Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-454

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 30 november 2010

aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking

het nieuw Indicatief Samenwerkingsprogramma met Rwanda

Rwanda
ontwikkelingshulp
rechten van de mens

Chronologie

30/11/2010Verzending vraag
7/6/2011Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-28

Vraag nr. 5-454 d.d. 30 november 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

U hebt op 30 september 2010 in Kigali, waar u optrad als vertegenwoordiger van het Belgische EU-voorzitterschap, verklaard dat de EU de strijd tegen de corruptie van de Rwandese overheid met veel interesse heeft gevolgd en dat dezelfde vooruitgang nodig is op het vlak van democratisch bestuur. Tegelijkertijd stelde u : "Ons volgend Indicatief Samenwerkingsprogramma zal erover waken te herinneren aan en te wijzen op het belang van democratie en bestuur voor de ontwikkeling van Rwanda" Dat is een terechte kritiek waar u niet alleen mee staat. Ook in internationale middens rijzen almaar meer vragen over het democratische bestuur in dat land. Tegelijkertijd wordt Rwanda ook met de vinger gewezen in een VN-rapport van 1 oktober 2010 van de hand van de VN Hoge Vertegenwoordiger voor de Mensenrechten vanwege de rol die het land speelt in het Oosten van de DRC.

Ook wat het economische parcours betreft, hebt u op 30 september gewezen op de vooruitgang die Rwanda heeft gemaakt in het bereiken van de Millenniumdoelstellingen. Tegelijkertijd stelde u echter dat het land nog belangrijk werk moet verrichten om de armoede en de ongelijkheid tussen de stad en het platteland weg te werken.

We weten dat het huidige Indicatief Samenwerkingsprogramma met Rwanda einde dit jaar afloopt, waardoor in de Gemengde Commissie nog vóór 31 december een nieuw Indicatief Samenwerkingsprogramma voor de periode 2011-2014 moet worden ondertekend. Wellicht hebben de administraties de voorbije maanden de nodige voorbereidingen getroffen. Toch biedt dit nieuw te onderteken ISP een aantal elementen om tegemoet te komen aan uw opmerkingen en om Rwanda te helpen ook deze problemen aan te pakken.

1. Wanneer zal de Gemengde commissie België-Rwanda het finale ISP bespreken?

2. In welke mate zal ons land bij de invulling van het ISP met Rwanda rekening houden met de verstoring van de mensenrechten, het verloop van de voorbije presidentsverkiezingen die niet meteen volgens internationaal aanvaarde normen inzake democratisch bestuur hebben plaatsvonden, de aanhouding van de voormalige presidentskandidate, Victoire Ingabire, en het feit dat de oppositie in het land op alle mogelijke wijzen monddood wordt gemaakt? Hoe zult u in het nieuwe ISP aan deze bekommernissen tegemoetkomen?

3. In hoever zal het nieuwe Indicatief Samenwerkingsprogramma rekening houden met de groeiende kloof tussen de stad en het platteland in Rwanda?

4. In welke mate staat de Rwandese overheid open voor deze opmerkingen en is ze bereid om hier over te spreken?

5. Voorziet u, naar analogie met het ISP met de DRC en Burundi, ook met Rwanda in een incentive tranche?

6. Op 1 oktober verscheen het kritische VN-rapport “Report on most serious violations of human rights and international humanitarian law between 1993 and 2003 in the DRC'. Een van de besluiten heeft betrekking op de rol van de Rwandese overheid bij tal van gewelddadigheden in het Oosten van de DRC, meer bepaald in de periode 1996-1998, die uiteindelijk vele duizenden mensen het leven hebben gekost. Brengt die constatering er u toe dit alsnog ter sprake te brengen bij de bespreking van het nieuwe ISP? Zal dit rapport ook gevolgen hebben voor onze ontwikkelingshulp aan Rwanda?

Antwoord ontvangen op 7 juni 2011 :

Ik kan het geachte lid, in antwoord op zijn vraag, volgende elementen meedelen.

1. Het is u welbekend dat de gemengde commissie met Rwanda in juni 2010 gepland was. In april 2010 werd evenwel beslist deze commissie te verdagen om de dialoog over de taakverdeling met de autoriteiten en de andere donoren voort te kunnen zetten maar ook om de aankondiging van een Belgische bijdrage tegen de achtergrond van een gespannen verkiezingsproces te vermijden. Inmiddels wikkelt onze regering de lopende zaken af. Het voorbereidingsproces van het volgende ISP werd evenwel voortgezet door en na akkoord van de kern werd op 18 mei 2011 een gemengde Commissie gehouden in Kigali.

2. Net zoals de ISPs met een aantal andere landen, met inbegrip van Burundi en de Democratische Republiek Congo (DRC), wegen vraagstukken in verband met politiek en economisch bestuur en de rechten van de mens zwaar door in onze indicatieve samenwerkingsprogramma’s met Rwanda, zoals moge blijken bij de vaststelling van het bedrag of van de specifieke steunverlening dan wel in de politieke dialoog. Dat zou ook zo zijn in het geval van Rwanda, mocht ik het ISP kunnen afronden. Het ISP 2011-2014 bedraagt 160 miljoen euro over vier jaar. Een bijkomende schijf van 40 miljoen euro kan voor de twee laatste jaren van ons samenwerkingsprogramma worden vrijgemaakt op basis van criteria in verband met goed bestuur (kwaliteit van de politieke dialoog, artikel 8, indicatoren van de Common Performance Assessment Framework en indicatoren over persvrijheid in het Joint Governance Assessment), om het belang van democratie en bestuur voor de ontwikkeling te benadrukken.

3. Aangezien onze ISPs ten doel hebben de strijd aan te binden tegen armoede en vooral het platteland in Rwanda getroffen is door grote armoede, legt ons ISP de nadruk op het platteland. Deze strategie ligt in de lijn van de weerhouden sectoren, met name : gezondheid, energie, met inbegrip van herbebossing, en decentralisatie.

4. Het voorbereidingsproces van het ISP waaraan in nauwe samenwerking met de Rwandese partner gewerkt wordt, heeft geen problemen doen rijzen en we zijn performantiecriteria overeengekomen op het vlak van governance en persvrijheid. Deze criteria hebben het voordeel dat ze opgenomen zijn in het Country Performance Assessment Framework en het Joint Governance Assessment, hetgeen de opvolging en de politieke dialoog hierover vergemakkelijkt.

5. Zoals hierboven al vermeld, werd in het ISP Rwanda een systeem van aanmoedigingsbedrag voorzien, Ik wil deze gelegenheid benutten om eraan te herinneren dat deze criteria het voorwerp zijn van een dialoog met de autoriteiten en dat ze geen nieuwe hinderpaal voor de ontwikkeling van onze partners vormen. Integendeel, deze criteria zetten de bakens en krijtlijnen uit van de weg die rechtstreeks en het snelst naar ontwikkeling leidt. Het systeem van aanmoedigingsbedrag werd immers ingevoerd om het belang van het bestuur als een wezenlijk onderdeel van ontwikkeling te benadrukken.

6. De “mapping” van de Verenigde Naties inzake de meest ernstige schendingen van de rechten van de mens en van het internationaal humanitair recht die zich tussen maart 1993 en juni 2003 hebben voorgedaan op het grondgebied van de Democratische Republiek Congo, was een van de gesprekspunten van de politieke dialoog in het kader van de voorbereiding van het ISP en zal deel blijven uitmaken van de politieke dialoog met Rwanda.