Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3083

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 16 september 2011

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister

Verkeersovertredingen door buitenlanders - Straffeloosheid - Internationale afspraken

verkeersveiligheid
overtreding van het verkeersreglement
EU-onderdaan
officiële statistiek
bilaterale overeenkomst

Chronologie

16/9/2011Verzending vraag
18/10/2011Antwoord

Vraag nr. 5-3083 d.d. 16 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Buitenlanders op onze Belgische wegen hoeven zich blijkbaar weinig zorgen te maken over boetes voor te snel rijden of fout parkeren. Processen-verbaal zouden namelijk enkel naar de buurlanden worden verstuurd. De rest gaat vrijuit. Een Europese richtlijn zou die straffeloosheid over enkele jaren wel moeten wegwerken.

Met Frankrijk, Nederland en Duitsland heeft België blijkbaar een akkoord waardoor de politiediensten elkaars databank met nummerplaten kunnen inkijken. Die gegevensuitwisseling verloopt blijkbaar stroef. Heel wat bestuurders glippen zo nog steeds door de mazen van het net.

Bestuurders uit verdere landen ontspringen nu doorgaans de dans. Vooral bestuurders uit Polen, Hongarije, Bulgarije en Roemenië zouden ergernis veroorzaken bij de politiediensten. De Staatssecretaris zou daarom ook een akkoord met die vier Europese landen willen om de gegevens van overtreders te kunnen uitwisselen.

Op langere termijn zou er een Europese richtlijn komen waardoor alle verkeersovertredingen binnen de Unie bestraft kunnen worden.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Beschikt de staatssecretaris over cijfergegevens voor 2008, 2009, 2010 en de eerste helft van 2011 betreffende het aantal verkeersovertredingen dat in ons land, eventueel opgesplitst per arrondissement, door buitenlanders werd begaan? Kan hij ook meedelen over welke overtredingen het precies ging en wat de nationaliteit van de overtreders precies was? Welk gevolg werd aan de verschillende overtredingen gegeven? Hoe hoog was het totaalbedrag van de overtredingen samen en welk deel daarvan werd uiteindelijk effectief geïnd?

2) Kan de staatssecretaris het bestaan van de bilaterale akkoorden bevestigen, net zoals de moeilijke toepassing in de praktijk? Aan welke maatregelen denk hij desgevallend om de uitwisseling soepeler te laten verkopen? Klopt het dat er ook uitgekeken wordt naar akkoorden met andere landen? Welke landen komen precies in aanmerking en waarom?

3) Wil de staatssecretaris de stand van zaken meedelen betreffende de Europese richtlijn waardoor alle verkeersovertredingen binnen de Europese Unie bestraft zouden kunnen worden? Wat is precies de inhoud van de richtlijn? Op welke wijze zullen deze straffen precies ten uitvoer worden gelegd in de praktijk?

Antwoord ontvangen op 18 oktober 2011 :

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden:

1. Als bijlage vindt u een tabel met beschikbare gegevens die de geïntegreerde politie (Centrex Wegverkeer) mij bezorgde. Voor 2011 zijn nog geen volledige cijfers voorhanden.

2. Het bilaterale akkoord met Frankrijk is in werking getreden op 1 oktober 2011 en is gepland om operationeel te zijn vanaf 1 januari 2012. Belgische en Franse experts hebben in het najaar een bijeenkomst gepland voor de technische uitwerking van het verdrag.

Met Nederland zijn onderhandelingen lopende om een soortgelijk bilateraal verdrag af te sluiten. Het ontwerp van verdragtekst is in een finaal stadium. Wellicht moeten de Nederlandse en Belgische delegaties in de komende maanden nog een laatste maal vergaderen om de finale tekstaanpassingen te onderhandelen.

Met andere landen zijn er momenteel geen bilaterale besprekingen hangende of gepland, gelet op de goedgekeurde Europese Cross Border richtlijn, die net als de bilaterale verdragen de uitwisseling beoogt van gegevens van kentekenplaathouders, die een (bepaalde) verkeersovertreding begingen. Deze richtlijn moet door de lidstaten in nationaal recht zijn omgezet binnen de twee jaar. Ik ben van oordeel dat we ons eerst op de twee bilaterale akkoorden met Frankrijk en Nederland moeten focussen, alsook op de omzetting in nationaal recht van de Cross Border richtlijn, vooraleer nieuwe bilaterale besprekingen aan te gaan.

In de praktijk gebeurt de uitwisseling van persoonsgegevens ter identificatie van de overtreder in de grensstreken ook op basis van samenwerkingsakkoorden, gesloten tussen politiediensten.

3. Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen twee aspecten voor wat betreft de verkeersovertredingen die worden begaan door buitenlanders. De eerste stap is de uitwisseling van persoonsgegevens, nodig om de overtreder te kunnen identificeren. De tweede stap is de inning van de boete of de tenuitvoerlegging van de sanctie. De bilaterale verdragen en de richtlijn gaan beide over het eerste aspect, namelijk het louter uitwisselen van persoonsgegevens, om aan de hand van die gegevens dan in een ander stadium de overtreder te kunnen bestraffen. Het tweede aspect (de uiteindelijke bestraffing) komt aan bod in het Kaderbesluit Geldelijke Sancties, een dossier van mijn collega minister van Justitie.

Anders dan in de bilaterale verdragen die gegevensuitwisseling in principe voor elke verkeersovertreding mogelijk maken, beperkt de Europese Cross Border richtlijn zich tot gegevensuitwisseling voor de volgende acht belangrijke (verkeersveiligheidgerelateerde) overtredingen:

- te hoge snelheid;

- niet dragen van de veiligheidsgordel;

- door het rode licht rijden;

- rijden onder invloed van drank;

- rijden onder invloed van drugs;

-niet dragen van een veiligheidshelm;

- gebruiken van een verboden rijstrook;

- illegaal gebruik van een mobiele telefoon of andere communicatieapparatuur tijdens het rijden.

PV / OI voor overtredingen door buitenlandse voertuigen.

2008

2009

2010


Aantal

Aantal

Aantal

Onmiddellijke inning (OI) betaald

27446

23.689

18.426

OI in verwerking

4

-

11

OI niet (of niet correct) betaald

1.063

2.251

1.340

Proces-verbaal

179.474

260.926

307.032

Onbekend

25

20

37

Totaal

208.012

286.886

326.846

Onmiddellijke inning (OI) betaald



2008

5.109.807



2009

4.453.995



2010

3.668.512







Bron: nationale gegevensbank (uittreksel 30 september 2011).