Verkeersveiligheid - Asociaal rijgedrag - Invloed van geur - Onderzoek en toepassing in België
verkeersveiligheid
sociaal gedrag
overtreding van het verkeersreglement
8/6/2011 | Verzending vraag |
18/7/2011 | Antwoord |
Asociaal rijgedrag vormt een groot probleem voor de verkeersveiligheid. Het ligt aan de basis van veel ongelukken. Om de situatie op de weg te verbeteren is het van belang remedies voor asociaal rijgedrag te vinden. Uit een recent laboratorium- en praktijkonderzoek in opdracht van het Nederlandse Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland (ROVG) blijkt dat geur een universele invloed heeft op het snelheidsaspect van asociaal rijgedrag. Concreet zou rijden onder invloed van pepermuntgeur aanleiding geven tot het hanteren van een lagere snelheid (L. Iskarous, A. Thijssen & G. van Leeuwen, De invloed van geur op asociaal rijgedrag, Arnhem, Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland-ROVG, 2011, 75 p.).
Het laboratoriumonderzoek vond een direct effect van pepermuntgeur op snelheid: onder invloed van pepermuntgeur wordt minder snel gereden. Echter, een rit in een gesimuleerde situatie is niet hetzelfde als rijden in de werkelijkheid. Daarom werd er een tweede onderzoek gedaan, om te bepalen of de gevonden resultaten ook in het veld gerepliceerd kunnen worden. Het effect werd bevestigd. In beide onderzoeken werd gevonden dat pepermuntgeur een effect heeft op snelheid: pepermuntgeur leidt tot minder snel rijden, en dus tot minder snelheidsovertredingen.
In de praktijk betekent dit dat mits het installeren van een geurdispenser met pepermuntgeur in de auto, dit waarschijnlijk een positief effect zal hebben op de gehanteerde snelheid. Bovendien kan het plaatsen van een dergelijke dispenser in de auto leiden tot een kettingreactie: mensen die minder asociaal rijden zetten waarschijnlijk een nieuwe sociale norm op de weg, wat kan leiden tot minder asociaal rijgedrag van andere automobilisten. Dit kan hele gunstige effecten hebben voor de verkeersveiligheid, want er zal minder sprake zijn van snelheidsovertredingen.
Met dit onderzoek wordt een nieuwe weg ingeslagen in de zoektocht naar oplossingen voor asociaal rijgedrag, zoals onaangepaste snelheid, bumperkleven of het nalaten om voorrang te verlenen. Aangezien het onderzoek in Nederland een primeur is, dienen we ook in België dringend een studie te laten verrichten naar de impact van pepermuntgeur op het verkeersgedrag bij Belgische automobilisten. Als de onderzoeksresultaten ook hier bevestigd worden zijn er alleszins veel mogelijkheden voor de toekomst.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1) Erkent de geachte staatsecretaris dat asociaal rijgedrag een probleem vormt voor de verkeersveiligheid en beschikt hij eventueel over cijfermateriaal voor de jaren 2008, 2009, 2010 en eerste helft 2010 over het " bumper kleven " en het nalaten voorrang te verlenen? Is hij op de hoogte van het Nederlands onderzoek waaruit blijkt dat geur een universele invloed heeft op het snelheidsaspect van asociaal rijgedrag en dat rijden onder invloed van pepermuntgeur aanleiding geeft tot het hanteren van een lagere snelheid? Is hij bereid om ook in België een dergelijk onderzoek te laten voeren?
2) Volgt hij de conclusie waarbij de geur van pepermunt een positief effect zal hebben op de gehanteerde snelheid, met inbegrip van de beschreven kettingreactie? Hoe staat hij tegenover de verspreiding van doosjes pepermunt in het kader van verkeerscontroles?
3) Heeft hij nog weet van andere onderzoeken en (praktische) conclusies inzake asociaal rijgedrag ter verbetering van de verkeersveiligheid? Zie hij daarin eventuele maatregelen?
1. & 2. Dat asociaal rijgedrag niet bevorderlijk is voor de verkeersveiligheid staat buiten kijf. Het in bijlage gevoegde cijfermateriaal van Centrex verkeer geeft weer hoeveel overtredingen werden vastgesteld voor “bumper kleven” en het niet respecteren van de voorrangsregels in de periode 2008 tot eerste semester 2010.
Op basis van de ongevallenstatistieken van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, ADSEI, die geanalyseerd worden door het BIVV, en die in de onderstaande tabel worden weergegeven blijkt dat het aandeel van de ongevallen waarbij minstens één weggebruiker de voorrangsregels niet heeft gerespecteerd, de voorbije tien jaar gedaald is van 32 % naar 19 %. Uit de cijfers kan niet afgeleid worden in hoeverre onaangepaste snelheid aan de basis zou liggen van het niet respecteren van de voorrangsregels.
Jaar |
Ongevallen waarbij minstens 1 weggebruiker de voorrangsregels niet respecteert |
Totaal aantal ongevallen |
% van de ongevallen waarin minstens 1 weggebruiker de voorrangsregels niet respecteert |
1999 |
16600 |
51601 |
32% |
2000 |
15812 |
49065 |
32% |
2001 |
15102 |
47444 |
32% |
2002 |
15231 |
47606 |
32% |
2003 |
14698 |
50636 |
29% |
2004 |
11666 |
48797 |
24% |
2005 |
11203 |
49286 |
23% |
2006 |
10598 |
49171 |
22% |
2007 |
10099 |
49815 |
20% |
2008 |
9453 |
48827 |
19% |
2009 |
8950 |
47794 |
19% |
Bron : FOD Economie, ADSEI, Infografie : BIVV
Het idee om aan gedragsbeïnvloeding te doen via het verspreiden van geuren is niet nieuw en wordt al geruime tijd toegepast in de commerciële sector. Zowel in warenhuizen als in winkelcentra wordt hiervan gebruik gemaakt om het koopgedrag van klanten te beïnvloeden.
In de psychologie werd vaak de link gelegd tussen geuren en emoties. Bepaalde geuren kunnen herinneringen sneller en intenser oproepen en als dusdanig ook ons gedrag beïnvloeden.
Het geciteerde onderzoek is dan ook een creatieve poging om te zoeken in hoeverre we ook rijgedrag kunnen beïnvloeden door het aanbieden van geuren.
Er zijn echter enkele fundamentele bedenkingen bij de opzet en de interpretatie van de resultaten van het onderzoek in relatie tot de context van het verkeersgebeuren:
- de steekproef bestond uit 75 % vrouwen terwijl dit niet overeenstemt met hun aandeel in het verkeer en het probleem van snelheid stelt zich vooral bij de mannelijke chauffeurs;
- de resultaten met betrekking tot daling van de gemiddelde snelheid werden opgedeeld naar geslacht, leeftijd, etc …;
- de in het onderzoek afgelegde ritten waren relatief kort en in “ideale” omstandigheden. Men weet dat het om een onderzoek gaat, er zit zelfs een instructeur bij. Het gaat ook maar over één rit met de betreffende persoon en niet over verschillende ritten gespreid over meerdere dagen;
- tenslotte geven de onderzoekers zelf aan dat het waarschijnlijk op langere termijn onduidelijk is of dit kleine effect zich zou verder zetten. Geur is inderdaad één van de zaken waarbij snel gewenning zou kunnen optreden.
Inwerking door middel van geuren op het snelheidsgedrag van bestuurders is inwerken op het onbewuste niveau en zal vermoedelijk slechts leiden tot een verwaarlosbare winst gelet op de verschillende factoren die het snelheidsgedrag beïnvloeden. Zo spelen emoties en strategische beslissingen een belangrijke rol. Ook het wegbeeld heeft indirect een invloed op snelheidsgedrag.
Op basis van het voorgaande kan gesteld worden dat onderzoek naar de invloed van geur op het snelheidsgedrag in België geen prioritair onderzoeksthema is.
3. Naast sensibilisatie en handhaving is het aan te bevelen om het snelheidsgedrag te beïnvloeden via technische middelen zoals ISA, GPS, etc … In Nederland werd door het ministerie van Verkeer en Rijkswaterstaat een experiment uitgevoerd met leasewagens (‘belonitor’) waarbij ook de volgafstand werd gecontroleerd en er een directe feedback mogelijk was naar de bestuurder. Ook dit onderzoek gaf positieve resultaten.
Inbreuken in verband met asociaal rijgedrag, 2008 – eerste semester 2010.
|
Veiligheidsafstand |
2008 |
2009 |
2010 |
Art. 10.1.2° |
De bestuurder moet, rekening houdend met zijn snelheid, tussen zijn voertuig en zijn voorligger een voldoende veiligheidsafstand houden. |
1681 |
1422 |
762 |
|
|
|
|
|
Art. 10.2, al. 1 |
Geen enkele bestuurder mag de normale gang van de andere bestuurders hinderen door abnormaal traag te rijden wanneer daar geen geldige reden toe is, of door plots te remmen wanneer dit niet om veiligheidsredenen vereist is. |
547 |
557 |
238 |
|
Totaal |
2228 |
1979 |
1000 |