal - statistisch analisten
Tabel 2: Laatste vooruitgangsstaat op 10 januari 2011 voor de zaken “aanslag op de persoonlijke levenssfeer” binnengekomen op de parketten tussen 1 januari 2007 en 31 december 2010,
per jaar van binnenkomst van de zaken (a & rij %).
|
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
Totaal |
|||||
|
a/n |
% |
a/n |
% |
a/n |
% |
a/n |
% |
a/n |
% |
(1) vooronder- zoek |
11 |
1,45 |
19 |
2,31 |
35 |
5,23 |
125 |
21,66 |
190 |
6,72 |
(2) zonder gevolg |
596 |
78,52 |
647 |
78,71 |
508 |
75,93 |
351 |
60,83 |
2.102 |
74,35 |
(3) ter beschikking |
81 |
10,67 |
90 |
10,95 |
59 |
8,82 |
77 |
13,34 |
307 |
10,86 |
(4) minnelijke schikking |
7 |
0,92 |
6 |
0,73 |
6 |
0,90 |
4 |
0,69 |
23 |
0,81 |
(5) bemiddeling in SZ |
2 |
0,26 |
3 |
0,36 |
4 |
0,60 |
1 |
0,17 |
10 |
0,35 |
(6) onderzoek |
4 |
0,53 |
4 |
0,49 |
11 |
1,64 |
10 |
1,73 |
29 |
1,03 |
(7) raadkamer |
15 |
1,98 |
9 |
1,09 |
14 |
2,09 |
1 |
0,17 |
39 |
1,38 |
(8) dagvaarding & verder |
43 |
5,67 |
43 |
5,23 |
32 |
4,78 |
8 |
1,39 |
126 |
4,46 |
Onbekend/ error |
. |
. |
1 |
0,12 |
. |
. |
. |
. |
1 |
0,04 |
Totaal |
759 |
100,00 |
822 |
100,00 |
669 |
100,00 |
577 |
100,00 |
2.827 |
100,00 |
Bron: gegevensbank van het College van procureurs-generaal - statistisch analisten
Tabel 3: Aantal zaken “aanslag op de persoonlijke levenssfeer” binnengekomen tussen 1 januari 2007 en 31 december 2010, die op 10 januari 2011 zonder gevolg stonden, naargelang het motief van zondergevolgstelling (a & kolom %).
|
a/n |
% |
|
Opportuniteit |
(1) beperkte maatschappelijke weerslag |
71 |
3,38 |
|
(2) toestand geregulariseerd |
329 |
15,65 |
|
(3) misdrijf van relationele aard |
80 |
3,81 |
|
(4) nadeel gering |
16 |
0,76 |
|
(5) redelijke termijn overschreden |
6 |
0,29 |
|
(6) afwezigheid van voorgaanden |
34 |
1,62 |
|
(7) toevallige feiten met oorzaak |
76 |
3,62 |
|
(8) jeugdige leeftijd |
1 |
0,05 |
|
(9) wanverhouding strafvord.-maatsch. verstoring |
109 |
5,19 |
|
(10) houding van het slachtoffer |
22 |
1,05 |
|
(11) vergoeding van het slachtoffer |
1 |
0,05 |
|
(12) te weinig recherche-capaciteit |
19 |
0,90 |
|
(13) andere prioriteiten |
174 |
8,28 |
|
Totaal rubriek |
938 |
44,62 |
Technisch |
(14) geen misdrijf |
359 |
17,08 |
|
(15) onvoldoende bewijzen |
440 |
20,93 |
|
(16) verjaring |
3 |
0,14 |
|
(17) overlijden van de dader |
2 |
0,10 |
|
(18) klachtafstand (bij klachtmisdrijf) |
4 |
0,19 |
|
(19) onbevoegdheid |
7 |
0,33 |
|
(20) kracht van gewijsde |
7 |
0,33 |
|
(21) gebrek aan klacht |
3 |
0,14 |
|
(22) dader(s) onbekend |
286 |
13,61 |
|
Totaal rubriek |
1.111 |
52,85 |
Ander |
(23) pretoriaanse probatie |
26 |
1,24 |
|
(24) seining van de dader |
27 |
1,28 |
|
Totaal rubriek |
53 |
2,52 |
Totaal |
2 102 |
100,00 |
Bron: gegevensbank van het College van procureurs-generaal - statistisch analisten