Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3993

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Justitie

Verkeersboetes - Aansprakelijkheid van de werkgever - Bedragen

overtreding van het verkeersreglement
geldboete
werkgever
civiele aansprakelijkheid

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
1/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-155

Vraag nr. 5-3993 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Overeenkomstig art. 67 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer is de werkgever burgerlijk aansprakelijk voor de geldboetes en de gerechtskosten die de werknemer oploopt in het verkeer. Deze (afwijkende) aansprakelijkheidsregel maakt een betalingsfaciliteit uit in het voordeel van de nationale Schatkist, omdat deze aldus bijkomende garanties bekomt voor het innen van de geldboetes.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1.In hoeveel dossiers werden in 2007, 2008, 2009 en 2010 werknemer en werkgever gedagvaard voor de politierechtbank waarin toepassing werd gevraagd van art. 67 van de wegverkeerswet?

2.Voor welke totaalbedragen werden in voormelde jaren effectieve geldboetes uitgesproken in voormelde dossiers?

3.In hoeveel gevallen en voor welke bedragen werden de geldboetes tijdens de voormelde jaren door de veroordeelde werknemers zelf rechtstreeks betaald aan de Schatkist?

4.In hoeveel gevallen en voor welke bedragen werden de geldboetes tijdens de voormelde jaren door de veroordeelde werkgevers betaald?

Antwoord ontvangen op 1 maart 2012 :

Op grond van de inlichtingen die mij door het Centrum voor Informatieverwerking van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie werden overgemaakt, kan ik de volgende elementen van antwoord meedelen.

1 en 2. In bijlage kunt u de beschikbare cijfers in de gegevensbank van de politieparketten raadplegen.

3 en 4. In verband met deze vragen verwijs ik u graag naar het antwoord van de minister van Financiën op vraag nr. 5-154.

De door het geachte lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.”