Hepatitis C - Uitgaven
officiële statistiek
geografische spreiding
infectieziekte
kosten voor gezondheidszorg
3/4/2008 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008) |
21/5/2008 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-454
Hepatitis C is een virale aandoening waarvoor nog geen vaccin bestaat. De behandeling varieert afhankelijk van het genotype. Bepaalde genotypen zijn gelieerd aan bepaalde geografische regio’s in de wereld. Bepaalde genotypen worden medicamenteus behandeld, andere niet. De ziekte kan een serieuze impact hebben op het budget van de volksgezondheid. Om dit te kunnen inschatten is het goed over data te beschikken.
1. Hoeveel gevallen van hepatitis C werden er in 2004, 2005, 2006 en 2007 in België geregistreerd? En hoeveel gevallen werden er in 2004, 2005, 2006 en 2007 geregistreerd in respectievelijk Brussel, Vlaanderen en Wallonië?
2. Kan de geachte minister de getallen voor Brussel, Vlaanderen, Wallonië en België (voor 2004, 2005, 2006 en 2007) uitsplitsen per genotype?
3. Wat zijn de uitgaven voor de behandeling van hepatitis C voor Brussel, Vlaanderen, Wallonië en België (voor 2004, 2005, 2006 en 2007), dit meer bepaald voor de medicatie Interferon Alfa 2a of 2b en Ribavirine?
1. In België is hepatitis C een ziekte met verplichte melding.
Aantal gevallen gemeld aan de gemeenschappen, per regio, voor België en per jaar voor de periode 2004-2007
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | |
Bru. | 6 | 20 | 15 | 31 | NA |
Vla. | 588 | 635 | 685 | 677 | NA |
Wal. | 223 | 72 | 227 | 31 | NA |
Bel. | 817 | 727 | 927 | 739 | / |
NA = Not available | |||||
In Vlaanderen bevatten deze cijfers alle beschikbare gegevens. Voor Brussel en Wallonië zijn er alleen nieuwe gevallen door verplichte melding en is er dus een onderschatting van de incidentie.
Er bestaan ook gegevens over de incidentie van hepatitis uit het peillaboratoria netwerk van het Wetenschappelijke Instituut Volksgezondheid.
Een van de doelstellingen van het peillaboratoria netwerk is de incidentie van ongeveer viertig geregistreerde micro-organismen te schatten.
Ongeveer 60 % van de laboratoria erkend voor microbiologie nemen deel aan dit netwerk. De registratie door het netwerk werd in 2005 gestart en alleen voor de resultaten van een diagnostische test (PCR).
Voor Brussel en Wallonië kunnen deze cijfers gebruikt worden om een vollediger beeld van de incidentie te krijgen maar ze moeten met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden want de oorsprongen kunnen niet vergeleken worden en dubbels kunnen dus niet uitgesloten worden. Bovendien kunnen dubbels van een jaar tot een ander ook niet uitgesloten worden aangezien een patient meerdere testen kan ondergaan.
Aantal gevallen met PCR gediagnosticeerd door peillaboratoria, voor België, per regio en per jaar voor de periode 2004-2007
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | |
Bru. | NA | 570 | 658 | 577 |
Vla. | NA | 337 | 529 | 466 |
Wal. | NA | 149 | 79 | 145 |
Bel. | / | 1 152* | 1 266 | 1 188 |
* 96 data met onbekende postcode | ||||
Op basis van deze cijfers zou de gemiddelde jaarlijkse incidentie in België rond 1 nieuwe geval voor 10 000 inwoners per jaar kunnen bepaald worden (http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/plabnl/plabannl/index06.htm).
De schatting van de prevalentie (beeld van het aantal nieuwe en oude gevallen) van hepatitis C in België steunt op de resultaten van een prevalentiestudie die in 1993-1994 in Vlaanderen werd uitgevoerd. De prevalentie bedraagt 0,87 % (1) wat, geëxtrapoleerd op de Belgische bevolking, ongeveer 100 000 personen met hepatitis C betekent. In 2003-2004 heeft het WIV een nieuwe prevalentiestudie uitgevoerd met financiële steun van de Vlaamse Gemeenschap. Tien jaar later wordt de prevalentie op 0,12 % (2) geschat.
Deze daling is belangrijk maar kan aan verschillende factoren worden toegeschreven, daarom kan men besluiten dat de resultaten van 1993 waarschijnlijk overschat werden terwijl ze in 2003 werden onderschat. In hedendaags België ligt de reële prevalentie van hepatitis C-infecties waarschijnlijk tussen het resultaat van de twee studies.
(1) European Journal of Epidemiology, 1997, nº 13, 275-280.
(2) European Journal of Epidemiology, 2007, nº 22, 195-202.
2. In België komen de genotypes 1 en 3 het meest voor zowel onder de algemene bevolking als onder de druggebruikers. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met deze uit andere Europese studies of studies uit de VS.
Year | 2005 (a) | 2004-2005 (b) | 2003 (c) |
Study population | IDUs and non-IDUs | IDUs | General population |
Place | Flanders | Belgium | Belgium |
N | 152 | 98 | 65 |
Genotype | |||
1 (%) | 48,6 | 37,7 | 53,8 |
2 (%) | 1,4 | 2,0 | 6,2 |
3 (%) | 41,2 | 49,0 | 15,4 |
4 (%) | 8,8 | 9,2 | 13,8 |
N = aantal stalen | |||
IDU = injecting drug user | |||
(a) Eur J Clin Microbiol Infect Dis, 2005 Aug; 24(8) :514-22. | |||
(b) J of Medical Virology, 2008, 80 :640-45 | |||
(c) Infection, 2003, 31, nº 2 : 92-97. | |||
Het genotype 1 (meer bepaald het subtype 1b) wordt geassocieerd met bloedtransfusie, terwijl genotype 3 eerder geassocieerd wordt met intraveneus druggebruik. Deze verschillende genotype distributie is deels een gevolg van de wijziging van de risicofactoren gedurende de laatste decennia. Bloedtransfusie als risicofactor is de laatste jaren verdwenen, terwijl het intraveneus druggebruik gestegen is. Genotype 3 is bijgevolg ook meer te vinden bij een jongere populatie. Het genotype 4, dat prevalent is in het Midden-Oosten, Noord Afrika en Centraal-Afrika, komt ook in België voor. Het resultaat van 13,8 % in studie « c » moet wel met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden, aangezien 41,7 % van de patiënten met genotype 4 van buitenlandse origine waren.
De studie « b » stelt ook de meest voorkomende genotypes voor onder injecterende druggebruikers per gewest.
Genotype | 1 | 2 | 3 | 4 |
N | 37 | 2 | 48 | 9 |
Vla. (%) | 54 | 50 | 68,75 | 56 |
Wal. (%) | 32 | 50 | 18,75 | 33 |
Bru. (%) | 14 | / | 12,5 | 11 |
Hierbij kon er geen statistisch significant verschil aangetoond worden tussen de verdeling van HCV genotypes onder de gewesten.
3. Wij beschikken over geen diagnostische gegevens noch over gegevens waardoor het aantal gevallen van hepatitits C kunnen berekend worden.
De tabel hierna geeft voor de jaren 2004-2006 de uitgaven van de verzekering weer voor de geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van hepatitis C volgens de regio waar de patiënt woont. De gegevens voor het jaar 2007 zijn nog niet beschikbaar. De uitgaven van de afleveringen in het ziekenhuis kunnen niet geregionaliseerd worden.
De uitgaven voor de interferonen (codes L03ABxx) slaan enkel op de vergoedingen van die geneesmiddelen in categorie B. Het is niet mogelijk om diezelfde geneesmiddelen op te splitsen volgens hun gebruik voor hepatitis C of voor hepatitis B. De hierna vermelde uitgaven overschatten dus de uitgaven te wijten aan hepatitis C.
Jaar — Année | ATC | Brussel Hoofdstedelijk Gewest — Bruxelles-Capitale | Vlaanderen — Flandre | Wallonie | Ziekenhuizen — Hôpitaux | |
2004 | J05AB04 | RIBAVIRINE | 1 317 689 | 2 098 557 | 1 794 457 | 287.92 |
L03AB04 | INTERFERON ALFA-2A | 32 349 | 55 077 | 32 757 | 5 861 | |
L03AB05 | INTERFERON ALFA-2B | 24 678 | 118 692 | 34 464 | 11 180 | |
L03AB10 | PEGINTERFERON ALFA-2B | 382 471 | 940 738 | 739 037 | 143 332 | |
L03AB11 | PEGINTERFERON ALFA-2A | 1 121 335 | 1 468 969 | 1 246 915 | 163 055 | |
TOT. : | 2 878 523 | 4 682 033 | 3 847 630 | 611 351 | ||
2005 | J05AB04 | RIBAVIRINE | 1 543 470 | 1 867 434 | 2 010 986 | 299 904 |
L03AB04 | INTERFERON ALFA-2A | 40 449 | 47 492 | 27 211 | 10 485 | |
L03AB05 | INTERFERON ALFA-2B | 9 673 | 50 384 | 29 138 | 4 534 | |
L03AB10 | PEGINTERFERON ALFA-2B | 416 575 | 957 327 | 763 466 | 148 164 | |
L03AB11 | PEGINTERFERON ALFA-2A | 1 857 199 | 1 915 500 | 2 138 049 | 315 530 | |
TOT. : | 3 867 366 | 4 838 137 | 4 968 850 | 778 617 | ||
2006 | J05AB04 | RIBAVIRINE | 1 109 839 | 1 330 516 | 1 557 175 | 237 344 |
L03AB04 | INTERFERON ALFA-2A | 20 391 | 37 901 | 31 505 | 7 748 | |
L03AB05 | INTERFERON ALFA-2B | 11 079 | 48 185 | 28 484 | 12 387 | |
L03AB10 | PEGINTERFERON ALFA-2B | 1 365 355 | 1 375 812 | 884 618 | 193 579 | |
L03AB11 | PEGINTERFERON ALFA-2A | 1 365 355 | 1 375 812 | 1 838 130 | 203 425 | |
TOT. : | 3 066 599 | 3 774 548 | 4 339 912 | 654 483 | ||
Bron — Source : Pharmanet + Docum. PH | ||||||