Staatsveiligheid - Onderzoek naar federale parlementsleden - Waarschuwingsnota voor de minister van Justitie - Aantallen en opvolging
Vaste Comités van Toezicht op de politie- en inlichtingendiensten
staatsveiligheid
afgevaardigde
4/2/2010 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/3/2010) |
18/3/2010 | Antwoord |
Na opmerkingen van het Vast Comité van toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Comité I) over het verdwijnen van verschillende dossiers over federale parlementsleden uit de kluis van de Staatsveiligheid, meldde de minister dat telkens wanneer de Staatsveiligheid een federaal parlementslid in de gaten wil houden, de minister van Justitie wordt gewaarschuwd via een nota.
De bedoeling hiervan is dat de minister van Justitie er kan op toezien dat de Staatsveiligheid binnen de wettelijke bevoegdheden blijft. Indien er twijfel zou zijn, dan zou de minister het Comité I belasten met een toezichtonderzoek.
Graag had ik geweten:
1. Of er sinds de bekendmaking van het systeem van waarschuwingsnota's reeds dergelijke nota's aan de geachte minister werden gestuurd. Indien ja, hoeveel?
2. Hebben de waarschuwingsnota's reeds aanleiding gegeven tot toezichtsonderzoeken door het Comité I? Indien ja, hoeveel en wat was het resultaat van die onderzoeken?
3. Wordt de minister ook op de hoogte gebracht indien de Staatsveiligheid leden van de deelstaatparlementen volgt of is de regeling enkel bedoeld voor federale parlementsleden?
1. Tot op heden heeft de Veiligheid van de Staat twee waarschuwingsnota’s overgemaakt aan de minister van Justitie.
2. De waarschuwingsnota’s hebben geen aanleiding gegeven tot toezichtonderzoeken door het Vast Comité I.
3. De regeling in verband met de waarschuwingsnota’s geldt enkel voor federale parlementsleden.