Werklozen - Schorsingen - Activering
werkloze
werkloosheidsverzekering
werkloosheidsbestrijding
officiële statistiek
geografische spreiding
20/9/2010 | Verzending vraag |
19/4/2011 | Antwoord |
Rotterdam kent, net zoals vele andere Europese grootsteden, traditioneel een hoge werkloosheidsgraad. Gemiddeld 7 à 8 procent van de bevolking heeft er geen werk. In probleemwijken loopt dat zelfs op tot 15 procent en meer.
Enkele jaren geleden leefden nog 37 000 mensen in de Nederlandse havenstad van een uitkering. De bevoegde diensten beschouwden de helft daarvan zelfs als definitief werkloos. De bewindvoerders deelden die mening echter niet en wilden zich er niet bij neerleggen.
In vier jaar tijd zijn ze er vervolgens in geslaagd om 25 000 van die 37 000 mensen te activeren. De helft heeft een gewone baan gevonden. De andere helft heeft zijn uitkering behouden, maar doet dagelijks vrijwilligerswerk. Ze zijn alvast nuttig bezig en doen ervaring op. Op termijn vinden ze misschien wel een betaalde job. Tegen eind 2014 wil Rotterdam zelfs werkloosheidsvrij zijn. Iedereen die vandaag van een uitkering of bijstand geniet, moet aan de slag. Zij die weigeren, hoeven niet meer op financiële steun van vadertje staat te rekenen.
In ons land worden eveneens inspanningen geleverd om mensen te activeren. Bij ons kunnen mensen ook geschorst worden en hun stempelgeld verliezen als ze weigeren een job te zoeken. Dat is helemaal niet erg want werklozen hebben baat bij controles en activering. Wat is immers het alternatief? Werklozen die zich nestelen in hun statuut? Dat is misschien een gemakkelijke oplossing, maar wel eentje die erg kostelijk is en op termijn contraproductief.
De komende jaren zal de babyboomgeneratie de arbeidsmarkt verlaten. Het zal er dus op aan komen om voldoende geschikte vervangers te vinden. De inspanningen van de arbeidsbemiddelingdiensten om werklozen op te leiden, bij te scholen, te voorzien van de nodige bagage en te controleren zijn dus echt noodzakelijk. Een werkloze die de nodige inspanningen levert, hoeft ook helemaal niet te vrezen voor een schorsing. We moeten immers onze blik naar de toekomst richten om onze welvaartsstaat te conserveren.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1.Beschikt de minister over cijfergegevens betreffende het aantal werklozen in ons land in 2007, 2008, 2009 en de eerste helft van 2010, opgesplitst per gewest en categorie? Hoeveel werklozen wonen er in de vijf grootste steden van Vlaanderen en Wallonië, in vergelijking met de totale populatie?
2.Kan de minister een overzicht geven van de inspanningen die in diezelfde periode zijn geleverd om werklozen te activeren. Hoeveel hebben die gekost en welke resultaten hebben ze opgeleverd? Welke inspanningen waren specifiek gericht op de problematiek van de grootsteden in ons land?
3.Kan zij meedelen hoeveel werklozen in die periode werden geschorst en om welke redenen? Welke bestraffing kregen zij daarvoor? Hoeveel daarvan moesten gaan aankloppen bij de OCMW’s om alternatieve inkomenssteun te bekomen?
4.Welke algemene beleidsmaatregelen wenst zij nog te nemen om werklozen te activeren? Ziet zij heil in de Rotterdamse aanpak of niet? Kan zij haar standpunt motiveren?
1) In tabel 1 vindt U de verdeling van het aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen per gewest en per uitkeringscategorie en in tabel 2 het aantal werklozen in de vijf grootste steden in Vlaanderen en Wallonië ten opzichte van. de totale populatie.
Tabel 1
Fysieke eenheden |
UVW-WZ (na voltijdse arbeid en studies) naar gezinscategorie |
||||
Gewest |
Jaar |
Gezinshoofden |
Alleenstaanden |
Samenwonenden |
Totaal |
Vlaams Gewest |
2007 |
43 981 |
32 633 |
75 613 |
152 227 |
2008 |
39 741 |
30 306 |
69 242 |
139 288 |
|
2009 |
43 039 |
34 695 |
82 903 |
160 636 |
|
2010 |
43 031 |
35 922 |
83 903 |
162 856 |
|
Waals Gewest |
2007 |
80 440 |
47 462 |
77 661 |
205 563 |
2008 |
74 525 |
45 733 |
75 154 |
195 413 |
|
2009 |
72 717 |
47 866 |
80 015 |
200 597 |
|
2010 |
70 584 |
48 579 |
79 904 |
199 067 |
|
Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
2007 |
27 936 |
23 268 |
19 957 |
71 161 |
2008 |
26 817 |
22 604 |
19 582 |
69 003 |
|
2009 |
27 480 |
23 979 |
21 282 |
72 741 |
|
2010 |
28 230 |
25 375 |
22 811 |
76 416 |
|
Land |
2007 |
152 357 |
103 363 |
173 231 |
428 951 |
2008 |
141 083 |
98 642 |
163 978 |
403 703 |
|
2009 |
143 236 |
106 540 |
184 200 |
433 975 |
|
2010 |
141 845 |
109 876 |
186 619 |
438 340 |
Tabel 2
|
UVW - WZ (na voltijdse arbeid en studies) |
totale bevolking(1januari) |
|||
|
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2010 |
Vlaams Gewest waarvan : |
152 272 |
139 329 |
160 679 |
162 856 |
6 251 983 |
Antwerpen |
20 240 |
18 560 |
21 761 |
23 105 |
483 505 |
Gent |
9 894 |
9 194 |
10 200 |
10 321 |
243 366 |
Brugge |
2 888 |
2 740 |
3 024 |
3 085 |
116 741 |
Leuven |
2 065 |
1 815 |
2 048 |
2 145 |
95 463 |
Mechelen |
2 526 |
2 283 |
2 620 |
2 781 |
80 940 |
Waals Gewest waarvan : |
205 607 |
195 461 |
200 649 |
199 067 |
3 498 384 |
Charleroi |
19 868 |
18 841 |
18 732 |
17 981 |
202 598 |
Liège |
17 380 |
16 575 |
16 883 |
16 735 |
192 504 |
Namur |
6 528 |
6 057 |
6 087 |
6 039 |
108 950 |
Mons |
7 354 |
6 900 |
6 905 |
6 827 |
91 759 |
La Louvière |
6 278 |
5 920 |
6 183 |
6 354 |
78 071 |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
71 208 |
69 056 |
72 792 |
76 416 |
1 089 538 |
Land |
429 087 |
403 846 |
434 120 |
438 340 |
10 839 905 |
2) De activeringsmaatregelen zijn in principe gericht op de langdurig werklozen ongeacht of zij al dan niet in een grootstad wonen.
Voor wat de doorstromingsprogramma’s betreft, geldt er evenwel een bijzondere regeling: de integratie-uitkering. Deze geactiveerde werkloosheidsuitkering is van toepassing in gemeenten met een verhoogde werkloosheid, dit wil zeggen. in gemeenten waar de werkloosheidsgraad minstens 20 % hoger ligt dan het gemiddelde van het gewest.
De activering van het zoekgedrag naar werk omvat alle acties die door de Rijksdienst Voor Arbeidsvoorziening (R.V.A.) worden opgezet om de inspanningen te evalueren die de volledig werkloze doet om opnieuw werk te vinden. Die evaluatie gebeurt tijdens verschillende individuele gesprekken (maximum 3) die de facilitator met de werkloze heeft. De doelstelling is vooral de werkoze actief op te volgen en hem/haar te ondersteunen in zijn/haar zoektocht naar werk.
De procedure inzake activering van het zoekgedrag naar werk is in werking getreden op 1 juli 2004 en is verlopen in drie fases:
- vanaf 1 juli 2004: enkel voor de werklozen jonger dan 30 jaar (= 1ste doelgroep);
- vanaf 1 juli 2005: uitbreiding tot de werklozen jonger dan 40 jaar (= 2de doelgroep);
- vanaf 1 juli 2006: uitbreiding tot de werklozen jonger dan 50 jaar (= 3de doelgroep).
Elk semester wordt er een evaluatieverslag van de procedure opgemaakt, waarin onder andere de weerslag wordt bestudeerd van die procedure op de evolutie van het aantal vergoede werkzoekenden.
Uit die analyse blijkt het volgende (situatie juni 2010 – tot heden laatste gepubliceerde situatie ) :
- een sterke daling van het aantal vergoede werkzoekenden in de leeftijdsklasse van - 30 jaar vanaf het tweede kwartaal 2004 (- 15 %) ;
- een nog forsere afname (- 18 %) in de leeftijdsklasse van 30 tot minder dan 40 jaar vanaf het tweede kwartaal 2005 ;
- een gelijkaardige daling (- 18 %) in de leeftijdsgroep van 40 tot minder dan 50 jaar vanaf het tweede kwartaal 2006.
In elke leeftijdsklasse is er een groei vast te stellen van het aantal werkzoekenden tussen het eerste kwartaal van 2003 en de opstart van de procedure. Die groei stopt bij de invoering van die procedure voor de betrokken leeftijdscategorie en wordt gevolgd door een continue daling, samengaand met de toepassing van de maatregel, tot het 4de kwartaal 2008.
Vanaf begin 2009 wordt opnieuw een karakteristieke toename vastgesteld van het aantal werkzoekenden door het algemeen bekende effect van de verergering van de crisis die de arbeidsmarkt aantast in 2009.
Tot slot blijft het aantal werkzoekenden vanaf eind 2009 stabiel op een niveau dat lager ligt dan vóór de invoering van de “maatregelen tot activering van het zoekgedrag”.
Bijgaand volgt een overzicht van de verschillende stelsels tot activering van de werkloosheidsuitkering.
Wat de aantallen betreft: zie tabel 3a
Wat de bedragen betreft: zie tabel 3b
3) In tabel 4 vindt u het aantal gevallen dat gesanctioneerd werd naar aanleiding van de activering van het zoekgedrag naar werk, alsook de opgelegde sanctie.
Er bestaan echter ook andere sancties, administratieve of wegens vrijwillige werkloosheid; deze zijn opgenomen in de jaarverslagen van de RVA.
De RVA beschikt over geen statistieken aangaande het aantal gesanctioneerden dat inkomenssteun aanvroeg bij het OCMW.
4) De oplossingen die ik voorstel voor een betere activering van werklozen zijn deels terug te vinden in het ontwerp van hervorming dat op 22 maart 2010 door de ministerraad werd goedgekeurd, en deels in een hervorming van de wachttijd en wachtuitkering.
De hervorming van de begeleiding van werkzoekenden, goedgekeurd op 22 maart 2010 door de ministerraad, die niet kon worden doorgevoerd wegens de val van de regering, steunde met name op enkele belangrijke grote lijnen :
Het inkorten van de termijn voor de tenlasteneming. Dat geldt zowel voor het aanbieden van begeleiding door de Gewesten als voor de opvolging door de RVA;
Meer middelen voor de Gewesten zodat de begeleiding die ze aanbieden persoonlijker en intensiever is;
Uitbreiding van het doelpubliek naar werkloze 50-plussers
Langere en intensievere begeleiding voor werklozen die het verst van de arbeidsmarkt af staan.
Met een hervorming van de wachttijd en
-uitkering, wil ik de opvatting van deze periode compleet wijzigen. Het gaat dan niet meer over een periode tijdens dewelke de jongere op een job of een uitkering “wacht”, maar over een periode waarin hij actief op zoek gaat naar werk en zijn kunnen ontwikkelt om zo dicht mogelijk bij de arbeidsmarkt te komen te staan.
Als we van die opvatting uitgaan, moet de werkloze al stappen ondernemen vanaf dat hij als dusdanig is ingeschreven, en moet hij vanaf dat moment worden begeleid door een adviseur van de bevoegde gewestinstelling.
Wat het voorbeeld van Rotterdam betreft, stel ik vast dat dit blijkbaar goede resultaten geeft op kwantitatief vlak.
Ik denk dat zulk beleid wel gerechtvaardigd kan zijn, mits enkele garanties, en dan met name:
Het recht van de werknemer om gedurende een bepaalde periode te zoeken naar een job die aansluit bij zijn kwalificaties,
De garantie dat de ervaring die de vrijwilligerswerker opdoet hem iets bijbrengt wat zijn kansen verhoogd om een job te vinden,
De garantie dat de functies die worden aangeboden, passend zijn en dat de betrokken werknemers hun waardigheid niet verliezen,
En de garantie dat echte jobs niet verloren gaan door het massale uitvoeren van vrijwilligerswerk, en dan vooral in de non-profitsector.
Desalniettemin kan ik mij onmogelijk uitspreken over het overdragen van de werkloosheidsverzekering in het Belgisch systeem zonder dat ik deze maatregel goed heb kunnen evalueren.
Tabel 3a
Activeringsmaatregelen - fysieke eenheden
|
ACTIVA-plan |
WIN-WIN aanwervings-plan |
Doorstromingsprogr. |
waarvan: doorstr.progr + integratie-uitkering hoge werkloosheids-graad |
Sociale inschakelingseconomie |
Werkhervattingstoeslag |
TOTAAL ACTIVERING |
Jaargemiddelde 2007 |
38 257 |
0 |
5 748 |
2 883 |
8 713 |
4 605 |
57 323 |
Jaargemiddelde 2008 |
39 674 |
0 |
5 756 |
2 864 |
10 212 |
7 192 |
62 834 |
Jaargemiddelde 2009 |
34 252 |
0 |
5 693 |
2 948 |
11 093 |
8 750 |
59 788 |
Jaargemiddelde 2010 |
28 034 |
17 998 |
5 213 |
2 718 |
11 626 |
10 985 |
73 856 |
Tabel 3b Activeringsmaatregelen - fysieke eenheden
|
ACTIVA-plan |
WIN-WIN aan-wervings-plan |
Door-stromings-programma |
waarvan: doorstr.progr + integratie-uitkering hoge werkloosheidsgraad |
Sociale inschakelings-economie |
Werkhervat-tingstoeslag |
TOTAAL ACTIVERING |
Jaargemiddelde 2007 |
179 380 241 |
0 |
27 959 019 |
17 581 472 |
47 748 639 |
9 515 172 |
264 603 070 |
Jaargemiddelde 2008 |
184 465 115 |
0 |
28 106 061 |
17 564 290 |
55 780 210 |
15 443 932 |
283 795 319 |
Jaargemiddelde 2009 |
158 214 792 |
0 |
28 275 248 |
18 217 179 |
60 631 887 |
19 190 778 |
266 312 705 |
Jaqargemiddelde 2010 |
125 843 778 |
162 690 524 |
25 993 782 |
16 862 162 |
63 640 620 |
24 255 971 |
402 424 675 |
Bijlage 4
Beslissingen in het kader van de activering van het zoekgedrag naar werk
Aantal gevallen |
Land |
Artikel |
omschrijving |
2007 |
2008 |
2009 |
Cumul Tot en met juni 2010 |
59,41 |
Gesprek 1: negatieve evaluatie en werkloze wil contract niet teken. Schoolverlater – beperkte schorsing 4 maanden |
5 |
1 |
2 |
1 |
59,42 |
Gesprek 1: negatieve evaluatie en werkloze wil contract niet tekenen Samenwonende – beperkte schorsing 4 maanden |
2 |
2 |
1 |
2 |
59,51 |
Gesprek2: negatieve evaluatie en werkloze tekent het contract Schoolverlater – beperkte schorsing 4 maanden |
4 309 |
5 341 |
6 129 |
3 164 |
59,52 |
Gesprek2: negatieve evaluatie en werkloze tekent het contract Samenwonende - beperkte schorsing 4 maanden |
580 |
1 081 |
1 153 |
553 |
59,53 |
Gesprek2: negatieve evaluatie en werkloze wil contract niet tekenen Schoolverlater - uitsluiting |
106 |
138 |
96 |
43 |
59,54 |
Gesprek 2: negatieve evaluatie en werkloze wil contract niet tekenen Samenwonende - uitsluiting |
20 |
22 |
23 |
12 |
59,55 |
Gesprek 2: negatieve evaluatie en werkloze wil contract niet tekenen Samenwonende met beperkt inkomen – (na 6 m verminderde uitk.) uitsluiting |
2 |
5 |
3 |
2 |
59,56 |
Gesprek 2: negatieve evaluatie en werkloze wil contract niet tekenen Alleenstaande of gezinshoofd – (na 6 m verminderde uitk.) uitsluiting |
41 |
78 |
65 |
22 |
59,61 |
Gesprek 3: negatieve evaluatie Schoolverlater - uitsluiting |
1 717 |
2 394 |
3 358 |
1 147 |
59,62 |
Gesprek 3: negatieve evaluatie Samenwonende - uitsluiting |
127 |
327 |
513 |
186 |
59,63 |
Gesprek 3: negatieve evaluatie Samenwonende met beperkt inkomen – (na 6 m verminderde uitk.) uitsluiting |
14 |
25 |
79 |
30 |
59,64 |
Gesprek 3: negatieve evaluatie Samenwonende met beperkt inkomen – (na 6 m verminderde uitk.) uitsluiting
|
535 |
1 534 |
2 393 |
1 081 |
Totaal |
7 458 |
10 948 |
14 415 |
6 243 |