Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3828

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 28 november 2011

aan de minister van Justitie

Falend migratiebeleid - Impact op justitie - Gerechtelijke hervorming - Arrondissementen

migratiebeleid
sociaal effect
judiciële hervorming
illegale migratie
fraude
politiek asiel
officiële statistiek
asielzoeker

Chronologie

28/11/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4023

Vraag nr. 5-3828 d.d. 28 november 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tijdens de hoorzitting in de Kamer over de openingsredes met betrekking tot het immigratiebeleid en de gevolgen ervan op het sociale stelsel, liet procureur-generaal Yves Liégeois optekenen dat het openbaar ministerie eigenlijk is gestart met de voorbereiding van grotere arrondissementen of de absoluut noodzakelijkere ruimere niveaus die zich beter kunnen wapenen tegen grensoverschrijdende fenomenen.

Tijdens de lopende regeringsonderhandelingen kwamen de onderhandelaars blijkbaar overeen het gerechtelijk landschap te hertekenen en het aantal gerechtelijke arrondissementen te halveren tot dertien omwille van de schaalvoordelen. In Vlaanderen zouden deze gerechtelijke arrondissementen samenvallen met de provinciegrenzen. Ieder arrondissement zou ook een manager (niet-magistraat) krijgen die de logistieke en administratieve coördinatie op zich neemt.

In dezelfde beweging gaven de arbeidsauditoraten, nadat ze daarover werden bevraagd, een beeld van misbruiken en oneigenlijk gebruik van de wet, naast lacunes in de wetgeving, die de vraag oproepen of dit de bedoeling was van de wetgever. Tevens was de vraag of de toestand die de Belgische sociale zekerheid onder druk plaatst houdbaar is zonder ingrijpend optreden van de wetgever.

Volgens Liégeois toont één en ander aan dat de realisering van de noodzakelijke fundamenten van gerechtelijke hervorming, waaronder de informatisering, belangrijk is voor de verdere uitvoering van de taken van Justitie. De praktijk toont dan weer aan dat de controle en de uitwisseling van informatie op heel veel gebieden onmogelijk wordt gemaakt.

Als typerend voorbeeld verwees Liégeois naar de impact van de wijze waarop immigratie wordt aangepakt op federaal niveau op de werking van de instellingen, Justitie in het bijzonder, en het fenomeen van de illegale draaideurcriminelen. Het falend migratiebeleid dient dus ondervangen te worden door Justitie, onder andere via voorlopige hechtenis en gerechtelijke onderzoeken, terwijl de reeds fel beladen strafrechtelijke weg daar eigenlijk niet is voor bedoeld. Er werd tevens verwezen naar de niet uitvoering van gevangenisstraffen tot drie jaar.

De onderhandelaars kwamen, volgens de Standaard, op het gebied van de strafuitvoering blijkbaar ook overeen om straffen van minder dan drie jaar, die nu dus praktisch nooit worden uitgevoerd wegens de overvolle gevangenissen, toch uit te voeren. Kleinere straffen zouden in de toekomst effectief worden uitgevoerd door te opteren voor 'alternatieve straffen', zoals de elektronische enkelband of het huisarrest.

Volgens de heer Liégeois lijkt de denkoefening op welke wijze in onze democratie een georganiseerde aanpak moet gebeuren van bijzonder complexe fenomenen, zoals immigratie, een uitdaging die de samenwerking van alle instellingen vereist. Een parlementslid stelde daarop dat fraude best bestreden wordt met een ketenaanpak. Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding pleitte in haar laatste jaarverslag 2010 Mensenhandel en -smokkel eveneens voor een ketenaanpak.

We mogen in dit debat uiteraard niet voorbij gaan aan de vaststelling dat onze samenleving deel uitmaakt van een globaliserende wereld waar migratiestromen een maatschappelijke realiteit vormen. Die stromen kunnen ook niet worden stilgelegd. Wat we echter wel kunnen doen is het beheersen van de ongewenste negatieve gevolgen van die migratie, waarbij misbruiken, fraude en oneigenlijk gebruik van de wetgeving wordt aangepakt.

In dit kader een aantal vragen:

1) Deelt de geachte minister de visie dat we nood hebben aan grotere arrondissementen omwille van de schaalvoordelen? Acht hij een provinciale omschrijving in overeenstemming met de absoluut noodzakelijke ruimere niveaus die zich beter kunnen wapenen tegen grensoverschrijdende fenomenen? Kan hij zijn standpunt toelichten?

2) Erkent hij het bestaan van misbruiken, oneigenlijk gebruik en lacunes in de wetgeving waarbij voorbij wordt gegaan aan de bedoeling van de wetgever? Kan hij zijn visie nader verklaren aan de hand van de beschreven voorbeelden inzake immigratie?

3) Is hij ook van mening dat de gerechtelijke hervorming, waaronder de informatisering, noodzakelijk is opdat justitie zijn taken naar behoren kan blijven vervullen? Deelt hij tevens de mening dat de controle en de uitwisseling van informatie op heel veel gebieden onmogelijk wordt gemaakt? Wil hij zijn standpunt uitdiepen en aangeven met welke maatregelen hij hieraan tegemoet wil komen?

4) Beschikt hij over cijfergegevens voor de periode 2008 tot en met de eerste helft van 2011 betreffende het aantal veroordeelde illegalen, opgesplitst per nationaliteit en de aard van de feiten? Hoeveel illegalen werden in diezelfde periode niet voor de eerste keer veroordeeld, eveneens opgesplitst per nationaliteit en de aard van de feiten?

5) Beschikt hij over informatie betreffende hat aantal illegalen dat in diezelfde periode achter de tralies belandde, onder welk regime en voor hoelang? Hoeveel illegalen liepen een veroordeling op van minder dan drie jaar en moesten die straf bijgevolg niet uitzitten? Acht hij ook voor deze mensen een elektronische enkelband of huisarrest als alternatief?

6) Is hij ook van oordeel dat complexe fenomenen, zoals de immigratie en het strafrechtelijk aanpak van de ongewenste neveneffecten, de samenwerking van alle instellingen vereist? Ziet hij ook heil in de voorgestelde ketenaanpak? Wil hij zijn visie voor zo een ketenaanpak toelichten?