Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1788

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 18 maart 2011

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Geïntegreerde politie - Medische minimumnormen en uitsluitingscriteria - Diabetes mellitus - Uitsluitingen

politie
diabetes
gemeentepolitie
aanwerving

Chronologie

18/3/2011Verzending vraag
2/5/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1788 d.d. 18 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De medische minimumnormen en uitsluitingscriteria voor betrekkingen bij het operationeel kader van de geïntegreerde politie stellen het volgende: " De kandidaat met diabetes mellitus waarbij door hypo- of hyperglycemie een plotse bewustzijnsdaling kan optreden, is niet geschikt.

De kandidaat met diabetes mellitus bij wie de aandoening gepaard gaat met ernstige verwikkelingen ter hoogte van de ogen, het zenuwstelsel, het hart, of de bloedvaten is niet geschikt.

De kandidaat met diabetes mellitus die wordt behandeld met een dieet of bloedsuikerverlagende tabletten die in een therapeutische dosis geen hypoglycemieaanvallen kunnen veroorzaken, kan geschikt worden verklaard. De kandidaat dient vrij te zijn van de hierboven vermelde verwikkelingen, een stabiele diabetes te hebben, onder geregeld geneeskundig toezicht te staan, een volledig inzicht te hebben in zijn aandoening en blijk te geven van een strikte therapietrouw.

De kandidaat met diabetes mellitus die wordt behandeld met insuline of bloedsuikerverlagende tabletten die in een therapeutische dosis hypoglycemieaanvallen kunnen veroorzaken, is niet geschikt. "

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel kandidaten werden de afgelopen vijf jaar ongeschikt verklaard omwille van een van de hierboven opgesomde uitsluitingscriteria? Welke medische verklaring schuilt er achter deze criteria?

2) Acht de geachte minister het aangewezen deze criteria te versoepelen? Kan zij haar standpunt motiveren?

Antwoord ontvangen op 2 mei 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen :

Per jaar worden gemiddeld drie kandidaten ongeschikt bevonden voor een betrekking van het operationeel kader omdat ze diabetes mellitus (id est suikerziekte) hebben.

Er valt aan te stippen dat een kandidaat met suikerziekte niet per definitie ongeschikt is. De kandidaat die evenwel ingevolge zijn ziekte meer risico’s loopt of minder inzetbaar is, is wel ongeschikt.

Zo is een kandidaat met suikerziekte ongeschikt indien door hyper- of hypoglycemie een plotse bewustzijnsdaling kan optreden. Het spreekt voor zich dat een plotse bewustzijnsdaling of eventueel zelfs een bewustzijnsverlies tijdens de uitoefening van zijn functie een gevaar zou inhouden voor betrokkene, zijn collega’s en derden.

Een kandidaat bij wie de ziekte gepaard gaat met ernstige verwikkelingen ter hoogte van de ogen, het zenuwstelsel, het hart of de bloedvaten is eveneens ongeschikt. Die verwikkelingen zijn onomkeerbaar en bestaan ondermeer uit een achteruitgang van het gezichtsvermogen, een verhoogd risico op een hersen- of hartinfarct, op een onvoldoende werking van de nieren, enz. Dit beperkt niet alleen de inzetbaarheid van betrokkene maar houdt wederom een gevaar in voor betrokkene, zijn collega’s en derden. Om dergelijke verwikkelingen te voorkomen, dient betrokkene nauwgezet een behandeling te volgen die bestaat uit een regelmatig leven, een regelmatig en gezond voedingspatroon, een regelmatige controle van het suikergehalte in het bloed en dagelijkse inspuitingen met insuline. Door het onregelmatig uurrooster van een personeelslid van het operationeel kader en de onvoorspelbaarheid van de duur van de interventies is het nauwgezet volgen van de behandeling echter onmogelijk.

Tenslotte is een kandidaat ongeschikt indien de ziekte behandeld wordt met insuline of bloedsuikerverlagende tabletten die in een therapeutische dosis hypoglycemieaanvallen kunnen veroorzaken. Zoals reeds gesteld, kan dergelijke hypoglycemieaanval immers een plotse bewustzijnsdaling of zelfs een bewustzijnsverlies veroorzaken, hetgeen onaanvaardbaar is voor de uitoefening van een functie van het operationeel kader.

Aldus kan een kandidaat met suikerziekte die wordt behandeld met een dieet of bloedsuikerverlagende tabletten die in een therapeutische dosis geen hypoglycemieaanvallen kunnen veroorzaken en die vrij is van bovenvermelde verwikkelingen, geschikt worden bevonden. Daartoe moet de kandidaat een stabiele diabetes hebben, onder geregeld medisch toezicht staan, een goed inzicht hebben in zijn ziekte en blijk geven van een strikte therapietrouw.

Gelet op het voorgaande, acht ik het dan ook niet aangewezen om de medische criteria ter zake te versoepelen.