Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4057

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Alzheimerpatiënten - Aantallen - Terugbetaling van medicatie voor ernstig zieken

ziekte van het zenuwstelsel
geneeswijze
geneesmiddel
ziekteverzekering
remgeld

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
6/2/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3082

Vraag nr. 5-4057 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Alzheimerexperten en patiëntenvereniging roepen op om alzheimerpatiënten in ons land, net zoals in andere Europese landen, optimaal te behandelen, ook wanneer hun ziekte ernstig wordt. Volgens een Belgisch collectief van Alzheimerexperten en patiëntenvereniging hebben alle patiënten in elk stadium van hun ziekte recht op een optimale behandeling. Daarbij gaat een niet?medicamenteuze aanpak hand in hand met de medicamenteuze.

De huidige Belgische gezondheidszorg schiet blijkbaar tekort in dit fundamenteel streven. Maar liefst 60 tot 70 000 alzheimerpatiënten in een licht tot matig stadium (Helmer et al, 2006, Dementia in Subjects Aged 75 Years or Over within the PAQUID Cohort: Prevalence and Burden by Severity), zouden geen toegang meer hebben tot terugbetaling voor specifieke medicatie wanneer hun ziekte evolueert naar een meer gevorderd stadium. Het RIZIV heeft kennelijk besloten om vanaf 1 juni 2011 de enige medicatie (memantine) voor patiënten in een ernstig stadium niet meer te vergoeden, dit ondanks de positieve bewezen effecten op verschillende domeinen, wat de opname in een instelling kan uitstellen en het gebruik van gevaarlijke psychofarmaca kan verminderen.

De Alzheimerexperten en patiëntenvereniging benadrukken dat de kost van memantine aanzienlijk lager ligt dan de hoge kosten die verbonden zijn aan een opname in een instelling. Daarom dringen ze er op aan ook ernstige patiënten toegang te geven tot een optimale, multidisciplinaire behandeling. Op die manier blijft de levenskwaliteit van de patiënt en zijn omgeving ook gewaarborgd.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Beschikt de minister over cijfergegevens betreffende het aantal Alzheimerspatiënten in ons land, opgesplitst naar de ernst van de ziekte, voor de periode 2008 tot en met de eerste helft van 2011? Kan hij tevens meedelen welke en de hoeveelheid aan medicijnen door deze verschillende soorten patiënten in dezelfde periode werden ingenomen? Wat was de totale kost hiervan en welk aandeel ervan kwam ten koste van de sociale zekerheid?

2) Erkent de minister dat vanaf 1 juni 2011 de enige vorm van medicatie voor ernstige patiënten niet meer vergoed zal worden? Zo ja, kan de minister de achterliggende redenering van deze beslissing toelichten en motiveren?

Antwoord ontvangen op 6 februari 2012 :

In antwoord op uw vraag, kan ik u het volgende meedelen.

Er werden door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen vijf werkzame bestanddelen bij dementie terugbetaald, met name donepezil, rivastigmine, galantamine, memantine en Ginkgo biloba.

De bijlage tabel 1 geeft, per werkzaam bestanddeel en per leeftijdscategorie van vijf jaar, de evolutie weer van de uitgaven, het volume en het aantal patiënten van geneesmiddelen bij dementie in de periode 2008-2010, zoals ze in Farmanet (specialiteiten afgeleverd in apotheken opengesteld voor het publiek en terugbetaald door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) voorkomen.

Uit de Farmanetgegevens blijkt dat in de periode 2008-2010 de totale kost aan geneesmiddelen bij dementie steeg van 33,5 miljoen euro in 2008 tot 38,4 miljoen euro in 2010 (jaarlijkse stijging van 7 %).

Het aandeel dat ten koste kwam van de verzekering voor geneeskundige verzorging ligt op 93 % van de totale kost.

De WHO heeft voor elk werkzaam bestanddeel een ijkeenheid bepaald. Men noemt dat de DoorsneeDagDosis of afgekort DDD. Men bepaalt deze DoorsneeDagDosis door zich te richten naar de gebruikelijke dagdosis voor een geneesmiddel dat aangewend wordt in zijn voornaamste indicatie bij een volwassene. Op die manier is er toch een binding met de praktijk. Het spreekt vanzelf dat het hier gaat om een meetinstrument en niet een norm van goede praktijk.

Het aantal afgeleverde DDD steeg in dezelfde periode van 12,5 miljoen euro tot 14,4 miljoen euro (jaarlijkse stijging van 8 %).

Het totaal aantal verschillende patiënten steeg jaarlijks eveneens met 8 % van 40 050 tot 46 750.

Omdat de indicatie niet vermeld wordt op het geneesmiddelenvoorschrift, beschik ik niet over gegevens volgens de ernst van de ziekte.

Tengevolge een nieuwe evaluatie van de gegevens van de gevalideerde wetenschappelijke bijsluiter heeft de Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen (CTG) voorgesteld om de vergoedingsvoorwaarden van de geneesmiddelen voor de ziekte van Alzheimer te wijzigen:

We herinneren eraan dat die geneesmiddelen slechts doeltreffend zijn bij een klein percentage van patiënten (10 tot 15 %) en dat hun uitwerking slechts tijdelijk is (voor ongeveer zes maanden).

De niet-medicamenteuze hulpmiddelen voor de patiënten, voor hun omgeving en voor de zorgverleners hebben een duidelijk voordeel aangetoond om de levenskwaliteit van de patiënten die aan de ziekte van Alzheimer lijden, te verhogen.

Die gegevens bewijzen dat deze maatregelen niet de Alzheimerpatiënt in de steek laten, maar dat ze tot doel hebben om het beschikbare budget op de best mogelijke manier te besteden, met een behandeling en ondersteuning die op wetenschappelijke bewijzen gebaseerd zijn.

De door het geachte lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.