Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-7000

van Pol Van Den Driessche (CD&V) d.d. 17 februari 2010

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Brandveiligheid in gebouwen - Naleving van de regels - Controle

veiligheid van gebouwen
brandbestrijding
bouwvoorschriften

Chronologie

17/2/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/3/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1472

Vraag nr. 4-7000 d.d. 17 februari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Naar aanleiding van de explosie van het appartementsgebouw in Luik en alle tragische gevolgen van dien rijzen her en der vragen over de correcte naleving van de regels inzake brandveiligheid in het algemeen en meer in het bijzonder over de controle op die naleving.

Het lijkt me logisch dat de hogere overheid optreedt wanneer de lokale overheden kennelijk in gebreke blijven. Er staan immers mensenlevens op het spel.

1. Op welke wijze houdt de federale overheid toezicht op de naleving van de brandveiligheidsvoorschriften in een gebouw. Tot welke instantie kunnen verontruste mensen zich richten, wanneer ze ervaren dat het lokale niveau niet optreedt of gewoon in gebreke blijft?

2. Welke instanties kunnen er optreden wanneer de gemeentelijke overheid, ondanks duidelijke signalen van betrokkenen, geen oplossing aanreikt om een reëel gevaarlijke situatie te verhelpen?

Ziet de geachte minister hier een taak weggelegd voor de FOD Binnenlandse zaken in het kader van het toezicht op de hulpdiensten (brandweer, ambulance, …) ?

3. Veel gemeenten hebben in hun stedelijke of gemeentelijke bouwverordening voorschriften opgenomen inzake de brandveiligheid in gebouwen. Toch verschillen die richtlijnen aanzienlijk van gemeente tot gemeente.

In welke mate kunnen die voorschriften op elkaar worden afgestemd?

Ik neem aan dat zij hiertoe een aanzet kan geven; een eenduidige regelgeving kan de controle op de brandveiligheid voor alle diensten immers fel vereenvoudigen.