Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3958

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Exploitatiekosten - Externe factoren - Infrastructuurheffing en energiefactuur - Beperking

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
vervoer per spoor
bedrijfskosten

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
19/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2594

Vraag nr. 5-3958 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tijdens de hoorzitting van 7 juni 2011 over de financiële situatie bij de NMBS Groep voor de gezamenlijke commissies Infrastructuur en Economische en Financiële Aangelegenheden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat, liet Marc Descheemaecker, gedelegeerd bestuurder van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS), optekenen dat de exploitatiekosten van de NMBS beïnvloed worden door externe factoren.

Volgens de gedelegeerd bestuurder is de intra-groeptarificatie voor de infrastructuurheffing een van die factoren die de productiekosten beïnvloeden. In 2010 betaalde de NMBS 623 miljoen euro als infrastructuurvergoeding. Maar ook de factuur voor de energie speelt een niet onbelangrijke rol. In datzelfde jaar betaalde de NMBS ook 158 miljoen euro aan energie.

De tarieven die de NMBS aan Infrabel, de infrastructuurbeheerder, en Electrabel, de energieleverancier, moet betalen zouden veel te hoog zijn. Zeker in vergelijking met de ons omliggende landen zou de spoorwegexploitant in België veel te veel moeten betalen. Vooral het feit dat de NMBS enkel bij Infrabel en Electrabel kan aankloppen voor de levering van hun diensten zou de tarieven de hoogte in jagen.

Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen:

1) Bevestigt de geachte minister dat de exploitatiekosten van de NMBS worden beïnvloed door externe factoren? Wil zij de belangrijkste ervan opsommen en duiden? Erkent zij ook dat de infrastructuurheffing en de energiefactuur twee belangrijke factoren zijn in deze?

2) Kan zij de tarieven voor de infrastructuur en de energie die de NMBS respectievelijk aan Infrabel en Electrabel de laatste vijf jaar betaalde, in vergelijkend perspectief plaatsen met de tarieven die de spoorwegexploitanten in de ons omliggende landen betalen voor dezelfde diensten? Blijkt uit deze vergelijking dat de tarieven in ons land inderdaad (te) hoog zijn? Meent zij dat de monopolie posities van beide bedrijven daar voor iets tussen zitten?

3) Acht zij het aangewezen maatregelen te nemen om de impact van deze externe factoren op de productiekosten tot een minimum te beperken? Welke concrete maatregelen had zij daarbij in gedachten?

Antwoord ontvangen op 19 maart 2012 :

1.   Betreffende de invloed van externe factoren op de exploitatiekosten van de nationale maatschappij der belgische spoorwegen (NMBS) moet men rekening houden met enkele elementen. Er zijn namelijk de personeelskosten (1 152 miljoen euro of 45 % van de kosten in 2010) zijn de infrastructuurvergoedingen (623 miljoen euro of 24 % van de kosten - verschuldigd aan Infrabel) en de elektriciteitskosten voor tractiestroom (158 miljoen euro of 6 % van de kosten - eveneens verschuldigd aan Infrabel).  

Infrabel factureert de infrastructuurvergoeding aan volgens een formule met zowat 20 parameters; de productieve trein-kilometers is de meest significante. 

De tractiestroom wordt door Infrabel aangekocht voor alle spoorwegondernemingen die op het Belgisch spoorwegnet rijden. Infrabel betrekt alle tractiestroom bij Electrabel en rekent deze tegen kostprijs door volgens geschat verbruik. Hierbij wordt rekening gehouden met het verbruikstijdstip (piek, normale uren en nachturen), het type en het gewicht van de trein (normaal reizigersvervoer, HST, vrachtvervoer).  

2.   Wat de tariefevolutie betreft van de infrastructuurvergoeding en de elektrische tractiestroom is er een sterke stijging in België over de periode 2005-2010. De vergelijking met de tarieven in de ons omringende landen is - door de liberalisering op de Europese markt - moeilijk.  

Infrastructuurvergoeding in België (volgens vastgelegde formules voor treinpadrechten) 

(wettelijk monopolie: Infrabel)

JAAR

2005

2006

2007

2008

2009

2010

Infrastructuurvergoeding

 (M EUR)

490,3

573,3

582,2

607,3

623,4

          623  

trein-km (1000 t-km)

 

          92.825   

       93.134  

       93.777  

       92.820  

       90.369  

       92.210  

Infrastructuurvergoeding/

 EUR / trein-km

 

5,28

6,16

6,21

6,54

6,90

6,76

evolutie-%

100,00%

117,00%

118,00%

124,00%

131,00%

128,00%

Tractiestroomprijs in België  (nagenoeg constant 1 400 GWh) 

(leverancier over alle jaren: Electrabel)

jaar

2005

2006

2007

2008

2009

2010

prijs EUR / MWh

       

51,72

58,52

62,63

69,18

95,84

110,35

evolutie-%

100,00%

113,00%

121,00%

134,00%

185,00%

213,00%

De infrastructuurvergoeding van de Europese Unie (EU)-landen wordt vastgelegd volgens verschillende grondslagen en houdt onder andere rekening met de Staatstoelage aan de infrastructuurbeheerder. Een vergelijking van aangerekende kosten voor gelijkwaardige diensten is dus niet mogelijk.  

Een betrouwbare vergelijking van de elektriciteitsprijs met het buitenland is dus onmogelijk. Dit gegeven wordt meestal als vertrouwelijk beschouwd en de jaarrekeningen melden het niet afzonderlijk.  

De infrastructuurvergoeding wordt jaarlijks vastgelegd in de Netverklaring op basis van wettelijke bepalingen (jaarlijkse indexering, verplichting om de infrastructuuruitgaven in evenwicht te houden met de ontvangen vergoeding en de Staatsfinanciering) en na overleg met de spoorwegondernemingen en de federale overheid.  

De elektriciteitslevering voor de tractiestroom is een gevolg van de "geliberaliseerde" markt waarin Electrabel na openbare aanbesteding aangewezen werd als leverancier. De quasimonopolie-positie van Electrabel tegenover bedrijven die een dermate grote aanbesteding (1 400 GWh per jaar) uitschrijven brengt met zich dat andere elektriciteitsleveranciers moeilijk een gunstige prijs met leveringsgarantie kunnen bieden.   

3.   Uiteraard hebben de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) en Infrabel maatregelen genomen om deze kosten zoveel mogelijk in te dijken. Het vervoersplan van 2013 zal concrete maatregelen bevatten om kostenverminderingen te realiseren.  

Voor de elektriciteitskosten is een uitgebreide reeks maatregelen opgenomen in het milieubeleidsplan dat in parallel met een verlaging van de CO2-uitstoot een verlaging van het stroomverbruik beoogt. Dit plan slaat vooral, naast een verdere verlaging van het energieverbruik in gebouwen, installaties en werkplaatsen, op het sterk opvoeren van de energie-efficiëntie voor de tractiestroom.