Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4901

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister

Hoge elektriciteitsprijs - Prijsverschillen - Cijfers - Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG)

energieprijs
elektrische energie
CREG

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
9/2/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3628

Vraag nr. 5-4901 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Gezinnen en bedrijven betalen in België fors meer voor elektriciteit dan in de buurlanden. Dat blijkt uit een studie dat het onderzoeksbureau Frontier Economics woensdag voorstelde aan de Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG).

Een gemiddeld gezin in Vlaanderen betaalt, alles inbegrepen, 20,93 eurocent per kilowattuur elektriciteit. In Wallonië en Brussel, waar er geen gratis kilowatturen zijn, ligt de prijs iets hoger, net als in Duitsland. Maar tegenover Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk is Vlaanderen eenentwintig tot 57 % duurder.

Een gelijkaardige conclusie geldt voor professionele klanten. Voor een middelgroot industrieel bedrijf lopen de meerkosten met het goedkoopste buurland (Frankrijk) op tot 48 %.

Het is al langer geweten dat de energieprijzen veel te hoog liggen in België, ik heb de geachte minister hier ook al meerdere malen over ondervraagd. Deze cijfers tonen dit nog maar eens aan.

Hierover de volgende vragen:

1) Bestaan er objectieve verklaringen voor deze bijzonder hoge prijzen in België? Waar ligt volgens de geachte minister de oorzaak van deze ongewone prijsverschillen?

2) Deelt hij mijn analyse dat er overduidelijk iets niet goed zit met de marktwerking in deze sector? Is hij het met mij eens dat de overheid moet ingrijpen bij een marktfalen? Zal hij aan de Belgische mededingingsautoriteit vragen om hier een grondig onderzoek naar te voeren?

Antwoord ontvangen op 9 februari 2012 :

Ik heb de eer om het volgende te antwoorden op de vragen van het geachte lid.

1. Er zijn reeds tal van vergelijkingen tussen de elektriciteitsprijzen in België en de buurlanden uitgevoerd - hoofdzakelijk door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) (onder meer op basis van de studie van het onderzoeksbureau Frontier Economics waarnaar het geachte lid verwijst) - zowel op het vlak van de prijzen voor de residentiële verbruiker als van de prijzen voor de industriële afnemers. Daaruit blijkt inderdaad dat België heel vaak hogere tarieven aanrekent dan Frankrijk, dat de Belgische prijzen vaak overeenstemmen met die in Nederland (maar soms ook hoger liggen) en dat zij lager zijn dan die welke in Duitsland worden gehanteerd.

Voor de residentiële sector moet men opletten geen al te snelle conclusies te trekken want men moet vergelijken wat vergelijkbaar is. De elektriciteitsprijs die de eindverbruiker betaalt, bestaat niet alleen uit de eigenlijke energieprijs (de commodity) die in elk land varieert naar gelang van de energiemix en van het concurrentieniveau op het vlak van de productie, de transmissie- en distributietarieven, maar ook uit taksen en diverse bijdragen die eveneens enorm uiteenlopend zijn naar gelang van het energiebeleid van het betrokken land en van de manier waarop dat gefinancierd wordt (via de elektriciteitsprijs of op andere, bijvoorbeeld fiscale, manieren).

Bij dergelijke vergelijking is het dus van belang dat elk onderdeel onderzocht wordt. Dat is dan ook wat de CREG regelmatig doet. België scoort niet goed voor de molecuulprijzen in het algemeen (rekening houdend met een energiemix waar kernenergie meer dan de helft vertegenwoordigt) noch voor zijn distributietarieven met duidelijke verschillen tussen de DNB’s. Daar dient ook rekening te worden gehouden met de verschillende openbare dienstverplichtingen die in de drie gewesten van het land op verschillende wijze door de netbeheerders zijn opgelegd.

Mijn collega de minister Johan Vande Lanotte, en ikzelf hebben de CREG en de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie gevraagd een nieuwe grondige studie te verrichten naar deze verschillen in België en de buurlanden met een analyse van elk onderdeel van de energieprijs en van de gevolgen van die verschillen voor de energieprijs en dus voor de inflatie.

De CREG zal haar verslag binnenkort neerleggen.

2. Wij wachten op de resultaten en aanbevelingen van hogergenoemde studie alvorens nieuwe initiatieven te nemen zowel op het vlak van toezicht op de concurrentie als van marktomkadering.