Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1941

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 30 maart 2011

aan de staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie

Belastingen - Internationale uitwisseling van gegevens - Afhandelingstijd

Europese fiscale samenwerking
fiscale controle
uitwisseling van informatie
belastingadministratie
belastingfraude

Chronologie

30/3/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4491

Vraag nr. 5-1941 d.d. 30 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het rapport " Internationale samenwerking Belgische belastingdiensten " wijst het Rekenhof op de te trage verwerking van de ontvangen automatische uitwisselingen. Er gaat te veel tijd verloren tussen de ontvangst van deze inlichtingen en de terbeschikkingstelling ervan aan de controlediensten. De automatische inlichtingen uit het buitenland over inkomsten 2007 werden ontvangen in de periode maart-april 2009, maar deze info was op 31 mei 2010 nog niet opgenomen in BOWint (Belcotax-on-web international). Aangezien de normale aanslagtermijn verstrijkt op 31 december 2010, dringt de tijd voor de controlediensten. De bijkomende aanslagtermijn van artikel 358 van het Wetboek van de inkomstenbelastinghen 1992 (WIB 92) kan slechts enkele maanden uitstel bieden en maakt geen onderzoeksdaden meer mogelijk. Als reden voor deze vertraging wordt verwezen naar de beschikbaarheid van servertijd bij de ICT-afdeling.

In een reactie op de bevindingen van het Rekenhof stelde de geachte staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding dat de administratie in het kader van de COPERFIN-projecten bijkomende middelen heeft gekregen om de beschikbare servers te versterken en dat dit probleem bijgevolg zou moeten zijn opgelost. Die laatste zinsnede laat vermoeden dat de versterking van de beschikbare servers op dat ogenblik nog geen meetbare resultaten had opgeleverd.

Zijn die resultaten er intussen wel? Hoeveel procent extra servertijd is er dank zij die bijkomende middelen beschikbaar gesteld? Welke invloed heeft dat gehad op de periode tussen de ontvangst van deze inlichtingen en de terbeschikkingstelling ervan aan de controlediensten?