Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2136

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 20 april 2011

aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Overheidsdiensten - Integratie van ervaringsdeskundigen in de armoedebestrijding

publieke dienst
armoede
sociale uitsluiting
sociale analyse
maatschappelijk werker

Chronologie

20/4/2011Verzending vraag
6/7/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2136 d.d. 20 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds 2004 loopt in de federale overheidsadministratie het experiment 'ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting'. Het haalde positieve resultaten en het werd dan ook vernieuwd in het kader van het Federaal ESF programma 2008-2010. In een eerste fase werden twee ervaringsdeskundigen aangenomen bij de POD Maatschappelijke Integratie. In een tweede fase werd de tewerkstelling fors uitgebreid tot 16 (stagiaires) ervaringsdeskundigen in armoede bij verschillende federale overheidsdiensten en instellingen van sociale zekerheid. In een derde fase, gestart in mei 2008, werden nog eens twaalf ervaringsdeskundigen aangeworven (6 Nederlandstalige en 6 Franstalige).

Binnen de federale overheid geven die ervaringsdeskundigen het beleid inzake armoedebestrijding mee vorm. Concreet helpen ze om beleidsmaatregelen optimaal af te stemmen op de maatschappelijke realiteit van de doelgroep 'mensen in armoede'. Ze spelen een belangrijke rol in het dichten van de communicatiekloof tussen de overheid en de kansarmen. Hierbij blijft de eerste doelstelling van het project om het standpunt van de personen die in armoede leven beter te integreren of in aanmerking te nemen in het kader van de verschillende opdrachten die door de federale openbare diensten worden vervuld.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoeveel ervaringsdeskundigen in de armoede werken momenteel voor de overheid en in welke diensten zijn ze tewerkgesteld (al dan niet gedetacheerd vanuit POD MI)? Zijn er overheidsdiensten waar geen ervaringsdeskundige aan de slag is? Hoe verklaart en verantwoordt de staatssecretaris dat?

2. Hoe verloopt de rekrutering van de ervaringsdeskundigen? Onder welk statuut vallen zij (contractueel of statutair, van beperkte of onbepaalde duur, halftijds of deeltijds, niveau, barema, enz. …)? Welke toekomstperspectieven hebben de ervaringsdeskundigen binnen de overheid?

3. Werd het project reeds geëvalueerd? Zo ja, met welk resultaat? Leidde de inzet van de ervaringsdeskundigen daadwerkelijk tot een betere toegankelijkheid van de overheidsdiensten voor alle burgers, waaronder mensen in armoede en tot een betere toepassing van de sociale grondrechten voor iedereen? Kan de staatssecretaris dat met een concreet voorbeeld illustreren? Waar liggen de grootste knelpunten van het project? Wat ondernam of plant de staatssecretaris om de knelpunten weg te werken?

4. Is de staatssecretaris tevreden met de werking en de resultaten van het project? Acht de staatssecretaris de huidige opzet als voldoende om de beoogde doelen te bereiken? Zijn nog verdere initiatieven of een uitbreiding van het project gepland? Is de overheid een budgettair engagement aangegaan om het project op lange termijn te financieren?

Antwoord ontvangen op 6 juli 2011 :

Ik heb de eer u het volgende te antwoorden op uw vragen:

1. Momenteel werken er zevenentwintig ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting in dienst van de federale overheid. De meesten van hen zijn gedetacheerd vanuit de Programmatorische overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie (POD MI). De POD MI werkt hiervoor samen met vijftien federale overheidsdiensten.

Hierna vindt u een overzicht van deze diensten en van het aantal ervaringsdeskundigen die er aan de slag zijn.

Overzicht van de diensten:

- POD Maatschappelijke Integratie: 2 – Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) / Office national de l'Emploi (ONEM): 2

De loonkost voor deze ervaringsdeskundigen wordt gefinancierd met middelen uit de eigen personeelsenveloppe van respectievelijk de POD MI en de RVA.

De andere ervaringsdeskundigen, tewerkgesteld in de diensten die hierna worden opgesomd, zijn gedetacheerd vanuit de POD MI en worden gefinancierd met de middelen ter beschikking gesteld voor het project vanuit de POD MI en het ESF-fonds.

- Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie:2

- Selor: 1

- Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW)/Office national d'allocations familiales pour travailleurs salariés (ONAFTS): 2

- Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (HZIV)/Caisse auxiliaire d'assurance maladie-invalidité (CAAMI): 3

- RJV/ONVA: 1

- FOD Volksgezondheid: 2

- FOD Economie: 3

- RVP/ONP: 2

- HVW/CAPAC: 1

- Kruispuntbank/Banque carrefour (BCSS: 1

- FOD Financiën: 1

- FOD Binnenlandse zaken: 1

- FOD Sociale Zekerheid: 1

In aanloop naar detachering: 2

Mijn streefdoel is uiteraard om binnen elke overheidsdienst een ploeg ervaringsdeskundigen te kunnen integreren die, enerzijds, het perspectief van mensen in armoede binnenbrengen en, anderzijds, toezien op de toegankelijkheid van de dienst voor alle burgers, in het bijzonder zij die in armoede leven.

Met dit project brengen we een nieuw functieprofiel binnen in de federale overheidsdiensten. Ik vond het dan ook aangewezen om met een beperkt aantal diensten te starten, om daarna de werking te evalueren en zo de methodiek op punt te zetten.

Bij de keuze van de diensten heb ik wel rekening gehouden met prioritaire thema’s uit het federaal plan armoedebestrijding zoals gezondheid, werk en toegangkelijkheid tot de openbare dienstverlening. De hiervoor bevoegde overheidsdiensten zijn dan ook betrokken bij het project en werken met ervaringsdeskundigen.

2. De rekrutering van ervaringsdeskundigen verloopt, met akkoord van Selor, volgens een specifieke werving omdat het niet volstaat om via de geijkte kanalen mensen in armoede te bereiken. De vacature zelf wordt verspreid via de Openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW’s), verenigingen waar armen het woord nemen, opleidingen tot ervaringsdeskundigen, de ervaringsdeskundigen zelf en alle diensten en organisaties die op een of andere manier bij het project betrokken zijn.

De ervaringsdeskundigen worden aangeworven met een contract van bepaalde duur voor één jaar, vermits ze tewerkgesteld worden in het kader van een tijdelijk project. Hun contract wordt bij positieve evaluatie verlengd voor één jaar. Daarna kunnen ze een contract van onbepaalde duur krijgen.

De mensen worden aangeworven in niveau D. Degenen die hun diploma secundair onderwijs behalen of behaalden worden ingeschaald op niveau C.

Momenteel wordt ook de piste van de verworven competenties die in verband staan met werk, opleiding, sociaal leven en de techniek van de Instapkaart -door Selor ontworpen- onderzocht, om medewerkers op niveau C te kunnen inschakelen.

De ervaringsdeskundigen verwerven veel respect voor hun competenties binnen hun diensten. Het coördinatieteam van het project stimuleert individuele ervaringsdeskundigen om deel te nemen aan selectieprocedures. Ook de diensten worden gestimuleerd om de mensen rechtstreeks als ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting, of binnen een andere functie, aan te werven.

Door de rem op aanwervingen – zeker voor functies van niveau D en niveau C- zijn de reële perspectieven voor een vaste job echter beperkt.

3. Het project wordt om de twee jaar geëvalueerd door externe onderzoekers. De evaluatierapporten zijn te raadplegen op de site van de POD Maatschappelijke Integratie www.mi-is.be.

Wat de successen van het project betreft wil ik graag verwijzen naar de studie die ik onlangs heb voorgesteld: “Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting, Pioniers van innovatie in de Belgische Federale Openbare Diensten.”

Dit boek gaat dieper in op de verwezenlijkingen van de ervaringsdeskundigen binnen de verschillende diensten maar heeft ook aandacht voor de uitdagingen waarvoor dit project staat.

Maar ik wil u alvast toch één concreet voorbeeld opnoemen:

Enkele ervaringsdeskundigen ondersteunen mensen in armoede bij het doorlopen van administratieve procedures en helpen bij eventuele knelpunten die mensen hierbij ondervinden (bijvoorbeeld niet begrijpen van wat gevraagd wordt, ontbrekende gegevens,…)

Op die manier kunnen ze soms vermijden dat problemen bij de administratieve afhandeling van een dossier leiden tot het mislopen van een (vervangings-) inkomen voor enkele dagen of weken.

Omdat de ervaringsdeskundige toegevoegd is aan de diensten kan hij of zij ook makkelijker de formele structuren verlaten om de mensen concreet bij te staan bij het oplossen van een probleem. Deze vrijheid is belangrijk omdat armoede zich niet in één hokje laat steken. De aanpak van de problemen overstijgt in de meeste gevallen de enkele dienst.

De grootste uitdagingen bestaan er nu uit een coherentie uit te werken in het systeem van de begeleidingen en de vorming van de mentoren én een akkoord krijgen over de noodzaak van het verder zetten van het project na 2013 en de vorm dat deze verderzetting moet aannemen.

4. Het project heeft zijn waarde al bewezen. Het verdient zeker een verderzetting en zelfs een uitbreiding van het aantal ervaringsdeskundigen naar meer diensten. Ik zal dit als Staatssecretaris blijven bepleiten.