Federaal Plan inzake duurzame ontwikkeling 2004-2008 - Milieuvriendelijke vervoermiddelen - Onderzoek en ontwikkeling
duurzame ontwikkeling
duurzame mobiliteit
onderzoek en ontwikkeling
7/12/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010) |
23/12/2009 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4868
Het Federaal Plan inzake duurzame ontwikkeling 2004-2008 vermeldt in punt 469 dat de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer het onderzoek en de ontwikkeling zal ondersteunen naar zuinigere aandrijvingsvormen voor voertuigen, alternatieve brandstoffen, technische verbetering van fietsen en betere prestaties van het openbaar vervoer.
1. Welke bedragen werden besteed aan de ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling op elk van de vier genoemde terreinen (zuiniger voertuigen, alternatieve brandstoffen, fietsen en openbaar vervoer)?
2. Welke concrete onderzoeksprojecten werden op elk van deze terreinen ondersteund?
3. Welke projecten hebben reeds bruikbare resultaten opgeleverd?
4. Welke van deze resultaten werden reeds in praktijk toegepast?
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden:
1. De financiering van dit onderzoek in opdracht van of begeleid door de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer gebeurt in grote mate in het kader van samenwerkingsakkoorden en activiteiten van gespecialiseerde onderzoeksinstanties of internationale instanties, waardoor de financiering vaak buiten de FOD Mobiliteit en Vervoer om gebeurt:
– Via de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid: het budget voor de eerste fase van de onderzoeksprojecten LIMOBEL and CLEVER bedraagt gezamenlijk 792 875 euro. Alle budgetten van de onderzoeksopdrachten staan gedetailleerd vermeld op de website van Wetenschapsbeleid: http://www.belspo.be/belspo/ssd/science/pr_transport_en.stm
– Research in het kader van het Samenwerkingsakkoord tussen de FOD Mobiliteit en Vervoer en het Federaal Planbureau inzake activiteiten ter ondersteuning van het Federaal beleid inzake mobiliteit en vervoer (ononderbroken sinds 2002); de specifieke budgetten zijn beschikbaar bij de het Federaal Planbureau; het belangrijkste project is de PLANET-studie een projectie van de ontwikkeling van de mobiliteit tot 2030 met ontwikkeling van indicatoren. In 2009 werd een transfert geboekt van 150 000 euro naar het Federaal Planbureau.
– Andere studies en werkzaamheden ter zake:
Studie-opdrachten van de NMBS – in het kader van de verplichtingen opgelegd in het contract met de Federale Staat – die werden uitgevoerd door het Studiebureau Roland Berger: 805 666,40 euro;
Interne studies met betrekking tot het Gewestelijk Express Net in en rond Brussel (GEN) die gefinancierd worden in het kader van het BELIRIS-akkoord tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – http://www.beliris.be/nl/index.cfm;
Een in juni 2009 gefinaliseerde externe studie over het Gewestelijk Express Net voor, in en rond Brussel (GEN) door de onderzoeksbureaus SIGNIFICANCE, STRATEC, TRACTEBEL en TRITEL dat begeleid werd door de (DG) directie-generaal Vervoer te Land van de FOD MV in het kader van het akkoord dat ter zake tot stand kwam tussen de Federale Staat en de Gewesten. De totale kostprijs van de studieopdracht bedraagt 1 241 748 euro, exclusief BTW en behoudens herziening, en werd als volgt verdeeld onder de openbaarvervoerbedrijven van ieder betrokken partij: 52,5% voor de Federale Staat; 15% voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 24,5% voor het Vlaams Gewest en 8% voor het Waals Gewest.
– Experten van de FOD MV maken ook deel uit van diverse werkgroepen in het kader van het transportonderzoek, de voertuignormering en de normering van alternatieve brandstoffen in het kader van de Europese Unie en de Verenigde Naties te Genève; dit onderzoek is volledig gefinancierd door de EU en de VN.
2.
2.1 Zuiniger voertuigen
Research in het kader van het Samenwerkingsakkoord tussen de FOD Mobiliteit en Vervoer en het Federaal Planbureau: in kaart brengen van (2009) en ontwikkelen van nieuwe indicatoren (2010) voor energieverbruik en uitstoot van broeikasgassen door het vervoer;
Werkzaamheden in de schoot van de VN: van WP 29 met betrekking tot internationale normen voor gemotoriseerde voertuigen;
Research in het kader van de POD Wetenschapsbeleid, voornamelijk het project: LIMOBEL fases I en II (Long-run impacts of policy packages on mobility in Belgium (2007-2009 en 2009-2011) Cfr. Website Wetenschapsbeleid.
2.2. Alternatieve brandstoffen:
Research in het kader van de POD Wetenschapsbeleid, voornamelijk de projecten:
– BIOSES (2008-2011)°: Biofuels Sustainable End uSe
– CLEVER fases I en II (Clean Vehicle Research: Life Cycle Assessment and Propulsion Systems; Policy Measures (2007-2009 en 2009-2011);
Deelname aan de research van de Europese Commissie over hernieuwbare energie: www.eusew.eu
2.3. Fietsen – technische normering
Opvolging werkzaamheden van het Technical Committee 333 Cycles van het Centre Européen de Normalisation (CEN) via het mirror committee in de schoot van Bureau voor Normalisering BNB.
2.4. Openbaar vervoer:
Studie-opdrachten van de NMBS – in het kader van de verplichtingen opgelegd in het contract met de Federale Staat – die onder andere werden uitgevoerd door het Studiebureau Roland Berger;
Interne studies over het Gewestelijk Express Net in en rond Brussel (GEN) die gefinancierd worden in het kader van het BELIRIS-akkoord van 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en uitgevoerd worden door de Directie Vervoerinfrastructuur van de FOD MV;
De externe studie over het Gewestelijk Express Net in en rond Brussel (GEN) door de onderzoeksbureaus SIGNIFICANCE, STRATEC, TRACTEBEL en TRITEL dat begeleid werd door de DG Vervoer te land van de FOD MV en gefinancierd werd in het kader van het akkoord ter zake tussen de Federale Staat en de Gewesten.
3. Concrete onderzoeksresultaten
Naar gelang het stadium waarin zij zich bevinden hebben al deze onderzoeksprojecten reeds in min of meerdere mate concrete resultaten opgeleverd; zij zijn essentieel voor het beleidsondersteunend werk van de ambtenaren van de FOD Mobiliteit en Vervoer, ongeacht de instantie in opdracht waarvan de onderzoeksprojecten ontwikkeld werden.
4. Toepassing in de praktijk van onderzoeksresultaten – voorbeelden
4.1 Zuiniger voertuigen:
De recente fiscale maatregelen ter vergroening van het wagenpark zouden er niet gekomen zijn zonder de research met betrekking tot de schadelijke uitstoot van gemotoriseerde voertuigen, bijvoorbeeld in het kader van de ontwikkeling van het begrip “ECOscore” door een onderzoeksgroep onder leiding van het VITO en de VUB/ULB in opdracht van het Vlaams Gewest, waar de FOD MV in het begeleidingscomité zat;
De Onderzoeksgroep Policy and Measures (PAM) in de schoot van de FOD Leefmilieu: dit door Leefmilieu getrokken project inventorieert de maatregelen genomen in het kader van het Federaal Klimaatplan om de broeikasgassen (BKG) terug te dringen in het kader van de Kyoto-verbintenissen van België. In het kader van de evaluatie van de federale en gewestelijke maatregelen heeft de FOD MV hier bijvoorbeeld een berekeningsmethode aangereikt inzake “vermeden” uitstoot van BKG. Zonder het onderliggend onderzoekswerk in het kader van diverse projecten was dit niet mogelijk geweest;
De nieuwe rondzendbrief voor de aankoop van dienstvoertuigen voor de federale overheid, circulaire 307quinquies hanteert reeds nieuwe begrippen die afkomstig zijn uit het onderzoek naar schone voertuigen.
4.2 Alternatieve brandstoffen
De FOD MV werkt momenteel aan de vergroening van het wagenpark in de context van een project dat leidinggevend wil zijn voor de overheidssector, die terzake een voorbeeldfunctie te vervullen heeft; de directie Mobiliteit van de FOD MV werkt hiertoe een methodologie uit die gebaseerd is op de resultaten van diverse researchprojecten.
4.3 Fietsen
Door de werkzaamheden van TC 333 bestaan er voor een reeks fietsen en fietsaccessoires voortaan CEN-normen, dit zijn strenge productnormen die aan fabrikanten wereldwijd kunnen worden opgelegd aangezien de Europese Unie een markt vormt van bijna 500 miljoen consumenten; deze normen staan op de website van het CEN; sommige daarvan zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU. Tot voor enkele jaren bestond er enkel de “Belgische norm = BE-norm” die in de praktijk bijna niet afdwingbaar was.
4.4 Openbaar vervoer
De NMBS-Groep en de DG Vervoer te Land van de FOD MV kunnen voor het toekomstig beleid met betrekking tot de spoorwegen (exploitatie en infrastructuur) ook steunen op de bevindingen van een gekende internationale consultant; de voorspelde nood aan capaciteitsverhoging voor de modale split van de toekomst in Europa en België heeft nu al enkele jaren een weerslag op het ambitieniveau van het investeringsprogramma op MT en LT van de spoorweggroep, na decennia van desinvestering.
Het Gewestelijk Express Net rond Brussel (GEN) is in uitvoering; de interne studies zijn van het grootste belang voor de planning van de werven door de diverse betrokken instanties.
De in juni 2009 gefinaliseerde studie “Evolutie en optimalisering van het Gewestelijk Expres Net voor Brussel en omgeving” door de onderzoeksbureaus SIGNIFICANCE, STRATEC, TRACTEBEL, en TRITEL schetst de ontwikkeling tot 2015 en geeft een visie 2020 en een visie 2030.
De PLANET-studie in het kader van het raamcontract met het Federaal Planbureau – die een projectie van de ontwikkeling van de mobiliteit tot 2030 behelst – bevat onder meer een ernstige waarschuwing voor het niveau van verkeerscongestie, CO2-uitstoot en luchtvervuiling in de toekomst bij ongewijzigd beleid. Deze studie is belangrijk voor het mobiliteitsbeleid op alle bevoegdheidsniveaus en onderstreept onder andere de noodzaak van internalisering van de externe kosten van het transport, de nood aan schonere voertuigen en een adequate uitbouw van het openbaar vervoer.