Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1152

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 2 februari 2011

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

NMBS - Personeel - Etnische en culturele diversiteit

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
buitenlandse staatsburger
culturele verscheidenheid
ambtenaar

Chronologie

2/2/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4721

Vraag nr. 5-1152 d.d. 2 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Belgische bevolking wordt etnisch en cultureel steeds diverser. Heel wat Belgen zijn van niet-Belgische afkomst, via hun ouders of grootouders. Ondanks de zeer grote diversiteit in onze maatschappij zijn grote groepen mensen uit een zelfde land afkomstig, zoals uit de Europese landen Italië, Nederland, Spanje, Griekenland, maar ook uit Turkije en Marokko en meer recent uit Oost-Europa en Centraal-Afrika.

Heel wat van die mensen hechten zich in ons land en hun kinderen en kleinkinderen groeien hier op. In heel veel gevallen verkrijgen ze de Belgische nationaliteit of worden als Belg geboren. Een groot aantal van hen zijn door hun gezinsomgeving, hun naam, hun huidskleur en andere kenmerken, herkenbaar als etnisch of cultureel divers. Toch zijn ze onmiskenbaar Belg, met alle rechten en plichten die daarbij horen.

Het is daarbij belangrijk dat die etnische en culturele diversiteit zich ook in de overheden manifesteert en dat de diensten van en voor de gemeenschap een maatschappelijke en culturele emanatie worden van de bevolking. Dit heeft onder andere te maken met een personeels- en vooral met een aanwervingsbeleid, waarbij heel bewust moet worden gestreefd naar een grotere representativiteit. Uiteraard kan dit niet op een apothekersweegschaal worden afgewogen, maar toch kan via de meting van de etnische en culturele diversiteit een beeld worden gevormd van de mate waarin die diensten tegemoet komen aan dit weerspiegelingsideaal.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen met betrekking tot de toestand bij de NMBS.

1. Hoe groot is het aandeel van de personeelsleden van de NMBS met een etnisch cultureel diverse afkomst? Welke definitie hanteert het bedrijf hiervoor? Hoe is de aanwezigheid van personeelsleden uit (1) Turkije, (2) Marokko, (3) Centraal-Afrikaanse landen (4) het verre oosten (5) andere Europese landen? Hoe evolueerden deze percentages in de periode 2006-2010? Hoe evalueert en duidt de minister die cijfers en de evolutie ervan?

2. Als de cijfers worden geanalyseerd naar (1) statutair of contractueel verband, (2) niveau en (3) anciënniteit, welke conclusies kunnen dan worden getrokken?

3. Is de huidige aanwezigheid van etnisch en cultureel diverse groepen binnen het personeelsbestand optimaal? Zo ja, op basis van welke argumenten? Zo niet, wat ondernam of plant de minister om de aanwezigheid te verbeteren?