Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-817

van Lieve Maes (N-VA) d.d. 27 januari 2011

aan de minister van Klimaat en Energie

Aardgasnet - Veiligheid - Afstand tussen de afsluitpunten - Controle

gasdistributie
gas
vervoer per pijpleiding
veiligheid van het vervoer

Chronologie

27/1/2011Verzending vraag
23/2/2011Antwoord

Vraag nr. 5-817 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De voorbije maanden en jaren is de veiligheid van het aardgasnet zeer actueel geworden, onder andere door de gasramp in Gellingen en het meer recente incident met de gesprongen aardgasleiding in Rotselaar.

Deze problematiek wordt geregeld door de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen en het bijhorend koninklijk besluit van 11 maart 1966 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en bij de exploitatie van installaties voor gasvervoer door middel van leidingen over veiligheid. Sindsdien waren er weinig aanpassingen. Men kan zich dus op zijn minst afvragen of die teksten de huidige situatie nog voldoende dekken en of de veiligheidsnormen nog efficiënt genoeg zijn. Zo is het perfect denkbaar dat er sinds de inwerkingtreding van de gaswet van 1965 nieuwe woonwijken zijn aangelegd in gebieden waar al aardgasleidingen lagen. De veiligheid van de omwonenden moet voldoende aandacht krijgen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kan de minister mij bevestigen dat de afstand tussen twee afsluitpunten nergens in ons land de dertig kilometer (= wettelijke maximumafstand tussen twee afsluitpunten) overschrijdt?

2) Hoeveel afsluitpunten bevinden zich op minder dan dertig kilometer van elkaar?

3) Waar bevinden die zich vooral, op het net voor hoogcalorisch of laagcalorisch gas? Wat is de reden voor de (eventuele) verschillen?

4) Wie is verantwoordelijk voor de controle op de afstanden en hoe gebeurt ze?

5) Wat is de kostprijs van de installatie van een extra afsluitpunt?

6) Door wie moet die kostprijs gedragen worden? Kan dit een invloed hebben op de distributietarieven?

7) Zijn er al studies gemaakt over een eventuele verhoogde veiligheid door het aanbrengen van extra afsluitpunten (bijvoorbeeld om de vijftien kilometer)? Zo ja, wat waren de resultaten van die studie(s)? Zo neen, wordt een dergelijke studie in de nabije toekomst gepland?

Antwoord ontvangen op 23 februari 2011 :

1. Volgens artikel 60 van het koninklijk besluit van 11 maart 1966 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en bij de exploitatie van installaties voor gasvervoer door middel van leidingen mag de afstand tussen twee afsluiters ten hoogste 30 km zijn. Er werden geen afwijkingen voor dit artikel toegestaan. Mijn administratie bevestigt mij dat de afstand tussen twee afsluiters van het aardgasvervoersnet in België nergens meer dan 30 km is.

2. De afstand tussen twee afsluitpunten van het aardgasvervoersnet is dus steeds minder dan 30 km. Het Belgische leidingennet van het aardgasvervoer is ongeveer 3 900 km lang. Er zijn meer dan 500 afsluitpunten. Bovendien is er steeds een afsluiter op elke aftakking van een hoofdleiding, nabij het aftakpunt.

3. De afsluitpunten bevinden zich uiteraard verspreid zowel op het gasnet voor het vervoer van hoogcalorisch gas als op het gasnet voor het laagcalorisch gas. Er zijn in feite geen verschillen. Het soort aardgas is niet bepalend voor de afstand tussen de afsluitpunten.

4. De beheerder van het gasvervoersnet moet de reglementering toepassen en moet er voor zorgen dat de opgelegde afstanden tussen afsluiters niet worden overschreden.

De algemene directie Energie en de algemene directie Kwaliteit en Veiligheid zijn bevoegd voor de controle van de toepassing van de reglementering betreffende het gasvervoer door middel van leidingen.

De afstand tussen de afsluiters wordt gecontroleerd door de algemene directie Kwaliteit en Veiligheid aan de hand van situeringsplannen en de gegevens die in het dossier van de aanvraag van een vergunning vermeld staan.

5. De kostprijs voor het installeren van een extra afsluitpunt hangt af van diverse factoren zodat een gemiddelde kostprijs niet kan worden meegedeeld. De kostprijs wordt onder andere bepaald door de diameter van de leiding die kan variëren van 100 mm tot 1 200 mm, door de hoogst toegelaten druk die kan variëren van 8 bar tot 84 bar en door de kostprijs van de terreininneming. Voor elk extra afsluitpunt moeten na het installeren ook periodieke controles worden uitgevoerd door de beheerder van het gasvervoersnet.

6. De kosten van het installeren van dergelijke extra afsluitpunten zijn ten laste van de beheerder van het aardgasvervoersnet. De extra kosten kunnen een invloed hebben op de distributietarieven.

7. Volgens de huidige reglementering mag de afstand tussen de sectieafsluiters van een aardgasvervoerleiding niet groter zijn dan 30 km en moet er voor de bepaling van de afstand tussen de afsluiters rekening worden gehouden met het te lozen gasvolume bij een gevaar.

Het probleem van de maximale afstand tussen de afsluitpunten werd in het verleden uitvoerig ter sprake gebracht naar aanleiding van de ramp van Ghislenghien op 30 juli 2004. Uiteindelijk werd door de bevoegde overheidsdiensten beslist om de reglementering niet te wijzigen en om de maximum toegelaten afstand van 30 km te behouden. Aan het bijplaatsen van afsluiters zijn immers ook veiligheidsrisico’s voor de onmiddellijke omgeving verbonden vermits een afsluitpunt op zichzelf een hoger risico inhoudt dan een continue, ondergrondse leiding.

Een officiële studie van de federale overheidsdiensten in verband met een verhoogde veiligheid door het aanbrengen van extra afsluitpunten werd nog niet uitgevoerd. Een dergelijke studie is voorlopig niet gepland.