Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3986

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Treinvervoer - Gauwdiefstallen - Cijfers - Modus operandi - Aanhoudingen - Maatregelen

reizigersvervoer
diefstal
officiële statistiek
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
6/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3522

Vraag nr. 5-3986 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het treinvervoer is een geliefd werkterrein voor gauwdieven. Vooral het geduw en het getreuzel bij het op- en afstappen zijn het ideale moment om een portefeuille te stelen uit een broekzak, handtas of jaszak. Maar ook op de trein is voorzichtigheid geboden: een jas hang je beter niet aan de kapstok als er kostbare voorwerpen inzitten en je bagage houd je best goed in het oog. Voor treinen waar passagiers veel bagage met zich meedragen, zoals de verbinding tussen Zaventem en Brussel, is dit niet altijd vanzelfsprekend.

Ik heb dan ook volgende vragen voor de bevoegde minister:

1) Heeft de geachte minister cijfers over het aantal diefstallen op de trein in 2009, 2010 en de eerste helft van 2011? Op welke goederen hebben gauwdieven het vooral gemunt?

2) Welke modi operandi worden voornamelijk gehanteerd bij diefstallen op de trein? Hoeveel gauwdieven werden in de voorgenoemde periode bij hun illegale daad betrapt?

3) Op welke spoorlijnen vonden er in de voorgenoemde periode de meeste diefstallen plaats? Kan zij hierbij een opdeling maken naar de aard van het gestolen goed? Worden voor deze treinverbindingen specifieke maatregelen genomen, rekening houdende met de aard van het diefstal die het meest voorkomt?

Antwoord ontvangen op 6 maart 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

Vraag 1

Gelieve in bijgevoegde tabel (blad “algemeen nl+fr”) het antwoord te willen vinden op bovenstaande vraag. Het betreft het aantal door de politiediensten geregistreerde feiten inzake “Zakkenrollerij” waarbij de bestemming van de pleegplaats “Trein” werd aangeduid. In bijlage (blad “objecten nl – TOP 20”), kunt u eveneens een tabel terugvinden die weergeeft welke twintig voorwerpen het meest werden geregistreerd als gestolen. Deze informatie wordt weergegeven op basis van het hieraan gekoppelde aantal feiten, en worden weergegeven voor de volledige jaren 2009 en 2010 alsook voor het eerste semester van 2011 op het nationale niveau.

Op nationaal niveau suggereert de analyse van de gegevens enkel een vermindering van het aantal diefstallen tussen 2009 en 2010. Rekening houdende met het aantal reizigers die de trein nemen, kunnen we constateren dat de probabiliteit om bestolen te worden, vermindert van 2009 tot 2010. Wat betreft het type goederen dewelke geviseerd worden door de dieven, suggereren de cijfers dat voor de meeste diefstallen bankkaarten/kredietkaarten/betaalkaarten betreffen (326 feiten voor het 1ste semester 2011), portefeuilles/geldbeugels/sleutelhangers (318), identiteitskaarten (306), eurobiljetten (266) en SIS kaarten (241). In mindere mate de privé-documenten (zoals rijbewijzen, vervoersbewijzen, abonnementen, paspoorten, enz.), multimediamateriaal (GSM, laptops, enz.) en de zakken/boekentassen/aktetassen behoren ook tot de goederen die regelmatig worden gestolen in de treinen.

Vraag 2 :

In bijlage kunt u een tabel terugvinden die weergeeft welke twintig modi operandi het meest werden geregistreerd voor gauwdiefstallen op de treinen (sheet “modus nl – TOP 20”). Deze informatie wordt weergegeven op basis van het hieraan gekoppelde aantal feiten, en worden weergegeven voor de volledige jaren 2009 en 2010 alsook voor het eerste semester van 2011 op het nationale niveau. We noteren dat de feiten van het type gauwdiefstal verschillende modi operandi kunnen inhouden (bijvoorbeeld een gauwdiefstal met mededaders). De cijfers waarover we beschikken laten ons echter niet toe om op een betrouwbare manier het aantal gauwdiefstallen op heterdaad weer te geven voor de période 2009-2011 (1ste semester).

De analyse van de gegevens in de tabel geven aan dat het merendeel van de diefstallen van het type « gauwdiefstal » zijn, en/of dat de daders in het algemeen in het bijzijn van derden opereren (waaronder andere reizigers) en/of gebruik maken van een of meerdere mededaders. Voorwendsels – zoals de afleiding, listen en/of interpelleren – worden ook gebruikt om goederen van de slachtoffers te ontdoen.

Vraag 3 :

Momenteel is de directie CGO van de federale politie werkzaam rond een analyse van de opdeling van de criminele feiten volgens de spoorlijnen. Het is momenteel niet mogelijk om hieromtrent cijfergegevens te verschaffen.

Er worden ook specifieke maatregelen genomen op het spoorweg- en metrodomein om het fenomeen van de gauwdiefstallen in te dijken. Het actieplan MERCURIUS, in plaats gesteld eind 2005, heeft als doel om het aantal preventieve en zichtbare patrouilles te verhogen, alsook om de samenwerking en gegevensuitwisseling te bevorderen met de veiligheidsdiensten van de MIVB en de NMBS. De inplaatsstelling van een ploeg politieagenten (het team « AGIL»), gespecialiseerd in dit fenomeen is eveneens een belangrijk resultaat van dit actieplan. Het efficiënt gebruik van de veiligheidscamera’s, het in kaart brengen van de diefstallen in de stations en de samenwerking met de lokale politiezones, zijn andere maatregelen door SPC en laten toe om het fenomeen van de diefstallen efficiënter aan te pakken.

Ook op international vlak werken we samen en dit in het kader van veiligheidsacties georganiseerd door RAILPOL (waarbij veiligheidscampagnes worden georganiseerd in dit fenomeen). Ook andere acties zoals FIPA (« Full Integrated Police Actions ») dragen bij om dit fenomeen in te dijken en verhogen vanuit een preventief oogpunt de aanwezigheid van politie in de treinen en stations.

Zelfs als het verband tussen oorzaak-gevolg moeilijk te bepalen is, dragen al deze maatregelen waarschijnlijk bij tot de vermindering van het aantal diefstallen per reiziger (NMBS) geregistreerd door de geïntegreerde politie tussen 2007 en 2010. Ter illustratie is het verband tussen het total aantal diefstallen en afpersingen (in de stations) en het aantal reizigers gedaald van 2007 (37,0) tot 2010 (34,5).

Veel diefstallen in drukke plaatsen, zoals markten, maar zeker ook in de stations en treinen, gebeuren door “rondtrekkende daders”. Deze zijn goed georganiseerd en opereren vaak vanuit Brussel. ‘s Morgens worden zij dan uitgestuurd naar drukke bijeenkomsten (stations, marktplaatsen, de kust in de zomer) en plegen zij aldaar diefstallen. ‘S avonds komen zij dan met hun buit terug naar het binnenland. De aanpak van deze georganiseerde bendes vraagt echter dringend initiatieven vanuit de gerechtelijke en bestuurlijke overheden om dit probleem doeltreffend aan te pakken.

Trein







2009

2010

2011 (SEM 1)

Geld

Bank- / krediet- / betaalkaart

617

556

326

Lederwaren / imitatie

Brieventas / geldbeugel / sleutelhanger

632

532

318

Document

Identiteitskaart / nationale

591

499

306

Geld

Euro - biljetten

532

440

266

Document

SIS-kaart

481

389

241

Document

Rijbewijs / nationaal

413

372

243

Documenten (specifiek)

Reiskaartje / abonnement

252

258

139

Document

Andere

158

83

71

Communicatie

GSM / mobilofoon

119

99

61

Geld

Euro-niet nader bepaald

84

81

57

Documenten (specifiek)

Andere documenten

60

101

51

Geld

Biljetten vreemde valuta

55

52

30

Computer / randapparatuur

Draagbaar (notebook, laptop)

44

42

26

Document

Identiteitskaart/buitenlandse

32

37

27

Ijzerwaren

Sloten / huissleutel

41

33

12

Document

Rijbewijs / internationaal

40

30

15

Documenten (verblijf)

Paspoort / buitenlands paspoort

22

35

18

Geld

Euro - muntstukken

30

25

17

Lederwaren / imitatie

Boeken- / diplomaten- / akten- / documententas

28

29

8

Lederwaren / imitatie

Rugzak

28

24

12

Bron : Federale Politie / CGOP / Beleidsgegevens

Opmerking: voor elk feit inzake zakkenrollerij kunnen meerdere objecten worden geregistreerd. De gegevens in desbetreffende tabel mogen dan ook geenszins worden opgeteld.

De tabel is geen weergave van het aantal gestolen voorwerpen maar wel van het aantal feiten waarbij een bepaald type van voorwerp werd gestolen, ongeacht de hoeveelheid ervan.