Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-681

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 27 december 2010

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Ouderenmishandeling - Aantallen - Profielen van de daders en de slachtoffers - Maatregelen

bejaarde
huiselijk geweld
psychologische intimidatie
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

27/12/2010Verzending vraag
20/6/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-679
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-680

Vraag nr. 5-681 d.d. 27 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ouderenmishandeling is geen marginaal fenomeen, integendeel. Ouderenmishandeling, door iemand met wie de oudere een persoonlijke en/of professionele afhankelijkheidsrelatie heeft, vormt een groeiend probleem. Een op vijf thuiswonende ouderen wordt na hun vijfenzestigste verjaardag geconfronteerd met ouderenmishandeling. In driekwart van de gevallen zijn de naaste familie of de partner de dader.

Hoe ouder mensen worden, hoe groter de kans dat ze afhankelijker en kwetsbaarder worden. Ze hebben hulp nodig bij het huishouden, met zichzelf wassen en verzorgen, met hun eigen financiën, … Allemaal factoren die ervoor kunnen zorgen dat ze sneller het slachtoffer worden van ouderenmishandeling.

Door de toenemende vergrijzing in onze samenleving en het feit dat ouderen steeds langer thuis blijven wonen wordt verwacht dat het aantal gevallen van ouderenmishandeling verder zal toenemen in de toekomst.

Op de website van de minister van Justitie kunnen we lezen dat het belangrijk is een strafrechtelijk beleid vast te leggen dat van toepassing is op het hele Belgische grondgebied om ouderenhandeling te bestrijden. De initiatieven voor het verbeteren van de behandeling van ouderenmishandeling door een passende multidisciplinaire reactie worden aangemoedigd. De minister verwijst bijvoorbeeld naar een project in het rechtsgebeid Luik. Dat project beoogt de definiëring van de verschillende aspecten van de ouderenmishandeling, de reactie op politieniveau en op gerechtelijk niveau en het slachtofferonthaal. Tot slot staat er vermeld dat indien nodig nuttige wetswijzigingen worden overwogen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Beschikt u over cijfergegevens betreffende ouderenmishandeling voor 2007, 2008, 2009 en 2010, opgesplitst per gewest en naar aard en ernst van de feiten?

2. Kan u meedelen in hoeveel gevallen er werd gedagvaard voor de rechtbank? Tot hoeveel en welke veroordelingen heeft dit aanleiding gegeven? Kan u een gedetailleerde profielschets van de daders geven?

3. Beschikt u over cijfergegevens betreffende de zorg die aan slachtoffers van ouderenmishandeling werd gegeven in voornoemde periode? Om welke behandelingen gaat het precies? Met welke problematiek kampten de slachtoffers? Kan u een gedetailleerde profielschets van het slachtoffer geven?

4. Kunnen de resultaten van het vermelde project in Luik meegedeeld worden?

5. Kan u, binnen uw bevoegdheidsdomein, aangeven welke maatregelen de afgelopen drie jaar werden genomen om aan de problematiek van ouderenmishandeling het hoofd te bieden? Acht u deze maatregelen voldoende of ziet u nog ruimte voor andere initiatieven en dewelke? Kan u uw antwoord motiveren?

Antwoord ontvangen op 20 juni 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Deze parlementaire vraag valt niet onder onze bevoegdheid, maar onder de bevoegdheid van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie.