Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5212

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 16 januari 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen

Federale adviesorganen - Samenstelling - Wettelijk quotum - Aantal mannen en vrouwen - 2011

gendermainstreaming
consultatieve bevoegdheid
gelijke behandeling van man en vrouw

Chronologie

16/1/2012Verzending vraag
21/2/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3189

Vraag nr. 5-5212 d.d. 16 januari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, gewijzigd in 1997 en 2003, geldt er een wettelijk quotum wat de samenstelling van de federale adviesorganen betreft. Die adviesorganen mogen in principe uit niet meer dan twee derde leden van hetzelfde geslacht bestaan. Bij niet vervulling van die voorwaarde kan het orgaan in kwestie geen geldig advies meer uitbrengen. Bovenvermelde wet laat in artikel 2bis evenwel een afwijking door de Ministerraad toe als de voogdijminister van het orgaan de onmogelijkheid om de quota na te leven laat weten aan de minister die bevoegd is voor het gelijke kansenbeleid voor mannen en vrouwen en die onmogelijkheid motiveert.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Welke adviesorganen ressorteren onder uw bevoegdheid? Kan u er een lijst van geven?

2) Wat is anno 2011 de samenstelling van elk van die adviesorganen, rekening houdende met het aantal mannen en vrouwen? Mag ik u verzoeken een onderscheid te maken tussen de effectieve leden, de plaatsvervangende leden en het voorzitterschap?

3) Voor welke adviesorganen werd op basis van bovenvermeld artikel 2bis een uitzondering gevraagd en wanneer?

Antwoord ontvangen op 21 februari 2012 :

A. Rijksdienst voor Pensioenen.

1. De Rijksdienst voor Pensioenen heeft geen ‘adviesorgaan’ in de zin van artikel 1 van de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid.

B. Pensioendienst voor de Overheidsdiensten.

1. Wat de pensioenen van de overheidssector betreft, ressorteren er drie adviesorganen onder de bevoegdheid van de minister van Pensioenen.

Het betreft :

- het Technisch Comité voor de pensioenen van de overheidssector ;

- de Commissie voor de pensioenen van de geïntegreerde politie ;

- de bijzondere Commissie van de pensioenen van de lokale besturen.

2. De voorzitter van het Technisch Comité voor de pensioenen van de overheidssector is een man. Tijdens de plenaire vergaderingen bedraagt de verhouding mannen – vrouwen onder de effectieven 20-5, terwijl deze verhouding 16-4 bedraagt onder de plaatsvervangers.

Bij de Commissie voor de pensioenen van de geïntegreerde politie is de voorzitter een man. De verhouding mannen-vrouwen onder de effectieven bedraagt 11-7 en de verhouding mannen-vrouwen onder de plaatsvervangers bedraagt 11-6.

De leden van de bijzondere Commissie van de pensioenen van de lokale besturen zijn benoemd geweest voor een termijn van 6 jaar die een aanvang nam op 1 januari 2005. Deze termijn is verstreken maar geen enkele vernieuwing of vervanging van de leden van deze Commissie heeft zich reeds voorgedaan. Ik kan dus de samenstelling van dit orgaan voor het jaar 2011 niet meedelen

3. Binnen mijn bevoegdheidsgebied werd er geen toepassing gemaakt van artikel 2bis van de wet van 20 juli 1990.

C. Raadgevend Comité voor de Pensioensector

1. Het Raadgevend Comité voor de Pensioensector telt 102 leden, onder wie 51 effectieve leden en 51 plaatsvervangende leden. Onder de effectieve leden zijn er 23 vrouwen en 28 mannen. Bij de plaatsvervangende leden zijn er eveneens 23 vrouwen en 28 mannen. Dit komt neer op een totaal van 45 % vrouwen tegenover 55 % mannen.

De voorzitter als de vice-voorzitter van het Raadgevend Comité voor de pensioensector zijn beide mannen.

2. Er werd geen toepassing gemaakt van artikel 2bis van de wet van 20 juli 1990.