Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2488

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 8 juni 2011

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Gratis reizen of reizen tegen verminderde prijs - Reële kostprijs - Houdbaarheid van de prijzenpolitiek

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
reizigersvervoer
vervoerskosten
reizigerstarief
plaatsbewijs

Chronologie

8/6/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-3957

Vraag nr. 5-2488 d.d. 8 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Heel wat reizigers op de trein betalen niet de volle pot als ze met de trein rijden. Er bestaan een hele reeks kortingen en voordelen in ons land, waarbij het gaat van gratis openbaar vervoer tot verminderde tarieven.

Het meest gekende is uiteraard het gratis woon-werkverkeer. Zo sporen alle ambtenaren op kosten van de werkgever dagelijks naar het werk. Heel wat andere reizigers genieten het derdebetalersysteem waarbij de werkgever een aanzienlijk deel van de kosten op zich neemt en de overheid de rest bijpast. In het slechte geval betalen ze zelf ook een kleine bijdrage.

Er zijn echter nog categorieën van reizigers die niet zelf betalen voor hun vervoer. Hierbij kan verwezen worden naar de politieagenten, de spoorwegpolitie, journalisten in tweede klasse, kinderen tot twaalf jaar (maximum vier) vergezeld van een betalende reiziger, bezitters van een nationale reductiekaart (blinden en slechtzienden), de kosteloze begeleiderskaart en de kaart voor vaderlandslievende redenen (oud-strijders, krijgsgevangenen, politieke gevangenen, hun weduwen, …).

Daarnaast bestaan er nog tal van formules voor verminderde tarieven. Het gaat dan om werkzoekenden die gaan solliciteren (- 70 %), weekendbiljetten (- 50 %), allerhande kaarten zoals de schooltrein-, de jaartrein-, de trajecttrein- en de nettreinkaart (- 20 %), militairen (- 50 %), journalisten in eerste klasse (- 75 %), kortingskaart voor verhoogde tegemoetkoming (- 50 %), kortingskaart voor grote gezinnen (- 50 %), onvergezelde kinderen tot twaalf jaar (- 50 %), OCMW-biljetten, groepskortingen (- 70 %), Go Pass, combiproducten voor in de vrije tijd en uiteraard het verminderde tarief voor gepensioneerden (5,20 euro in tweede klasse en 12 euro in eerste klasse).

Het spreekt voor zich dat al deze maatregelen in het voordeel van de reiziger zijn. Die betaalt niet of toch veel minder dan normaal. De kosten die daar tegenoverstaan blijven echter gelijk. Dat verschil dient bijgepast te worden. Een bijkomend aspect is de dekking van de tarieven van de reële kostprijs.

In dit kader kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen:

1) Wil de geachte minister een overzicht geven van de van het aantal reizigers dat gratis of aan verminderd tarief gebruik maakte van de trein, opgesplitst per categorie, met inbegrip van het genoten tariefverschil en de totale reductie? Graag kreeg ik deze informatie voor de periode van 2007 tot en met 2010. Kan zij ook aangeven wie het verschil bijpaste en op welke wijze?

2) Beschikt zij over cijfergegevens betreffende de reële kostprijs van treinritten tegenover de huidige prijs voor de betalers? Hoe groot is het verschil? Wie past dit verschil eventueel bij en op welke wijze?

3) Acht zij deze prijzenpolitiek houdbaar op de lange termijn? Zo ja, waarop baseert zij zich? Zo niet, welke maatregelen heeft zij in gedachten?