Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering - Chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) - Schorsingen - Werkhervattingen - Arbeidsongeschiktheid - Controleartsen
chronische ziekte
arbeidsongeschiktheid
arbeidsgeneeskunde
ziekte van het zenuwstelsel
gezondheidsstatistiek
14/2/2014 | Verzending vraag |
28/4/2014 | Einde zittingsperiode |
Ik heb enkele vragen over het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) voor de geachte Staatssecretaris, nadat de minister van Volksgezondheid mij als antwoord op vraag 5-10263 naar u verwijst.
1) Hoeveel CVS-patiënten werden de afgelopen vijf jaar geschorst door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV)? Gelieve de cijfers gegroepeerd per jaar weer te geven.
2) Heeft u cijfers over het aantal CVS-patiënten dat uiteindelijk terug aan de slag gaat na hun schorsing? Indien ja, kan u mij deze cijfers bezorgen? Indien neen, acht u het nuttig om hier cijfergegevens over te verzamelen?
3) Hoe bepalen de controleartsen of een CVS-patiënt al dan niet arbeidsgeschikt is? Welke criteria spelen een rol? Kan u concreet toelichten?
4) Acht u het nuttig om de huidige werkwijze van de controleartsen aangaande chronische ziekten, zoals CVS, te evalueren?
5) Is er volgens u een bijsturing nodig aangaande de controle op arbeidsongeschiktheid van CVS-patiënten? Kan u argumenteren waarom wel of niet?